Een druk kruispunt in Tokio

Is er kans op horrormutaties? 'Virus heeft baat bij minder dodelijk zijn'

De besmettingscijfers van het coronavirus zijn de afgelopen weken opvallend stabiel. Hoewel het aantal gezette prikken gestaag blijft stijgen en inmiddels boven de 22 miljoen ligt, schommelt het aantal positieve tests tussen de twee- en drieduizend per dag.

"Het is de algemene aanname onder virologen dat er een dusdanig grote groep mensen ontvankelijk blijft voor het coronavirus dat het nooit meer weggaat", zegt Eric Snijder, hoogleraar moleculaire virologie aan het Leids Universitair Medisch Centrum. "Denk aan jonge kinderen en zuigelingen die weinig te winnen hebben bij vaccinatie, de mensen die het vaccin weigeren en de groep waarbij het niet werkt omdat ze een immuunstoornis hebben of bepaalde medicijnen gebruiken."

Snijder bestudeert al dertig jaar coronavirussen en wordt ook wereldwijd als expert op dit onderwerp gezien. In 2012 werd hij gekozen tot lid van de American Academy of Microbiology. We blikken met hem vooruit op de volgende fase van de pandemie én op mogelijke toekomstige pandemieën. Waar moeten we de komende tijd rekening mee houden?

Horrormutaties?

De grote angst is dat het virus muteert tot een variant die dodelijker, besmettelijker of resistenter is tegen vaccins. Maar aan mutaties kunnen ook een positieve kant zitten, zegt Snijder. "De oude gedachte is: een virus dat zijn gastheer ernstig ziek maakt doet zichzelf geen plezier, want dat zal zich slechter verspreiden. Een virus kan er dus voordeel bij hebben zich te ontwikkelen tot een minder ziekmakende variant."

Het is de vraag of het SARS-coronavirus-2 hier de eigenschappen voor heeft. "Het is in ieder geval een stuk minder dodelijk dan zijn voorganger, het eerste SARS-coronavirus."

Dat betekent niet dat een 'horrormutatie' uitgesloten is. Het hogere sterftecijfer van SARS betekent immers ook dat een virus uit dezelfde familie met dezelfde eigenschappen de potentie heeft veel gevaarlijker te zijn dan covid-19 nu is, benadrukt Snijder. "Het is daarom vooral belangrijk dat overheden investeren in het vroeger detecteren van uitbraken en het paraat hebben van middelen die meteen kunnen worden ingezet in het geval dat zo'n voor de mens nieuw virus opduikt."

"Denk aan virusremmers met een brede werking tegen een hele virusfamilie. Absolute veiligheid kun je niet bieden, maar je zou zo wel de risico's aanmerkelijk kunnen indammen."

Doorgaan met versoepelen

Snijder vindt het niet vreemd dat er, ondanks de toenemende vaccinatiegraad, nog steeds dagelijks duizenden mensen besmet raken met het coronavirus. "Omdat de Deltavariant zo besmettelijk is en immuunrespons van mensen na vaccinatie verschilt per persoon, zul je ook bij een hoge vaccinatiegraad nog steeds duizenden besmettingen zien in een land als Nederland met miljoenen inwoners."

Het coronavirus-onderzoek heeft weliswaar veel nieuwe detailinformatie over dit ene virus opgeleverd, zegt Snijder, maar uiteindelijk toch weinig nieuwe inzichten met betrekking tot virusbestrijding. "Dit virus heeft in grote lijnen dezelfde eigenschappen als de al bekende coronavirussen die SARS en MERS veroorzaken, maar heeft mogelijk door een paar specifieke eigenschappen en een hoop toeval zijn kans gegrepen."

"Alle pogingen het virus te stoppen en de verspreiding van nieuwe varianten tegen te houden zijn gestrand in too little, too late. De strenge maatregelen hebben de zaak vertraagd, maar zeker niet tegengehouden."

Het is nu alsof we dagelijks naar het weerbericht kijken maar vergeten dat er een klimaatprobleem is.

Eric Snijder, viroloog

Ondanks dat corona voorlopig niet weg is, moeten we wel doorgaan met geleidelijk versoepelen, vindt Snijder. "We moeten leren leven met dit virus."

Dat betekent voor hem niet zomaar terug naar het oude normaal: "We zijn sinds de vorige eeuw heel veel gaan reizen, veel meer mensen zijn dicht bij elkaar gaan wonen. Bij eerdere uitbraken is geroepen: 'we gaan een keer pech hebben!' Dit was de klap die we hadden kunnen zien aankomen."

Toekomstige pandemieën

Snijder vindt dan ook dat de coronapandemie een belangrijk signaal is dat we beter na moeten denken over onze pandemic preparedness: de manier waarop we ons voorbereiden op toekomstige pandemieën, zowel individueel als wereldwijd. "Het is nu alsof we dagelijks naar het weerbericht kijken maar vergeten dat er een klimaatprobleem is. We zouden moeten investeren in de middellange termijn van het bestrijden van dit soort infectieziekten."

Hoe dat er concreet uitziet? "We weten bijvoorbeeld al lang dat de griepproblematiek deels is gelinkt aan virussen afkomstig uit varkens en pluimvee. We moeten dan ook verstandiger omgaan met dit soort landbouw-dieren, en uiteraard ook met ons wildlife. Het mes zou daarbij aan twee kanten kunnen snijden: minder vlees eten beperkt niet alleen onze virusproblemen, maar helpt ook bij het bestrijden van de klimaatproblematiek."

Een gezonde samenhang tussen dierenwereld, mensenwereld en milieu is dus erg belangrijk, ook wel aangeduid met het One Health concept. "De bevolkingsdichtheid is natuurlijk ook een belangrijke factor, het samenwonen in steden. Deze pandemie is een lesje geweest in hoe maakbaar onze planeet eigenlijk is. Dat blijkt dus best wel tegen te vallen, want een relatief simpel organisme kan de boel behoorlijk in de war sturen. En we hebben daar nauwelijks een antwoord op."

Belangrijke kanttekening: die pandemic preparedness is een internationaal concept, waarschuwt Snijder. "Zolang we blijven reizen, vliegen en migreren zullen er virussen meekomen. Dus zal je moeten zorgen dat het wereldwijd onder controle komt."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl