Volgens Amerikaanse inlichtingendiensten overweegt Rusland het filmen van een 'nepaanval' in Oekraïne, zei een woordvoerder van de Amerikaanse regering afgelopen donderdag op een persconferentie. De Russen zouden een video willen maken waarin het lijkt alsof het Oekraïense leger een aanval pleegt op Russisch sprekende mensen of grondgebied. Die beelden zouden Poetin dan weer een excuus kunnen geven voor militaire actie, zoals het binnenvallen van Oekraïne.
Maar de Amerikanen krijgen kritiek op het gebrek aan bewijs voor hun bewering. En dat kan Pien van der Hoeven, historicus en auteur van het boek Spoken. Nepnieuws en de Amerikaanse oorlogen in Vietnam en de Golf, zich wel voorstellen. In haar boek beschrijft ze allerlei voorbeelden van beweringen vanuit de Amerikaanse inlichtingendiensten die later niet waar bleken te zijn. "Voor westerse mensen is dat soms verrassend, daar wil je bijna niet aan."
In de persconferentie van donderdag kreeg de Amerikaanse journalist Matt Lee het aan de stok met een woordvoerder van de Amerikaanse regering. Lee bleef doorvragen over het gebrek aan concreet bewijs, en dat leverde een interessante confrontatie op.
Bekijk dat gesprek hieronder.
"Die discussie, dat is fantastisch", zegt Van der Hoeven. "Hadden journalisten dit maar gedaan in de Irakoorlog en de Golfoorlog. Hij gaat er gewoon niet mee akkoord dat die voorlichter geen bewijs produceert en van journalisten verwacht dat ze hem op zijn woord geloven, want "dit is info van de Amerikaanse overheid".
Acteurs en wapens
Volgens de inlichtingendiensten zou Rusland plannen hebben voor het in scene zetten van een "zeer schokkende propagandavideo", schrijft The Washington Post. Daarin zouden onder meer acteurs te zien zijn, zoals mensen die doen alsof ze een lijk zijn of rouwen, maar ook zogenaamd verwoeste gebieden, en beelden van door het Westen aan Oekraïne geleverde 'wapens'. De Amerikaanse regering komt daarmee nu naar buiten, zegt de woordvoerder, om Rusland voor te zijn.
"Die woordvoerder zegt: we besloten dit te declassificeren, en vervolgens geven ze die declassified informatie helemaal niet", zegt Van der Hoeven. "Ik heb veel van dit soort video's gekeken voor mijn boek, en voorlichters konden lang de grootste onzin vertellen, en geen journalist die er tegenin durfde te gaan. Dit is wel echt bijzonder, dat het zo hard-tegen-hard gaat. Maar tegelijkertijd moeten we natuurlijk in ons hoofd houden dat Poetin voortdurend van desinformatie gebruikmaakt, met name voor binnenlands gebruik, om een externe vijand te creëren."
De Amerikaanse overheidsvoorlichting die ik in mijn boek op een rijtje zet, staat bol van de leugens, de hele tijd.
Zo ging er tijdens de Krimoorlog in 2014 een bericht rond dat het Oekraïense leger een kind van drie jaar had gekruisigd, wat Van der Hoeven "klassiek fake news" noemt. "Dat moeten we niet vergeten: dat we niet inzoomen op mogelijke Amerikaanse desinformatie, terwijl duidelijk is dat Poetin zich hier voortdurend van bedient. En voor journalisten die daar tegenin gaan, is geen ruimte in de Russische dictatuur. Dat dit gesprek in Amerika wordt gevoerd en opgenomen, en dat iedereen dat kan zien: dat is democratie."
Tegelijkertijd herinnert iedereen zich nog wel de 'massavernietigingswapens in Irak', waar de Amerikanen later over bleken te hebben gelogen. En zo beschrijft Van der Hoeven meer voorbeelden in haar boek. "Er is absoluut een patroon. Er zijn de anonieme ambtenaren en woordvoerders die nieuws insteken bij de pers op voorwaarde van anonimiteit, en het gescherm met geheime inlichtingen. Dat was zo bij het Tonkinincident in Vietnam, bij de Golfoorlog en de Irakoorlog."
Twee bekende voorbeelden van Amerikaanse en Russische zijde zijn de 'gestolen couveuses' die leidden tot de Eerste Golfoorlog, en een kind dat zou zijn gekruisigd door het Oekraïense leger. Bekijk die voorbeelden in de video hieronder.
Volgens Van der Hoeven werd met name de Amerikaanse overheid vroeger makkelijker geloofd. "De Amerikaanse overheidsvoorlichting die ik in mijn boek op een rijtje zet, staat bol van de leugens, de hele tijd. Ook sommige journalisten konden zich niet dat niet voorstellen, maar dat is veranderd. De scepsis is nu sterker, ook omdat er minder vertrouwen is in de overheid is."
Tegelijkertijd is het checken van dit soort beweringen van overheden ergens wel weer makkelijker, denkt ze. "Nieuwe media geven zowel meer mogelijkheden tot het insteken van nepnieuws als het falsifiëren daarvan. Tijdens de Spaanse Burgeroorlog (1936-1939) werd een volledige veldslag gefingeerd door een Engelse radicale journalist en een Russische agent. Ze wilden zo de Fransen overtuigen door te gaan met wapenleveranties, en dat lukte. Vandaag zou je nooit een veldslag voor waar accepteren als je daar geen beeldmateriaal van ziet. Maar dat wil niet zeggen dat het moeilijker is om het publiek te bedriegen: er zijn alleen technologisch meer geavanceerde middelen nodig. Vroeger was er net zo goed bedrog, maar dan stond het in de kranten."