Aangepast

Hoe je als schrijver jongeren wél aan het lezen krijgt

Een potje FIFA, Netflix kijken of een beetje door je tijdlijn scrollen. Jongeren besteden steeds meer tijd achter hun schermpjes. Een boek lezen is er daarom voor veel niet meer bij.

Het aantal jongvolwassenen (20-34) dat in zijn vrije tijd leest is teruggelopen van 87 procent in 2006 naar 49 procent in 2016. Deze twee schrijvers en uitgeverij krijgen jongeren wél met hun neus in de boeken.

Massih Hutak (25) is schrijver, rapper en columnist. Ook gaf hij vier jaar les op een vmbo-school in Amsterdam-Noord. Daar zag hij in de praktijk dat jongeren steeds minder in de boeken duiken. "Maar wat ik wel zie is dat de honger naar verhalen nog steeds heel erg groot is onder jongeren. Kijk bijvoorbeeld naar de hoeveelheid Netflix die ze kijken."

Volgens Hutak wordt daar te weinig mee gedaan door de "verhalenvertellers" van nu. "Wij als schrijvers maken niet meer dingen die interessant genoeg zijn voor jongeren en we brengen het niet op een goede manier, omdat jongeren heel anders te bereiken zijn."

Ik zet mijn columns bijvoorbeeld in de stories van Instagram en ook in toegankelijke taal.

Massih Hutak

Hutak probeert zijn verhalen juist bij de jongeren te brengen. "Ik zet mijn columns bijvoorbeeld in de stories van Instagram en ook in toegankelijke taal."

Ook probeert hij jongeren enthousiast te maken voor de klassieke literatuur door die te koppelen aan de popcultuur van nu. "Als je bijvoorbeeld kijkt naar de thema's van Gerard Reve, dan gaat het veel over eenzaamheid, maar dat thema zie je bijvoorbeeld ook in de liedjes van Ronnie Flex."

Hutak printte de teksten van populaire rappers uit voor zijn klas en legde uit dat de thema's die in hiphop worden behandeld niet anders zijn dan in veel boeken. "Op die manier maak je ze wel enthousiast. Lezen is namelijk enorm belangrijk voor je inbeeldingsvermogen en je fantasie."

Michel van Egmond (49) is journalist, schrijver en vooral bekend van zijn boeken over René van der Gijp. Met die boeken kreeg hij veel mensen aan het lezen die dat daarvoor nooit deden, onder wie jongeren. "Ik was daar zelf heel verrast over, want dat was helemaal niet mijn opzet. Dat zou ook heel arrogant geweest zijn, vind ik."

Zijn eerste boek Gijp is te herkennen aan de grote letters en de grote hoeveelheid wit op de bladzijden. "Dat is uit een soort van onkunde geboren, maar dat zorgde ervoor dat mensen al snel ver in het boek kwamen. Ik denk dat dat voor nieuwe lezers een soort kick gaf."

Ze zeiden bijvoorbeeld: 'Ik ben al op bladzijde 100, dat is me in een ander boek nog nooit gelukt.'

Michel van Egmond

Hij kreeg honderden mailtjes van mensen die hem vertelden over hun eerste ervaring met boeken. "Ze hielden me ook op de hoogte over hun vorderingen. Dan zeiden ze bijvoorbeeld: 'Ik ben al op bladzijde 100, dat is me in een ander boek nog nooit gelukt.'"

De schrijver denkt dat de drempel om zijn boeken te lezen minder hoog is door het onderwerp. "Het ging natuurlijk over René van der Gijp en die heeft een enorme fanbase onder jongeren. Als ik had geschreven over pak 'm beet de aardappeloogst in Rusland van 1917, dan had geen jongere het gelezen."

Michel van Egmond en René van der Gijp nadat ze de NS-publieksprijs wonnen

Zijn toegankelijke manier van schrijven, helpt volgens van Egmond ook mee. Saaie en oninteressante dingen laat hij weg om op die manier snelheid in het verhaal te houden.

Volgens de schrijver zie je dat in "klassieke" biografieën niet zo vaak. "Daar beschrijven ze zo'n beetje alles vanaf de geboorte en is er geen ruimte voor humor." Van Egmond probeert daar wel gebruik van te maken. "Ik neem het nooit al te serieus. Dat is misschien iets wat aanslaat bij jongeren. Die willen gewoon geëntertaind worden."

Groepsfoto van uitgeverij Das Mag

Net als schrijvers, willen ook uitgeverijen graag dat jongeren weer in de boeken duiken. En uitgeverij Das Mag pakt het net even ietsje anders aan dan de rest.

"Wij geven maximaal vijftien boeken per jaar uit. Dat is weinig, maar zo hebben we meer tijd om aandacht te geven aan publiciteit en het vinden van ons publiek", zegt Bowi van Onna (26) van Das Mag.

We gebruiken bijvoorbeeld emoji's in ons tijdschrift.

Bowi van Onna, Das Mag

Volgens Van Onna moet je als uitgeverij goed zichtbaar zijn en je begeven op plekken waar ook jongeren zijn. "Wij zitten natuurlijk gewoon op Facebook en Instagram, maar we doen bijvoorbeeld ook aan evenementen als yard sales." Dan kunnen jongeren voor 15 euro hun tasje volgooien met boeken die beschadig zijn en afgekeurd voor de normale verkoop.

Daarnaast geeft de uitgeverij veel aandacht aan design. "Je moet vormgeving hebben die jongeren aanspreekt. We gebruiken bijvoorbeeld toegankelijke taal en emoji's in onze communicatie." En dat is belangrijk, denkt van Onna. "Die groep is heel moeilijk te bereiken dus moet je je aanpassen aan hen. Zo krijg je jongeren veel eerder aan het lezen."

Deel artikel: