Een tripje naar Noord-Korea: China-correspondent Marieke de Vries en Nieuwsuur-journalist Ellen Brans moesten er veel tijd en moeite in steken, maar na een jaar verzoekjes indienen mochten ze dan toch, tien dagen lang, het meest geïsoleerde land ter wereld in.
Wel met een heel strak schema en twee gidsen die hen constant in de gaten hielden. We vroegen Marieke hoe dat was.
Heb je daar vrij kunnen bewegen?
Geen seconde. We hadden twee gidsen bij ons, van het Korean National Peace Committee (KNPC), en die waren elke dag van 07:00 tot 23.00 uur bij ons. Die gidsen wilden ons alleen laten zien hoe mooi hun land is, want daar zijn ze volgens mij oprecht trots op. We kregen dus alleen dingen te zien die zij bedacht hadden.
We zaten ook op een eiland in de rivier die door Pyongyang loopt, en daar stond ons hotel op. Dus zelfs als we op eigen houtje de stad wilden verkennen, hadden we iemand nodig met een boot. Als we zelf even een luchtje gingen scheppen stonden mensen van het hotel al om ons heen, dan belden ze meteen onze gidsen op om te vertellen dat we buiten waren.
Hoe gaat een draaidag in Noord-Korea? Kijk mee achter de schermen:
Wat is je het meest bijgebleven?
Ik moet als eerst zeggen dat ik alleen heb gezien wat ze wilden dat ik zag. Maar ik was wel verbaasd dat er een soort middenklasse van behoorlijk rijke mensen, bijna de elite, is. Die ontwikkelt zich wel redelijk, ze verhandelen dingen in een soort kioskjes en ze hebben amusement.
Er is bijvoorbeeld een dolfinarium en een pretpark. Dat wist ik wel, maar ik zat ineens tussen schaterlachende Koreanen die het echt naar hun zin hadden. Dat had ik niet echt verwacht, want het land heeft zo’n grauw imago.
Heb je het ‘gewone’ Noord-Korea kunnen zien?
Nee. Als wij iets wilden zien dienden we daar een verzoek voor in, maar dat was allemaal heel lastig. Of er was geen tijd voor, of het was te ver rijden, maar we gingen er niet heen.
Ze lieten ons alleen zien wat zij wilden dat we zagen. Zo wilden we graag naar een ‘economische zone’, een zone waar Noord-Koreanen handel kunnen drijven met het buitenland, maar dat kon niet. Te ver rijden. Wij hadden het gevoel dat het met die zones vrij slecht ging, dus dat we het daarom niet mochten zien.
Hoe is het om daar als journalist rond te lopen?
Het is zo anders dan als een ‘gewone’ toerist. Toeristen reizen in groepen en gaan door het hele land. Die mogen bijvoorbeeld meer foto’s nemen dan wij en ze worden echt in contact gebracht met de bevolking. Het is een beetje een doel van die reisorganisatie dat er een soort brug geslagen wordt tussen westerlingen en Noord-Koreanen, dat is bij journalisten absoluut niet zo.
Alles moet vertaald worden en gevoelige vragen vertaalden onze gidsen simpelweg niet.
Ook is het moeilijk om met mensen te praten, echte vragen te stellen. Alles moet vertaald worden en gevoelige vragen vertaalden onze gidsen simpelweg niet. Sowieso zijn gevoelige vragen moeilijk: we moesten enorm over het onderwerp werkkampen heendraaien.
Uiteindelijk hebben we het maar gebracht als “Is het dan niet gevaarlijk voor toeristen om hier te komen? Want er zijn al wel mensen gearresteerd. En niemand wil natuurlijk in die werkkampen komen”.
Dat vertaalden ze als: “Ze praten Westerse propaganda. Ze hebben het over mensen die gearresteerd worden. Je moet even vertellen dat het hier niet gevaarlijk is voor toeristen”. Dat vertelde een tolk hier in Nederland ons dan achteraf weer.
Welk beeld van het land zou je bij willen stellen?
Ons hart begint eigenlijk al te bloeden als we aan dat land denken. Eng, gesloten, allemaal gekke mensen, armoede, honger en werkkampen. Het moet wel één groot Auschwitz zijn. Maar ze hebben speeltuinen waar ouders met hun kinderen spelen, een skiresort, een Dolfinarium… Eigenlijk heel veel waar de Noord-Koreanen zich kunnen vermaken.
Ze hebben ons alleen de leuke dingen laten zien. De werkkampen zullen we nooit te zien krijgen
Maar, nogmaals, ze hebben ons alleen de leuke dingen laten zien. De werkkampen zullen we nooit te zien krijgen, ook al weten we dat ze er zijn. We kennen de feiten door satellietfoto’s en mensen die uit het land gevlucht zijn. Maar het beeld dat we hebben van Noord-Korea kan dus wel iets genuanceerder. Niet iedereen is alleen maar aan het werk.