Dit betekent een no-deal-brexit voor onze kip en vis
Langzaam maar zeker komt 31 december dichterbij. Het Verenigd Koninkrijk lijkt af te stevenen op een definitieve scheiding van de EU zonder handelsafspraken. Het kan nog lukken om op tijd een akkoord te sluiten, maar er zijn belangrijke weken voorbijgegaan zonder dat er voortgang wordt geboekt op afsprakengebied. Het maakt ondernemers onrustig.
De zorgen bij de Nederlandse pluimveehouders groeien. Van de export - 3 miljard euro per jaar - gaat 1 miljard naar het Verenigd Koninkrijk. "We bedienen dicht bij huis de versmarkt", zegt Gert-Jan Oplaat van de Vereniging van de Nederlandse Pluimveeverwerkende Industrie. "Binnen 24 uur ligt onze kip er vers in de winkels."
Zorgen om handelsregels
Maar zó gaat het nu nog. De sector vreest de gevolgen van een vechtscheiding tussen Brussel en Londen. "Onze grootste zorg is dat het VK een land wordt als in Azië of Afrika. En niet anders zal worden behandeld. Dan krijgen we een enorme bureaucratische rompslomp. Met export-certificering om onze producten daar te krijgen", zegt Oplaat. "Dan kunnen we die 24 uur niet meer halen."
Ook is er bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), die toezicht houdt op de certificering, onvoldoende capaciteit, zegt Oplaat. "De capaciteit is daar gewoon niet op orde. Daar spreken we de minister ook steeds op aan. Het kan niet zo zijn dat de NVWA de remmende factor is in onze economische ontwikkeling. De prioriteit moet daar de brexit zijn."
De Hollandse haring wordt voor 80 procent in Britse wateren gevangen. Maar bij een no-deal-brexit zou de zee voor Nederland gesloten blijven:
De politieke en symboolwaarde van visserij zijn enorm, zegt Gerard van Balsfoort van de redersvereniging voor zeevissers. "Haring is iets wat Nederland als visserijnatie groot heeft gemaakt. Als door een no deal-brexit de Nederlandse haringvisserij zou instorten, betekent het dat je een historische lijn zou stopzetten die al loopt sinds de 14e eeuw. Dat kun je je eigenlijk niet voorstellen."
Klein belang, grote principezaak
Economisch gezien is het aandeel van visserij klein. Bij de Britten is het 0,012 procent van het bbp, voor Nederland is het 0,04 procent. Er werken slechts 1600 mensen. Maar het is een principezaak geworden, zegt econoom Mathijs Bouman.
"Voor de Britten, maar misschien ook voor Nederland", zegt Bouman. "Er zijn experts die verwachten dat de EU visserij uiteindelijk als wisselgeld in de onderhandeling wil gebruiken om andere zaken geregeld te krijgen, zoals regels die de interne markt beschermen."
Nu vissen Franse en Nederlandse vissers vaak in het deel van de Noordzee dat Brits is. De Britten willen die toegang beperken. "Wat wij begrijpen is dat het VK heel veel extra visrechten eist, die van ons moeten komen", zegt Van Balsfoort. "En tegelijkertijd willen ze onbeperkt toegang tot de Europese markt, die ook voor visproducten voor hun essentieel is. 80 procent aan wat zij produceren aan vis en visproducten gaat naar de EU. Dus zij willen eigenlijk alles."