Staatssecretaris Teeven van Justitie wil Nederlandse gevangenissen privatiseren. Want hij denkt dat bedrijven een gevangenis goedkoper kunnen runnen dan de overheid.
Financieel voordeel
Maar die privatisering leidt niet tot een daling van de operationele kosten, zoals personeel, voedsel en vervoer. Dat concluderen onderzoekers van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) in een rapport dat in handen is van Nieuwsuur.
Of de bouw van gevangenissen goedkoper kan als je dat aan een commercieel bedrijf over laat, is ook maar zeer de vraag. Want kwalitatief minder goede gebouwen vragen weer meer onderhoud, en dan is het financiële voordeel ook minder groot. Bovendien hoeven er hier niet direct nieuwe gevangenissen gebouwd te worden.
Geweld
Bert Koops, voorzitter van de ondernemingsraad van het gevangeniswezen, is verheugd over de uitkomsten: "Privatiseren betekent wat mij betreft een teloorgang van het gevangeniswezen", aldus Koops. "We hebben met een private aanbieder gesproken en het eerste wat die zegt is: we willen geld verdienen. Mensen die nu in het gevangeniswezen werken willen de maatschappij veiliger maken."
Ook hoogleraar Strafrecht Anton van Kalmthout, staat sceptisch tegenover de privatisering van Nederlandse gevangenissen: "Goed geschoold personeel zal vertrekken en plaats maken voor jonger personeel met minder ervaring. Vaak zie je dat regime veel soberder wordt en dat leidt tot meer geweld tussen gedetineerden en tussen bewaarders en gevangenen."
Lage kosten
Het beveiligingsbedrijf G4S levert nu al bewakingspersoneel en wil graag hele gevangenissen gaan runnen. Volgens mededirecteur Jeroen van der Poel kan het wel degelijk goedkoper: "We werven sneller en tegen lage kosten onze mensen. Dat komt omdat we dat in een heleboel verschillende markten efficiënt hebben georganiseerd", aldus Van der Poel. "In Groot-Brittannië hebben we met de privatisering van de gevangenissen 5 tot 20 procent bespaard."
In Nieuwsuur vanavond het onderzoek en de reacties.
Vragen en/of opmerkingen? Mail de maker: Guido van Ophoven (Guido.van.Ophoven@Nieuwsuur.nl)