De structurele ongelijkheid tussen sociale groepen wordt niet kleiner, terwijl er wel veel beleid is gevoerd om die kloof te verkleinen. Dat constateert het Sociaal en Cultureel Planbureau vandaag in hun rapport Verschil in Nederland. In het onderzoek wordt een vergelijking gemaakt tussen 2014 en 2020.
"Het gaat dan om grote verschillen in zelfredzaamheid tussen burgers, vooral tussen mensen die meer en minder toegang hebben tot hulpbronnen zoals werk en inkomen, sociale netwerken, zorg en ondersteuning of opleiding", zegt Kim Putters, directeur van het SCP in Nieuwsuur. "Steeds weer zien we in ons onderzoek groepen kwetsbare burgers terug die al jaren achterblijven, mede doordat de achterstanden zich bij hen opstapelen op meerdere vlakken."
Een van de redenen dat kwetsbare burgers steeds verder in de problemen komen, is de complexiteit van het toeslagensysteem, aldus Amma Asante, voorzitter van de Landelijke Cliëntenraad. "De overheid kent mensen van tevoren geld toe en kijkt achteraf pas of ze dat hadden mogen krijgen. Als ze dan alles moeten terugbetalen komen ze in de schulden en dat zorgt voor de 'werkende armen'."
Ook Putters beaamt dat het deels komt door de "ingewikkelde regelgeving" en dat mensen moeite hebben om het "juiste loket" te vinden. "Er is een groep die structureel achterblijft en niet serieus worden genomen. Dat weten we al heel lang en het kabinet zegt dat ze daar iets aan gaan doen, maar we zien te weinig dat de positie verbetert."
Duizenden euro's terugbetalen
Wie achteraf toch net te veel geld heeft verdiend, moet soms de volledige toeslag terugbetalen. "Deze mensen om wie het gaat, die hebben vaak geen vette spaarpot die ze kunnen leegtrekken als er zo'n naheffing komt", zegt Asante. "Mensen bouwen hierdoor schulden op waar ze niet om hebben gevraagd. Het zijn schulden die de overheid heeft veroorzaakt door een veel te complex stelsel."
Alex Schepel is één van de mensen die telkens in onzekerheid zit over de toeslagen voor zijn gezin. Zijn vrouw heeft een half jaartje gewerkt om wat extra geld in het laatje te brengen en dit hadden ze aangegeven, maar toch bleek achteraf dat ze te veel toeslag hadden gekregen. Ook hun inwonende dochter moet nu goed opletten hoeveel geld zij mag verdienen in haar eerste baan:
"Het gaat om de vraag of het goed gaat met mensen", zegt Putters. "Dus niet alleen of het goed gaat op de arbeidsmarkt, hoeveel ze kunnen werken en hoe zeker hun werk is. Maar het is ook vaak gekoppeld aan schulden of onzekerheid, de zorgrekening, en vaak is er met de kinderen op school ook wat aan de hand. Het is een stapeling van problemen. De groep mensen die daarmee te maken heeft is vrij fors, zo'n 28 procent van de bevolking, en daar is het niet beter mee gegaan."
"We vragen de meeste inspanning van de mensen die dat het minste kunnen opbrengen", zegt Asante. "Het persoonlijke contact van mens tot mens is nagenoeg verdwenen als je dit soort dingen moet regelen en dat moet echt terug."
Polarisatie
Putters realiseert zich dat er altijd verschillen zullen blijven en dat de overheid niet alles op kan lossen. "Maar waar de overheid wel verantwoordelijkheid heeft, is dat zij sommige groepen structureel op achterstand zet. Het probleem is dat de samenleving het gevoel heeft dat ze er niet op kunnen vertrouwen dat je door hard werken, je best doen en goed contact, vooruit komt. Dat brengt de samenleving in mineur en polariseert."
"Er is een realiteitscheck nodig op overheidsbeleid", vindt Putters. "Alléén kijken naar vaster werk is niet de hele oplossing. Het gaat ook om de belastingpapieren, een aanmaning van de zorgverzekeraar, de uitvoerbaarheid van de regels. Nu raken mensen verstrikt en houden hun hoofd niet meer boven water. We moeten terug naar de menselijke maat."