Een combinatie van oplopende staatsschulden, zwaktes in het bancaire systeem en verslechterende economische vooruitzichten hebben de crisis in Europa het afgelopen jaar op een dieptepunt gebracht. Vooral landen in Zuid-Europa, zoals Griekenland, Spanje, Portugal en Italië, maar ook Ierland, hebben een enorm begrotingstekort en een flinke staatsschuld.
Het begrotingstekort van eurolanden mag namelijk niet groter zijn dan drie procent. De staatsschuld mag maximaal zestig procent van het bruto binnenlands product bedragen. Om het vertrouwen in de euro te herstellen en het begrotingstekort omlaag te brengen moet vaak stevig worden bezuinigd. Die bezuinigingen leiden vaak tot grote weerstand onder de bevolking.
Het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM) moet als permanent financieringsprogramma EU-lidstaten in moeilijkheden helpen.