Zwemles wordt steeds duurder en een groeiend deel van de Nederlandse kinderen heeft geen zwemdiploma. Badmeesters zien dat kinderen stoppen met zwemlessen omdat hun ouders de lestarieven niet willen of kunnen betalen.
Experts vrezen voor de zwemveiligheid. "Je wilt dat zwemveiligheid voor iedereen is weggelegd en dat dus alle kinderen de mogelijkheid hebben om een A-, B- en C-diploma te halen", zegt Remco Hoekman, directeur van het Mulier Instituut, dat sportonderzoek doet.
Het aandeel kinderen dat geen zwemdiploma heeft, steeg van 2018 tot en met 2022 van 6 naar 13 procent, blijkt uit CBS-cijfers. In de 20 procent armste gezinnen heeft zelfs een kwart van de kinderen geen enkel zwemdiploma.
Fors duurder
Uit een rondgang van Nieuwsuur langs dertig gemeentelijke zwembaden blijkt dat de prijzen flink zijn gestegen. Sinds 2018 moeten ouders gemiddeld bijna 30 procent meer betalen voor zwemlessen, met uitschieters rond 70 procent in enkele gemeenten. In diezelfde periode was de gemiddelde prijsstijging van alle producten en diensten in Nederland 21 procent.
Het is natuurlijk helemaal niet leuk als je steeds een smoes moet verzinnen omdat je geen zwemdiploma hebt.
Waar je vroeger nog 9 euro betaalde voor een zwemles is dat nu zo'n 12 euro. Om een A-diploma te halen, zijn zo'n zestig lessen nodig. De kosten leiden tot stress en onzekerheid in gezinnen met weinig financiële middelen, zegt Hoekman. "Ouders zien het belang van zwemlessen, maar besluiten toch om te stoppen."
Eén van die ouders is Joyce van Weert uit Groningen. Joyce is alleenstaand en leeft door een chronische ziekte van een Wajong-uitkering. Ze heeft geen geld voor zwemlessen voor haar zoontje. "Ik moet leven van 75 euro per week, dan blijft er niet veel over."
De Groningse sportwethouder Inge Jongman benadrukt het belang van zwemvaardigheid als kinderen plots in het water belanden. Maar ook op sociaal vlak zijn zwemdiploma's belangrijk, zegt Jongman, bijvoorbeeld om te voorkomen dat kinderen niet meekunnen met een kinderfeestje naar het zwembad. "Als je steeds een smoes moet verzinnen omdat je geen zwemdiploma hebt, is dat natuurlijk helemaal niet leuk."
Ongelijke subsidies
De gestegen prijzen komen vooral door de hogere energietarieven: het kost veel energie om water schoon en warm te houden. Om zwembaden te helpen kwam de overheid in 2022 met een noodfonds van 207 miljoen euro. Maar naast de energiekosten zijn ook de gestegen personeelskosten en het tekort aan badmeesters grote problemen, zeggen uitbaters tegen Nieuwsuur.
Veel gemeenten werken samen met (sport)fondsen om ouders die de lessen niet kunnen betalen, te helpen. Zij kunnen een deel of het volledige bedrag vergoed krijgen. Joyce krijgt meer dan 800 euro voor een A- en B-diploma voor haar zoon, waardoor haar zoontje nu tóch op zwemles kan.
De afgelopen jaren nemen de aanvragen toe, zeggen de fondsen. Ook zwembaden zien steeds meer leerlingen die afhankelijk zijn van dergelijke subsidies.
Maar voor ouders is het vaak onduidelijk op welke regeling zij recht hebben. Niet elk kind kan een vergoeding krijgen en niet alle gemeenten hebben zwemsubsidies. Het Mulier Instituut vindt dat onwenselijk. "De gemeenten moeten armoederegelingen breder toegankelijk maken zodat de ongelijkheid afneemt", zegt Hoekman. "Of je recht hebt op zo'n regeling moet niet bepaald worden door de plek waar je woont."