De Scheveningse pier is rond 1900 in samenhang met het Kurhaus ontworpen. Er voerde een brug van het Kurhausterras, over de boulevard naar de entree van het Wandelhoofd. De 380 meter lange wandeling eindigde op een achthoekig platform, waarop het paviljoen, dat voor muziekuitvoeringen werd gebruikt, onderdak bood aan 1200 mensen.
In de Tweede Wereldoorlog werd het paviljoen door de bezetter gebruikt als opslag. In 1943 sloopten de Duitsers de pier door de palen af te zagen. Er ontstond een leegte en bezoekers en inwoners hadden het gevoel dat Scheveningen zonder pier niet compleet was. Vanuit die gedachte ontstonden plannen voor een nieuwe pier. Die werd in 1961 gerealiseerd. Prins Bernhard verrichtte de opening.
In 1991 werd De Pier voor het symbolische bedrag van 1 gulden door het Van der Valkconcern overgenomen van Nationale Nederlanden. De doelstelling was duidelijk: de pier moest weer als beeldbepaler en trekpleister van de badplaats Scheveningen gaan fungeren. Op de website vindt het Van der Valkconcern dat het daarin is geslaagd. De gemeente Den Haag vindt van niet.