Foto ter illustratie: een vrouw bekijkt het woningaanbod bij een makelaar

Meer aanbod en lagere prijzen: kan starter op woningmarkt op koopjesjacht?

  • Maudie Dankerlui

    redacteur Nieuwsuur

  • Wies van der Stroom

  • Maudie Dankerlui

    redacteur Nieuwsuur

  • Wies van der Stroom

Bezichtigingen met tientallen anderen, dezelfde dag nog de knoop doorhakken en flink overbieden: jarenlang was dit eerder regel dan uitzondering op de woningmarkt. Maar dit tijdperk lijkt ten einde. Uit vandaag gepubliceerde cijfers van het CBS blijkt dat in april de huizenprijzen met 4,4 procent zijn gedaald ten opzichte van een jaar eerder. De prijsdaling die in augustus is ingezet, zet dus nog altijd door. Betekent dit dat starters eindelijk hun slag kunnen slaan?

Na jaren van oververhitting lijkt de woningmarkt iets gestabiliseerd. Waar een jaar geleden nog bij zo'n driekwart van de woningen boven de vraagprijs werd geboden, is dat dit jaar nog maar bij een kwart van de woningen het geval. Volgens de Nederlandse Vereniging van Makelaars (NVM) wordt voor het eerst in vier jaar tijd zelfs gemiddeld iets minder betaald dan de vraagprijs.

Toch heeft de daling van de huizenprijzen tot dusver niet geleid tot een toename van het aantal verkochte woningen. Dat komt mede door de gestegen hypotheekrente.

Hier kunnen Jenice Abma (22) en Hendry Kanis (19) uit Dronten over meepraten. Zij hoopten door de gedaalde huizenprijzen op koopjesjacht in Flevoland te kunnen gaan, maar het is nog niet gelukt om iets te vinden: "Het meeste is boven onze prijsklasse", aldus Kanis.

Hogere maandlasten

Sinds begin vorig jaar is de hypotheekrente verdrievoudigd. Dat leidt er volgens woningmarktonderzoeker Linde Kattenberg van de Universiteit van Maastricht toe dat starters vaak een kleinere hypotheek kunnen krijgen en de maandlasten flink hoger uitvallen. Kosten die nog niet door de prijsdaling worden gecompenseerd.

Bovendien zijn de huizenprijzen nog relatief hoog, waardoor het voor starters als Jenice en Hendry lastig blijft iets te vinden. Makelaar Ralph Kerremans, die het stel rondleidt in het goedkoopste huis van Dronten (vraagprijs: 205.000 euro), noemt het dan ook een uitzondering dat een huis voor deze prijs te koop staat. De prijsdalingen bieden starters meer kansen, maar "het is nog geen hosanna te noemen hier in Dronten", aldus Kerremans.

In de volgende grafieken zijn de veranderingen op de woningmarkt te zien in cijfers:

  • Nieuwsuur
    Cijfers huizenprijzen
  • Nieuwsuur
    Cijfers overbieden
  • Nieuwsuur
    Stijging hypotheekrente
  • Nieuwsuur
    Aantal verkochte woningen
  • Nieuwsuur
    Consumentenvertrouwen woningmarkt

Dat het ondanks de prijsdalingen nog lang niet zo makkelijk is voor starters om iets te vinden, met name in de randstad, ondervonden ook Theo (28) en Veronique (23) Hendriks. Zij verplaatsten hun zoekgebied zelfs naar de andere kant van het land: van regio Rotterdam naar Zuid-Limburg. Een woning vinden in Vlaardingen of omstreken wilde niet lukken. Veronique: "Je voelt je een beetje machteloos, want je komt niet aan de beurt. Alles is veel te duur."

In het Limburgse Geleen vond het stel een woning met een vraagprijs van twee ton. Patrick Stammingers, makelaar in Geleen-Sittard, ziet regelmatig kopers van boven de rivieren de stap maken naar de provincie: "Er is nog steeds veel vraag naar onze woningen omdat ze goed betaalbaar blijken te zijn voor de rest van het land. In Rotterdam vind je geen woning als deze voor twee ton. Dan krijg je een klein appartementje met twee slaapkamers. Hier krijg je een hoekwoning met een perceel."

Theo, Veronique en hun jonge kindje verhuisden van Vlaardingen naar Geleen, 200 kilometer verderop:

Zij verhuisden naar Geleen vanwege de hoge huizenprijzen

Niet alleen de gestegen hypotheekrente en de relatief hoge woningprijzen hebben invloed op het aantal verkochte woningen, ook het sentiment op de woningmarkt is veranderd. Volgens Vereniging Eigen Huis was het consumentenvertrouwen afgelopen tien jaar niet zo laag als nu.

De oorlog in Oekraïne, wisselende energieprijzen en de inflatie zorgen ervoor dat woningkopers een afwachtende houding aannemen: mensen willen eerst hun huis verkopen voordat ze zelf hun slag slaan op de woningmarkt. Dat leidt ertoe dat woningen een stuk langer te koop staan. Waar vorig jaar woningen gemiddeld drie weken te koop stonden, duurt het nu bijna dubbel zo lang voordat er een koper is gevonden.

Positie van koper nog steeds onzeker

Woningmarktonderzoeker Linde Kattenberg: "Het feit blijft dat er een groot woningtekort is en het is niet waarschijnlijk dat dit snel gaat afnemen omdat de woningbouwplannen in de soep lopen." Kattenberg verwacht dan ook niet dat de huizenprijzen nog sterk zullen dalen. Op koopjesjacht op de huizenmarkt zit er voorlopig dus niet in.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl