Het gaat de goede kant op met het ijshockey in Nederland. Anderhalf jaar geleden waren er nog te weinig clubs om een volwaardige competitie te spelen, en nam de publieke belangstelling af. Maar nu groeit de sport weer in populariteit.
Niet zozeer op het ijs zelf; het aantal beoefenaars blijft zo'n beetje gelijk. Maar op de tribunes is wel terug te zien dat de sport meer gewaardeerd wordt:
Noud van Berkel, algemeen directeur van de ijshockeybond, heeft wel een verklaring voor de opmars van 'zijn' sport. "Eind september is onze competitie samengegaan met de Belgische. De invoer van die BeNeLiga heeft voor een gelijkwaardiger competitie gezorgd."
De wedstrijden zijn daarmee voor toeschouwers een stuk aantrekkelijker geworden, zegt Van Berkel. "Daarvoor waren er met Tilburg en Heerenveen twee grootmachten, die het tegen een paar kleintjes moesten opnemen. Dan weet je als supporter dat het snel gespeeld is. Het is nu een stuk spannender."
Maar, de sport is er nog niet
Want het is nog niet zo dat nieuwe leden zich massaal bij de bond melden om achter een puck aan te schaatsen. Kijk maar:
"Het aantal leden groeit, maar heel langzaam en onregelmatig", bevestigt Van Berkel. "Dat komt doordat het een dure sport is met al het materiaal dat je ervoor nodig hebt en moet onderhouden."
Hij verwacht wel dat dit gaat veranderen, omdat jongeren steeds meer perspectief zien in de sport. Het debuut van de Nederlandse tiener Daniel Sprong in de Noord-Amerikaanse profcompetitie NHL zou daar wel eens aan bij kunnen dragen. "Dat is een jongen die de basisbeginselen in Amsterdam heeft geleerd en er nu van kan leven. Dat spreekt tot de verbeelding."
Maar een lange weg is het wel, want de sport wil nog niet echt professioneel worden. De BeNeLiga is een amateurcompetitie, en dus krijgen spelers in Nederland niet betaald.
Behalve dan in Tilburg, waar de Tilburg Trappers spelen. Zij hebben dit jaar de stap gezet naar de Oberliga, het derde niveau in Duitsland. En dat heeft bijzonder goed uitgepakt, zegt voorzitter Ron van Gestel. "We zien nieuwe sponsoren komen en het aantal jeugdleden neemt toe."
Net als het niveau van de wedstrijden, en dat is terug te zien in het stadion. "Vorig jaar hadden we gemiddeld 1700 toeschouwers, nu zijn dat er 2200. En dan komen er ook nog Duitse fans naar Tilburg. We hebben zelfs een speciale biergarten aangelegd."
En zit je dan eenmaal op die tribune, dan zie je dit:
Door de professionalisering krijgt de selectie betaald, en kunnen ze zich grotendeels op het hockey focussen. "Bij ons kunnen de meeste spelers ervan leven, sommigen hebben een bijbaan van zo'n 20 uur per week. Iedereen krijgt een salaris, al liggen de bedragen uiteen."
De drie Canadezen die in Tilburg spelen zitten wat hoger in het segment. Zij zijn aangetrokken om het team op sleeptouw te nemen en het niveau op te krikken. Ze hebben een autootje van de club en de huur van hun appartement in Tilburg-Noord wordt ook betaald. Na bijna een jaar hier zijn ze aardig aan het leven in Brabant gewend:
Mede door de inbreng van de Canadezen presteert Tilburg dit jaar ver boven verwachting in de Duitse competitie. Dinsdag rolde de club het Duitse EC Peiting nog met 8-3 op.
Als vandaag de uitwedstrijd wordt gewonnen haalt de club de finale van de play-offs. "Prachtig natuurlijk, maar we hebben vooraf al besloten nog niet te promoveren", zegt Van Gestel. "We zijn dit avontuur pas net aangegaan en we willen niet té snel groeien."
Bij de bond bestaat die wens tot snelle groei juist wel. Van Berkel: "Nu de populariteit van de sport toeneemt, hopen we ook dat er nieuwe sponsoren komen. Dan kunnen we meer in het nationale team en de jeugdopleiding investeren."