Stijgende huizenprijzen, lagere hypotheken en starterswoningen die bijna zijn 'uitverkocht'. Het nieuws over de huizenmarkt is de laatste tijd niet bepaald positief, zeker niet voor starters.
Maar laten we het eens positief bekijken: waar kun je nog wél een huis kopen? Een gemiddelde starterswoning in Nederland kost 200.000 euro. Bekijk op de kaart hieronder hoeveel procent van de huizen voor die prijs betaalbaar is.
Wat vooral opvalt in de kaart, zijn de grote regionale verschillen. In een groot deel van Nederland blijft er in het aanbod voor de starter minder dan de helft over.
Maar dat betekent niet dat je helemaal nergens meer terecht kan. Zelfs in Amsterdam zijn vorig jaar bijna duizend huizen onder de anderhalve ton verkocht. De grote meerderheid van de Amsterdamse koophuizen is echter wel te duur. Een kwart van de huizen was daar zelfs duurder dan 400.000 euro.
Ook in Den Bosch, Haarlem, Utrecht, Amersfoort en Breda blijken in 2016 relatief weinig starterswoningen (tot twee ton, de blauw-groene kolommen) te zijn verkocht.
Enschede en Groningen zijn het goedkoopst. Daar ging vorig jaar twee op de drie van de woningen voor minder dan 200.000 euro van de hand.
Van de vier grootste steden is Rotterdam verreweg het goedkoopst. In die stad zijn er vorig jaar zelfs 1200 woningen voor minder dan dan een ton verkocht.
Hieronder hebben we aangegeven hoeveel procent van de woningen je in 2016 had kunnen kopen. Swipe naar links en zie waar je kansen toenemen naarmate je meer aan een woning kunt uitgeven.
De goedkoopste huizen vind je in Pekela en Delfzijl. Daar werd bijna 90 procent van de huizen verkocht voor minder dan twee ton. Een derde van de huizen kostte minder dan een ton. De meeste huizen van meer dan 4 ton werden verkocht in Bloemendaal, Laren en Rozendaal.