78 procent bloeddonoren heeft coronabesmetting doorgemaakt

  • Arjan van der Linden

    redacteur Nieuwsuur

  • Arjan van der Linden

    redacteur Nieuwsuur

Meer dan driekwart van de mensen die in Nederland bloed doneren heeft inmiddels een coronabesmetting doorgemaakt, blijkt uit een meting van bloedbank Sanquin. Dat is fors meer dan bij de laatste meting in februari: toen had nog slechts 34 procent een infectie gehad.

Ook hebben de onderzochte donoren meer antistoffen tegen corona in het bloed dan bij eerdere metingen. "Terwijl dat cijfer eind 2021 nog fors aan het dalen was", zegt Hans Zaaijer, arts-microbioloog en onderzoeker bij de bloedbank. "Vooral oudere groepen blijken bij deze meting veel antistoffen in het bloed te hebben. Dat is goed nieuws voor de winter."

Uit de meting blijkt ook dat 99 procent van de bloeddonoren inmiddels antistoffen tegen het coronavirus heeft opgebouwd. Dat is iets meer dan in februari: toen was dat 98 procent.

Goed teken

Ook Anke Huckriede, hoogleraar vaccinologie aan de Rijksuniversiteit Groningen, noemt de nieuwe cijfers een goed teken. "Bijna iedereen heeft nu enige immuniteit", zegt ze. "Dat gaat helpen om te voorkomen dat mensen ernstige gevolgen van een corona-infectie ondervinden."

Dat vooral oudere groepen veel antistoffen in het bloed hebben is positief nieuws, al ligt het in de lijn der verwachtingen, zegt Huckriede. Die groep heeft immers al twee boosterrondes achter de rug.

Ook het grote aantal mensen dat al een besmetting heeft gehad, is met het oog op de toekomst een goed teken. "Mensen die een vaccinatie hebben gehad en daarnaast een infectie hebben doorgemaakt, hebben vermoedelijk een nog betere bescherming dan mensen die alleen geprikt zijn. Een infectie geeft naast antistoffen ook andere immuunresponsen die hun steentje kunnen bijdragen aan de bescherming."

40 procent van de 70-plussers is nog niet besmet geweest, die hebben sowieso baat bij vaccinatie

Hans Zaaijer

Wel plaatst ze een kanttekening bij die positieve cijfers over het hoge aantal antistoffen. Om echt te weten hoeveel bescherming die bieden, moet je eigenlijk weten tegen welke coronavariant de antistoffen zijn gericht. "Andere testen die specifiek naar antistoffen tegen de omikron-variant kijken, laten zien dat die over het algemeen ongeveer 5 keer minder voorkomen dan die tegen andere virusvarianten", zegt Huckriede. "Dat is een belangrijk gegeven, want omikron is de variant die nu vooral rondgaat."

Nog een belangrijke kanttekening: bloeddonoren zijn geen perfecte afspiegeling van de samenleving. "Zo is bekend dat mensen met een migratieachtergrond ondervertegenwoordigd zijn", zegt Zaaijer. "En vaak zijn donoren medisch geïnteresseerd, waardoor ze wellicht wat oplettender leven. Dat laatste kan erop wijzen dat het daadwerkelijke aantal mensen dat een besmetting heeft gehad nog hoger ligt dan uit deze meting blijkt."

Vaccinatie nog steeds belangrijk

Het hoge aantal gemeten antistoffen is geen signaal dat vaccineren overbodig is geworden, vindt zowel Zaaijer als Huckriede. "Uit de meting blijkt ook dat 40 procent van de 70-plussers nog niet besmet is geweest", zegt Zaaijer. "Die hebben sowieso baat bij vaccinatie." Van de donoren van 25 jaar en jonger heeft nog maar 10 procent nooit een infectie meegemaakt.

Daarnaast bestaat de groep bloeddonoren enkel uit gezonde mensen, die geen problemen hebben bij het aanmaken van antistoffen. Zaaijer: "Bepaalde kwetsbare groepen, zoals reumapatiënten, hebben waarschijnlijk minder antistoffen in het bloed."

Ook is het belangrijk om te bedenken dat de antistoffen tegen het coronavirus in het bloed op gegeven moment af beginnen te nemen, zegt Huckriede. "En we denken dat de antistoffen na elke booster op een hoger niveau blijven hangen dan bij de vorige prik."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl