Felle gevechten om zoutmijn Oekraïne
Van de ruim tienduizend oorspronkelijke inwoners zijn er nog 559 over in Soledar, het Oost-Oekraïense plaatsje waar deze week hard wordt gevochten tussen Russische en Oekraïense troepen. President Volodymyr Zelensky noemde de situatie vannacht extreem moeilijk. Er "leeft bijna niemand meer" in Soledar, er staat er geen muur meer overeind en het gebied rond de stad ligt bezaaid met dode Russische militairen.
Vlakbij Soledar en de stad Bachmoet, waar ook om wordt gevochten, ligt een zoutmijn, met een groot netwerk ondergronds. Daar kunnen niet alleen militairen zich ongezien verplaatsen, maar ook tanks en gevechtsvoertuigen. We bespreken de situatie met Frans Osinga, hoogleraar Krijgswetenschappen aan de Nederlandse Defensie Academie. Ook over de vraag of het Westen zwaardere wapens moet leveren aan Oekraïne.
Spoedzorg onder druk
Urenlang wachten op een ambulance: in het Verenigd Koninkrijk is het al realiteit. Tot nu toe is daarvan in Nederland nog geen sprake, maar de grenzen van de spoedzorg zijn wel in zicht. De spoedeisende hulp van ziekenhuizen moeten noodstops inlassen, ambulances rijden langer rond dan de bedoeling is en in meldkamers merken ze dat de vraag toeneemt. Er wordt gezocht naar oplossingen, bijvoorbeeld door mensen al aan de telefoon vanuit de meldkamer te helpen.
Klimaatverhuizingen onafwendbaar
Wereldwijd passen steden en dorpen zich aan aan het extremere weer. Maar soms is de conclusie dat verhuizen verstandiger is. In de Verenigde Staten heeft de regering nu 130 miljoen dollar uitgetrokken om kwetsbare gemeenschappen te helpen bij hun klimaatverhuizing. De inheemse Makah-stam in vissersdorp Neah Bay, in het noordwestelijke puntje van de staat Washington, krijgt als een van de eersten nu een bijdrage in de verhuiskosten.
