Het besluit van het kabinet om de Zeeuwse Hedwigepolder toch niet onder water te zetten, valt in België niet goed.
Het niet ontpolderen zou voor Vlaanderen een financiële strop van 250 miljoen euro betekenen. Dat geld is nodig voor het verhogen van de dijken. Het verbeteren van de toegang tot de haven van Antwerpen zal vertraging oplopen.
Alternatief
Nederland en België maakten in 2005 afspraken over uitdieping van de Westerschelde ten bate van de haven in Antwerpen. Ter compensatie van de natuur zou de Hedwigepolder onder water komen. In Zeeland was daar echter veel protest tegen.
Het Nederlandse kabinet presenteerde vrijdag daarom een alternatief: in de plaats van de 300 hectare grote Hedwigepolder komt een 150 hectare groot terrein ten oosten van Vlissingen onder water. Daarnaast worden op drie plaatsen in het water van de Westerschelde bestaande schorren en slikken 'verbeterd en vergroot'. Het nieuwe plan zou een eind moeten maken aan een aanslepend conflict tussen natuurbeschermers en landbouwers.
Europese toets
Maar afspraak is afspraak zegt Vlaanderen. Er kan geen sprake zijn van herziening van het Scheldeverdrag. Staatssecretaris Henk Bleker van natuurbeheer legt vanavond uit waarom hij van de afspraken is teruggekomen.