De Republikeinse presidentskandidaat Donald Trump knuffelt de Amerikaanse vlag tijdens een campagnebijeenkomst in Derry, New Hampshire

Welke Amerikaanse presidentskandidaat liegt het meest?

Het verkiezingscircus in de Verenigde Staten is in volle gang. Zoals vanouds is de kandidaat die de meest gedurfde uitspraken doet, degene die de meeste media-aandacht krijgt. Toen de verkiezingen van 2008 ook via social media werden verslagen, begonnen clubjes factcheckers met het controleren van uitspraken op feitelijke juistheid.

In de loop der jaren veranderden die clubjes in vaste organisaties. Steeds meer journalisten gingen feiten checken, net als campagnebureaus zelf. In een opinieartikel voor The New York Times beschrijft factchecker Angie Drobnic Holan van PolitiFact hoe het checken in z'n werk gaat, en wie er liegt.

Kandidaten liegen. Allemaal.

Of ze nu links of rechts zijn, Democraat of Republikein: organisaties als PolitiFact controleren ze allemaal en er is er niet één die helemaal 'clean' uit de bus komt. Elke kandidaat ondersteunt politieke punten met voorbeelden die licht tot zwaar overdreven zijn - en soms helemaal niet blijken te kloppen.

Door streng te controleren op dit soort feiten lukt het factcheckers soms om de discussie niet in de door de kandidaat gewenste richting te duwen - maar hem of haar juist te pakken op slechte feitenkennis. Want vergissen blijft natuurlijk menselijk, maar van een toekomstig president verwacht je niets minder dan de waarheid.

Wie liegt het vaakst?

Terug naar het opiniestuk van Angie Drobnic Holan. Want welke politicus liegt er nu het vaakst? Veel mensen zullen meteen Donald Trump noemen als antwoord op die vraag - en toch klopt dat niet (hoewel hij er dichtbij komt). Hieronder staan de resultaten samengevat in een heuse Truth-o-Meter met als zwaarste onzinfactor 'Pants on Fire'.

We zien dat de Republikein Ben Carson de kandidaat is die het vaakst een politiek punt maakt aan de hand van een bewering die niet klopt: maar liefst 84 procent van zijn beweringen is onwaar, deels onwaar of grote onzin. Trump is een goede tweede met 75 procent.

Dat Carson een flinke hoeveelheid van zijn verkiezingsretoriek uit de duim zuigt was al bekend, zo loog hij over dat hij een beurs ontvangen zou hebben van de prestigieuze militaire academie West Point. CNN dook in Carsons verleden en ontmaskerde dat zijn jeugd er nogal anders uitzag dan hij zelf voorspiegelde.

En wie liegt het minst?

Hoge bomen vangen veel wind, en daarom worden presidenten altijd extra scherp in de gaten gehouden. Werden uitspraken van Donald Trump 70 keer gecheckt, van president Obama gingen er maar liefst 569 uitspraken onder de loep. Daarbij komt hij er goed vanaf; in slechts negen gevallen kregen die het predicaat 'totale onzin'.

Toch is Obama niet degene die zijn huiswerk het beste op orde had. Dat bleek zijn laatste Democratische voorganger, Bill Clinton. Sinds 2007 berustten de helft van zijn uitspraken grotendeels of helemaal op de waarheid.

Deel artikel: