Het bindend studieadvies moet op de schop. Dat advies, dat studenten verplicht om het grootste deel van hun studiepunten in het eerste jaar te halen, levert volgens onderwijsminister Robbert Dijkgraaf veel stress op bij studenten die het toch al zwaar hebben. Binnen een paar weken stuurt hij de Tweede Kamer een brief. Het onderwijsveld reageert verdeeld.
Voor veel studenten aan de hogeschool en universiteit is het een gevreesd begrip: het bindend studieadvies (bsa). De meeste hogescholen en universiteiten hanteren de norm dat studenten minimaal 45 of zelfs de volledige 60 studiepunten van het eerste jaar moeten halen. Doen ze dit niet, dan mogen ze niet door met hun opleiding.
Volgens onderwijsminister Robbert Dijkgraaf is deze norm een bron van stress voor veel studenten. "Het komt keer op keer voorbij in gesprekken die ik heb met studenten. Uit onderzoek blijkt ook dat het mentaal welzijn van studenten onder druk staat. Dat komt onder meer doordat in het onderwijs de teugels strakker zijn aangetrokken. Daarom wil dit kabinet het bindend studieadvies aanpassen."
Hoe die aanpassing er precies uit zal zien is nog onduidelijk, maar de minister zegt "op afzienbare termijn" een brief over de aanpassing van het bsa naar de Tweede Kamer te sturen.
'Bsa zorgt voor minder vertraging'
Bij onderwijsinstellingen zijn de meningen verdeeld. De Vereniging Hogescholen vindt dat hogescholen zelf moeten kunnen beslissen of zij een bsa willen toepassen en een woordvoerder van de Universiteiten van Nederland noemt het bsa zelfs "essentieel voor studentenwelzijn en -succes".
"We zien dat de studievertraging uit het eerste jaar meestal niet meer wordt ingehaald", aldus de woordvoerder. Het bsa zorgt er volgens de universiteiten niet voor dat méér studenten uitvallen, maar wel dat studenten die de verkeerde studiekeuze hebben gemaakt daar op tijd achter komen. "Dat is ook fijner voor studenten die anders op een later moment alsnog uitvallen. Dat kan tot meer (financiële) stress leiden."
Bovendien, zo stelt hoogleraar statistiek Casper Albers van de Rijksuniversiteit Groningen, zou afschaffing veel extra werk voor docenten met zich meebrengen. "Die moeten al die studenten die toch doorgaan naar het tweede jaar les geven, werkstukken nakijken, enzovoorts. En er komt voor universiteiten geen extra geld bij."
Albers legt uit dat onderwijsinstellingen geld krijgen per student die in de zogenoemde 'nominale studieduur' zit. Voor studenten die bijvoorbeeld langer dan de nominale drie jaar over hun bacheloropleiding doen, krijgt de universiteit geen geld. "Als er veel meer van dat soort studenten bij komen, gaat het uiteindelijk ten koste van de onderwijskwaliteit."
Prestatiedruk
Op hogeschool Fontys is tijdens de coronaperiode juist geëxperimenteerd met het afschaffen van het bsa en daar zijn de resultaten veelbelovend. Volgens bestuursvoorzitter Joep Houterman konden studenten die anders zouden zijn weggestuurd toch succesvol door met hun studie. "Een deel van de studenten heeft last van de prestatiedruk die bij het bsa komt kijken. Ze vallen uit, worden onzeker en krijgen stress. Door hun meer tijd te gunnen kunnen ook deze studenten hun talenten ontwikkelen."
We blijken talent te verspillen met het bsa. Dat is niet goed voor de student, maar ook niet voor de maatschappij.
Naar aanleiding van het experiment heeft de instelling besloten het bsa vanaf studiejaar 2024/2025 te laten vervallen. "We blijken talent te verspillen met het bsa. Dat is niet goed voor de student, maar ook niet voor de maatschappij."
Houterman denkt niet dat loslaten van het bsa zal leiden tot veel extra werk voor docenten. "Zij blijven, net als nu, aandacht geven aan de individuele student. Ik wil die zorg niet wegschuiven. We moeten in de gaten blijven houden of we hiermee het goede doen."
Stok achter de deur
Minder studiedruk, meer ademruimte. Studenten aan hogeschool Fontys reageren voorzichtig positief op het plan: "Zeker mensen die heel graag willen, maar misschien moeite hebben met studeren of met mentale klachten worstelen door corona, kunnen hierdoor iets voortzetten wat ze heel interessant en leuk vinden", luidt een van de reacties.
Toch zijn er ook sceptische geluiden. In een studentenhuis in Eindhoven zijn de bewoners het unaniem eens: het bsa moet blijven. Zij zien het als een goede stok achter de deur om een tandje bij te zetten wanneer het even wat minder gaat. "Ik vond mijn studie heel leuk, maar ik deed niet echt mijn best", zegt student technische bedrijfskunde Kazimir Breuer. "Door het bsa kreeg ik het besef dat ik echt mijn best moest doen om het wel te halen. Uiteindelijk heb ik de 45 punten gehaald en ben ik naar het tweede jaar gegaan."