De regeneratieve boerderij is in opmars in Nederland. Niet alleen reguliere boeren, maar ook zij-instromers schakelen over op deze duurzame vorm van landbouw. Het gaat dan bijvoorbeeld om stedelingen met goedbetaalde kantoorbanen.
In september start de Wageningen University & Research een innovatief project om regeneratieve landbouw verder te ontwikkelen. Doel is dat duizend Nederlandse boeren voor 2030 overstappen.
"Regeneratieve landbouw is een vorm van duurzame landbouw", legt landbouweconoom Mark Manshanden van de Wageningen University & Research uit. "Met name door heel sterke focus op een levendige bodem is het anders dan andere duurzame landbouwprincipes. Een gezonde bodem is divers, daardoor is het weerbaarder tegen ziektes, extremer weer en klimaatverandering."
Voormalig consultant Jaap Fris besloot twee jaar geleden om samen met compagnon Niels Moshagen zo'n duurzame boerderij te beginnen. "Twee jaar geleden had ik nog computervingers; we zaten op kantoor. Nu ben ik elke dag buiten bezig in de grond, en kan ik m'n telefoon niet eens openen omdat m'n vingers zo ruw zijn geworden."
Naast Fris gooide ook voormalig landmacht officier Howard Koster zijn leven om, om te werken op een regeneratieve boerderij:
Het beginnen van een regeneratieve boerderij is ook internationaal steeds populairder. De film The Biggest Little Farm, over succesvolle Californische pioniers is inmiddels een hit. Ook de beroemde presentator Jeremy Clarkson van Top Gear begon met vallen en opstaan een regeneratieve boerderij, te zien in een nieuwe tv-serie.
In Nederland zijn er inmiddels drie coöperaties die op deze wijze produceren. En ook al verschillen die coöperaties onderling, overeenkomst is dat ze financiering krijgen van burgers en investeerders die willen dat groente en fruit zonder bestrijdingsmiddelen in de buurt worden verbouwd.
Howard Koster, ruilde zijn werk bij de landmacht in voor het boerenbestaan en werkt nu op de regeneratieve burgerboerderij De Biesterhof in Millingen. "Ik ben meerdere malen uitgezonden geweest, onder andere naar Mali, maar ik moest steeds meer mensen uitleggen wat we gingen doen. Terwijl ik het er steeds minder mee eens was. Toen dacht ik: of ik blijf dit doen en ik word een oude bittere man, of ik stop ermee en ga mijn idealen herontdekken. Hier word ik iedere ochtend wakker met zingeving en zie ik resultaat van de energie die ik er in stop."
Er is zo veel dat je moet kunnen, dat is echt niet normaal.
Traditionele boeren uit de omgeving reageerden aanvankelijk met argwaan en scepsis op de komst van de nieuwe regeneratieve boeren. Maar langzamerhand ontstaat er een band én afhankelijkheid: zowel Koster als Fris hechten zeer aan uitwisseling met de ervaren collega's.
"Er is zo veel dat je moet kunnen, dat is echt niet normaal", zegt Koster. "Ik heb weliswaar biologische landbouw gestudeerd in Wageningen, maar hoe je in de praktijk boert, daar had ik geen idee van. Laat staan hoe je een maaimachine achter de trekker hangt." Hij hoopt over tien jaar zelfstandiger te zijn, maar heeft nu de hulp van anderen, zoals akkerbouwer Wouter Vierboom, nog nodig.
Vierboom zal voorlopig zelf niet snel overstappen op regeneratief boeren. "Bij mij staat de kwaliteit van de bodem ook voorop, maar ik snijd met regeneratief boeren in mijn eigen portemonnee."
Voor Koster geldt dat niet, doordat het land gekocht is door een burgercoöperatie. "Wij betalen geen pacht en zijn niet van banken afhankelijk. Daarom kunnen wij ervoor kiezen om die bodem voorop te stellen."
'Het nieuwe normaal'
Volgens landbouweconoom Manshanden is het zogeheten regeneratieve boeren een trend in Nederland. "We verwachten dat het de komende jaren van enkele tientallen kan uitgroeien tot zo'n duizend boerderijen rond 2030."
Dat het snel uitbreidt, is mede te danken aan financiering vanuit het Groeifonds. Het vorige kabinet stelde 129 miljoen euro beschikbaar uit dat fonds zodat de Wageningen University dit project kan starten. Dat Groeifonds-project kan rekenen op veel animo, zegt Manshanden. Bovendien proberen inmiddels ook grote voedselproducenten als Jumbo, Agrifirm en Unilever regeneratieve landbouw uit.
Een broodnodige ontwikkeling, zegt de landbouweconoom. Want regeneratief boeren moet het "nieuwe normaal" worden, vindt hij. Niet alleen vanwege de positieve impact op natuur en klimaat, ook om de maatschappelijke en economische positie van boeren te verbeteren en om te voldoen aan de groeiende vraag naar duurzaam voedsel.