Zevenhonderdéénenvijftig graven. Zonder steen, zonder gedenkteken. In de Canadese provincie Saskatchewan werden honderden graven gevonden die waarschijnlijk zijn van inheemse kinderen die de dood vonden op de nabijgelegen kostschool.
Wat er precies is gebeurd moet worden onderzocht, maar de vondst is een herinnering aan een zwarte bladzijde in de Canadese geschiedenis.
"Wat we nu gaan doen is namen geven aan de ongemarkeerde graven", zegt Cadmus Delorme, een voorman van de inheemse bevolking. "We willen onze geliefden eren die daar nu liggen. We willen er zeker van zijn dat we die plek behouden. Zodat veel mensen hier naartoe kunnen komen om te helen."
'Maak ze zoals wij'
Vanaf eind negentiende eeuw tot de jaren 70 van de twintigste, werden kinderen van inheemse volkeren gedwongen bij de ouders weggehaald om te worden 'verwesterd' in speciale scholen. Ze werden bekeerd tot het christendom, moesten hun taal en cultuur afleren en trouw zweren aan de Canadese natie. Overheidsfunctionarissen spraken in die tijd over de 'Indian problem'.
"Het idee was om de inheemse bevolking wit te laten worden", zegt Jeannette den Toonder van het Centrum voor Canadese studies. "Om ze te assimileren met witte Canadezen en ze hun hele achtergrond te laten vergeten. Het idee was: laat ze worden zoals wij."
Het gaat in totaal om 170.000 kinderen. In de kostscholen vonden vermoedelijk zo'n 6000 kinderen de dood, door mishandeling of verwaarlozing. Ook zijn er gevallen bekend van seksueel misbruik. Helemaal zeker is het aantal niet: veel archieven zijn verdwenen of worden nog steeds door de kerk geheim gehouden.
Nachtmerries
Ervaringsdeskundigen van de kostscholen vertellen over hoe hard ze werden behandeld. "Toen ik op kostschool zat, heb ik een keer meegemaakt dat mijn zus door een non werd geslagen", zegt Cora Voyager tegen CBC News. "Ik hoorde achter de deur gillen en huilen. Ik stond buiten en probeerde de kamer binnen te komen om haar te redden uit de handen van een non die wel buiten zinnen leek."
Voyager noemt het verschrikkelijk. "Iemand van wie je houdt wordt zo geslagen, en er is niets wat je er aan kunt doen."
Een andere getuige vertelt hoe een jongen zich had opgehangen in de badkamer. "Ik krijg er nog steeds nachtmerries van."
'Mijn hart breekt'
De Canadese minister-president Justin Trudeau liet zijn medeleven blijken over de vondst. "Mijn hart breekt voor de Cowesses First Nation na de ontdekking van de inheemse kinderen bij de voormalige Marieval Residential School", schreef hij op Twitter. "We kunnen ze niet terughalen, maar we zullen de herinnering aan hen eren en we zullen de waarheid vertellen over dit soort onrechtvaardigheden."
De paus reageerde ook op de vondst bij de katholieke school. Hij noemt het een 'droevige zaak'. Wat hij niet deed, was excuses maken, iets waar de First Nations in Canada wel op aan sturen. Het Vaticaan beschouwt de zaak echter als de verantwoordelijkheid van Canada, uit wiens naam het gebeurde, niet de Rooms-katholieke kerk.
"De paus moet excuses aanbieden voor wat er is gebeurd op de kostschool", vindt voorman Delorme. "Die excuses zullen één stap zijn in het lange proces van heling."