Over konijnenvoer betaal je 9 procent btw, over hamstervoer 21 procent. Over een ticket voor een lezing 9 procent, voor een seminar 21 procent.
Verwarrend? Oneerlijk? Dat vinden economen ook. Dat het kabinet het btw-systeem wil versimpelen, juichen ze dan ook toe. Maar: de specifieke plannen van staatssecretaris Folkert Idsinga (NSC), verantwoordelijk voor belastingen, zijn willekeurig en gaan leiden tot nieuwe onduidelijkheid, zeggen ze.
De vrijetijdsbesteding van Henk en Ingrid wordt ontzien, maar die van Robbert-Jan en Anne-Fleur niet.
Even terug naar de basis: btw, belasting toegevoegde waarde, betaal je over de producten die je koopt en de diensten die je afneemt. Het is een "typische opbrengstbelasting", zegt Arjan Lejour, hoogleraar belastingen en publieke financiën aan de Universiteit Tilburg.
Oftewel: de btw is vooral bedoeld als inkomstenpost. Bijna een vijfde van de overheidsinkomsten is btw. Alleen aan loon- en inkomstenbelasting verdient de overheid (iets) meer.
'Helpt lage inkomens niet'
Er zijn drie btw-tarieven: 21 procent, 9 procent en 0 procent. Dat laatste geldt bijvoorbeeld voor zonnepanelen. Daarnaast zijn sommige diensten vrijgesteld, zoals zorg en journalistiek.
Het belangrijkste argument voor het onderscheid is dat basisbehoeften zoals voedsel, medicijnen of een kappersbezoek bereikbaar moeten zijn voor Nederlanders met lage inkomens. Maar Lejour is helder: "Dit is geen goede manier om te herverdelen."
Edwin Heithuis, hoogleraar fiscale economie (Universiteit van Amsterdam), verbonden aan adviesorganisatie BDO, beaamt dat. "Het is een misverstand dat je met het lage tarief vooral lage inkomens helpt. Onderzoek wijst het tegendeel uit."
Lejour: "Mensen met hogere inkomens besteden veel meer geld aan voedsel en andere dingen die onder het lage tarief vallen." Het lage tarief is daardoor eerder een rijkensubsidie dan een armensubsidie.
Ineffectief
Het geld dat de overheid misloopt door op veel producten minder belasting te heffen, kan beter op andere manieren besteed worden, zegt Lejour. "Je kunt lage inkomens veel effectiever helpen door hun inkomstenbelasting te verlagen, bijvoorbeeld." Ook voor andere beleidsdoelen, zoals het stimuleren van gezond eten, zijn btw-verlagingen erg duur voor wat ze opleveren.
Heithuis en Lejour vinden het dan ook geen gek idee om het btw-systeem aan te passen - ook om het leven van ondernemers en overheidsmedewerkers wat makkelijker te maken. Heithuis: "Je wilt niet weten wat bedrijven allemaal moeten administreren om uit te zoeken wat onder hoog en laag valt. Er wordt ook best veel over geprocedeerd."
Als alles zwaarder belast wordt, hoeft het tarief geen 21 procent meer te zijn.
Toch hebben ze een groot bezwaar tegen de kabinetsplannen: veel van de ingewikkeldheid blijft. Sommige dingen waar de fiscus nu 9 procent op heft, gaan straks naar 21 procent, andere niet. Er ontstaan nieuwe gekke verschillen: op een campingbezoek betaal je vanaf 2026 9 procent btw, maar als je ter plekke een tent huurt 21 procent.
Veel uitstapjes vallen nu onder 9 procent, maar straks onder 21 procent, zoals toneel- en museumkaartjes. Dat leidde deze week tot stevige kritiek van oppositiepartijen. Attractieparken en bioscopen blijven laag belast.
"Dat lijkt enerzijds willekeurig, maar is anderzijds volstrekt verklaarbaar", zegt Heithuis. "De coalitiepartijen willen hun achterbannen niet te veel raken. De vrijetijdsbesteding van Henk en Ingrid wordt ontzien, maar die van Robbert-Jan en Anne-Fleur niet."
Toch is het maar de vraag of Henk en Ingrid daadwerkelijk worden ontzien. Heithuis: "Robbert-Jan en Anne-Fleur gaan straks misschien nog steeds naar allerlei toneeluitvoeringen, maar omdat die duurder zijn gaan ze mogelijk besparen op biefstuk. Wie pak je dan? De slager."
Heeft het kabinet dan geen andere argumenten voor de btw-aanpassingen? Nou, eentje: het binnen de perken houden van het begrotingstekort, aldus de staatssecretaris. "De tariefswijziging levert een structurele opbrengst van 2,3 miljard euro op."
Fout, zegt ABN Amro. De bank berekende dat de btw-verhoging op hotels vermoedelijk een stuk minder opbrengt dan de één miljard euro waar het kabinet van uitgaat. Het kabinet hield geen rekening met neveneffecten: door de btw-verhoging gaan mensen bijvoorbeeld eerder naar het buitenland op vakantie. Ook de Raad van State verwijt het kabinet dit soort gevolgen te negeren.
Alles één tarief
Toch snappen de economen het inkomsten-argument van het kabinet. "Het geld moet ergens vandaan komen", zegt Heithuis. Maar, is hun oproep, laat dan álles onder het hoge tarief vallen. "Om het systeem echt te versimpelen, zou de staatssecretaris het lage tarief helemaal moeten afschaffen."
Dat zal in veel sectoren tot nieuwe protesten leiden, erkent Lejour. "Maar als alles zwaarder belast wordt, hoeft het tarief geen 21 procent meer te zijn. 18 of 19 procent is dan genoeg."
Heithuis wijst wel op een nadeel: schilders en stukadoors vallen nu onder het lage tarief om zwartwerken tegen te gaan. "Belasten we hun diensten zwaarder, dan maken we het verleidelijker om ze onder tafel te betalen."
Maar onder de streep is Heithuis voorstander van één tarief. "Met het lage tarief help je lage inkomsten niet. De tarieven zijn altijd een oeverloos geëmmer in de uitvoering. En de opbrengst kun je gebruiken om die 21 procent te verlagen. Win-win."