Het ministerie van VWS wil nog niet zeggen of het de alternatieve werkwijze van Wob-verzoeken wil aanpassen, na de uitspraak van de rechter gisteren. In die uitspraak oordeelde de rechtbank dat de handelswijze van het departement niet conform de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) verloopt. Demissionair minister Hugo de Jonge zegt vandaag "goed te kijken naar de uitspraak en wat die voor de werkwijze betekent."
Sinds het begin van de coronacrisis hanteert het ministerie een alternatieve werkwijze bij Wob-verzoeken, waarbij een verzoek niet individueel wordt beoordeeld. In plaats daarvan bepaalt het ministerie zelf welke informatie op welk moment naar buiten komt. Volgens De Jonge is dit onvermijdelijk vanwege de grote hoeveelheid documenten en Wob-verzoeken.
'Ja joh, het was crisis'
De Jonge zegt nu dat het ministerie altijd transparant wilde zijn, maar daar simpelweg niet aan toekwam doordat het te veel werk in crisistijd was. De rechtbank wijst erop dat De Jonge kennelijk geen aanleiding heeft gezien om "specifieke wettelijke voorzieningen" op te stellen.
"Ja joh, het was crisis," zegt De Jonge daarop. "En ondanks die crisis doen we alles om zo transparant mogelijk te zijn. En dat betekent dat wij alle documenten ter beschikking willen stellen aan iedereen die daarom vraagt." De minister wil niet ingaan op de vraag hoe hij aankijkt tegen het oordeel van de rechter, dat de zogenaamde 'deelbesluiten' die hij neemt niet conform de Wob zijn.
Een Wob-verzoek moet normaal binnen acht weken worden behandeld. Nieuwsuur diende in mei 2020 drie Wob-verzoeken in, die nog steeds niet zijn behandeld. Naar aanleiding daarvan stapte Nieuwsuur naar de rechter.
De minister wil niet zeggen of het ministerie in hoger beroep gaat of niet. De rechtbank heeft gisteren geoordeeld dat de minister nu alsnog binnen twee maanden een besluit moet nemen over de drie Wob-verzoeken, op straffe van een verhoogde dwangsom.