Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid Ankie Broekers Knol.

Kabinet wil Nederlanderschap kunnen intrekken zonder toezicht en rechter

  • Jorn Jonker

    politiek verslaggever

  • Jorn Jonker

    politiek verslaggever

De minister van Justitie mag het Nederlanderschap intrekken van mensen die zich in het buitenland hebben aangesloten bij een terroristische organisatie. Een rechter hoeft zich daarover niet uit te spreken. Het kabinet wil nu met een nieuwe wet die tijdelijke bevoegdheid, die het kreeg wegens terroristische dreiging, permanent maken.

Het kabinet stelt bovendien voor om het extra toezicht op deze bevoegdheid te schrappen. Het leidt tot kritiek van de toezichthouder zelf en vanuit de Tweede Kamer.

'Slechte zaak'

In een brief aan het parlement slaat de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) alarm. Volgens het onafhankelijke orgaan leidt dit kabinetsplan tot een "toezichthiaat". De minister baseert een intrekking van het Nederlanderschap namelijk op staatsgeheime informatie, en de CTIVD mag als enige "realtime" meekijken hoe het kabinet met staatsgeheime documenten omgaat. Zo kan de commissie nu nog beoordelen of de minister zijn bevoegdheid doelmatig gebruikt.

D66 is ook ontevreden over het wetsvoorstel. "Meer bevoegdheden met minder toezicht, dat vonden wij al onwenselijk", zegt Kamerlid Hanneke van der Werf. "En nu blijkt dat de toezichthouder zelf buitenspel is gezet. Een zorgelijke gang van zaken."

De PvdA, die eerder afdwong dat de CTIVD deze toezichtfunctie kreeg, noemt het kabinetsplan "een slechte zaak".

CTIVD bracht nooit rapport uit

Staatssecretaris Ankie Broekers-Knol schrijft dat zij vindt dat het toezicht op deze bevoegdheid bij het parlement ligt. Bovendien zegt zij: de CTIVD heeft in de vijf jaar dat de minister deze bevoegdheid had, niet één rapport uitgebracht over de doelmatigheid ervan. En de CTIVD kan straks nog steeds de ambtsberichten van de veiligheidsdiensten controleren waarop de minister een intrekking baseert, stelt de staatssecretaris.

De CTIVD heeft inderdaad nooit een rapport uitgebracht over de doelmatigheid van het intrekken van het Nederlanderschap bij terroristen. Maar dat was omdat daar al een ander onderzoek naar liep, legt de dienst uit. En de CTIVD kan en zal inderdaad de veiligheidsdiensten blijven controleren, maar die kennis mag het niet gebruiken om de minister op de vingers te tikken.

Kortom: een toezichthiaat, volgens de CTIVD. Want ook het parlement kan niet altijd direct meekijken naar de staatsgeheime zaken waar de minister zich op baseert.

Deze maatregel verplaatst het probleem naar andere staten.

Raad van State

De Raad van State heeft ook kritiek op het wetsvoorstel, maar vooral om andere redenen. Toen de minister deze bevoegdheid in 2017 voor vijf jaar kreeg, was de raad al kritisch. Sindsdien werd de noodzaak voor de wet volgens de kabinetsadviseur alleen maar kleiner. "Voor de introductie van een permanente bevoegdheid bestaan op dit moment onvoldoende zwaarwegende argumenten", schrijft de Raad van State.

Tot nu trok het kabinet bij zeventien mensen het Nederlanderschap succesvol in (oorspronkelijk 24, maar de rechter draaide er twee terug en de minister vijf), bijvoorbeeld omdat ze voor IS vochten. Het kabinet schrijft dat geen van die mensen is teruggekeerd naar Nederland, om zo het succes van de maatregel te onderstrepen.

De Raad van State zegt daarop dat dit het verplaatsen van het probleem is: "Een maatregel die personen vanwege de potentiële dreiging die van hen uitgaat bewust buiten de grenzen van het Koninkrijk houdt, verplaatst het probleem naar andere in dit geval vaak fragiele staten." En daar kunnen vraagtekens bij worden geplaatst, ook vanwege de internationale rechtsorde, schrijft de raad.

'Ze ontkomen aan vervolging'

Bovendien leidt het intrekken van het Nederlanderschap ertoe dat deze mensen niet worden vervolgd voor hun gruwelijke daden, volgens de raad. "Effectieve vervolging kan alleen plaatsvinden als een betrokkene naar Nederland wordt over- of uitgeleverd. Dit wordt door de intrekking van het Nederlanderschap, gepaard met de gelijktijdige ongewenstverklaring, echter onmogelijk gemaakt."

Het Openbaar Ministerie heeft om die reden in zeventien gevallen aan de minister gevraagd om af te zien van intrekking. Geen enkele keer gaf de minister daaraan gehoor. In het nieuwe wetsvoorstel en de toelichting wordt dit niet gemeld, merkt de Raad van State kritisch op.

In een reactie op de Raad van State schrijft Broekers-Knol: "Van geval tot geval wordt het belang dat wordt gediend met de intrekking van het Nederlanderschap (het beschermen van de nationale veiligheid) afgewogen tegen het belang van strafrechtelijke vervolging. Die afweging kan er inderdaad toe leiden dat de nationale veiligheid in het concrete geval prevaleert, ook als dat betekent dat strafrechtelijke opsporing en vervolging wordt bemoeilijkt."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl