Raad voor het Openbaar Bestuur wil minister voor Digitale Zaken

  • Sarah Bürmann en Nynke de Zoeten

  • Sarah Bürmann en Nynke de Zoeten

De politiek moet burgers veel beter beschermen tegen de uitdijende datahonger van overheid en bedrijven. Dit stelt de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) vandaag in zijn advies 'Sturen of gestuurd worden'. Er is te weinig kennis bij politici, waardoor de democratische controle tekortschiet. De ROB pleit daarom voor een minister voor Digitale Zaken.

"We zien bij de toeslagenaffaire wat er mis kan gaan als er ongecontroleerd data worden verzameld en geanalyseerd", zegt Miranda de Vries van de ROB. "Niemand legt verantwoording af hoe een beslissing is genomen. Wij zeggen: doe dat transparant. Als een politieagent een woning binnentreedt, moet hij ook verantwoording afleggen. Maak ook goede regels voor de digitale wereld."

De Tweede Kamer constateerde vorig jaar al dat ze te weinig grip heeft op digitalisering. Daarom is er in de Kamer een speciale commissie voor digitale zaken opgericht. Rudy van Belkom van de Stichting Toekomstbeeld der Techniek vindt dit hoog tijd. Hij maakte de 'Technologie Kieswijzer' en sprak daarvoor met partijen die meededen aan de Tweede Kamerverkiezingen.

Dit is een tweede toeslagenaffaire in de maak.

Rudy van Belkom, Stichting Toekomstbeeld der Techniek

"Technologie is politiek gezien nog geen volwassen onderwerp", zegt hij. Zo zijn de standpunten van partijen vaak "onsamenhangend" of ontbreken die zelfs helemaal in het verkiezingsprogramma. "Er wordt te weinig fundamenteel debat over gevoerd."

'Algoritmes zijn niet objectief'

Oud-Kamerlid Kathalijne Buitenweg was voorzitter van de commissie die concludeerde dat er te weinig kennis is bij de Kamer. In haar boek 'Datamacht en tegenkracht' roept zij haar lezers op om niet naïef te zijn over de keerzijde van digitalisering. "Het is belangrijk om te weten dat techniek niet neutraal is, dat algoritmes niet objectief zijn. We moeten veel beter bepalen wat wel en niet aanvaardbaar is".

Buitenweg noemt het fraude-opsporingssyteem SyRI als meest pijnlijke voorbeeld van gebrekkige politieke aandacht. Met dat systeem werden potentiële fraudeurs opgespoord, door allerlei gegevens van overheidsinstanties aan elkaar te koppelen. De Kamer nam deze wet in 2014 als hamerstuk aan: zonder er zelfs maar over te debatteren. Later verbood de rechter SyRI, vanwege de niet te verantwoorden inbreuk op de grondrechten.

"In de Kamer werd ook breed gevoeld: we hebben echt iets gemist." Toch stemde de Tweede Kamer in december voor de Wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden. "De opvolger van SyRI", volgens Buitenweg.

'Nieuwe toeslagenaffaire in de maak'

Door deze wet mag de minister van Justitie en Veiligheid overheden en bedrijven aanwijzen die gegevens van burgers met elkaar mogen delen om fraude of ondermijning op te sporen. Deze zogenoemde samenwerkingsverbanden kunnen op zeer grote schaal informatie over burgers uitwisselen, waar dat gewoonlijk niet is toegestaan. Zonder dat mensen het weten kunnen ze als mogelijke fraudeur of crimineel op lijsten komen.

Van Belkom vindt het "schrijnend" dat de Kamer voor de nieuwe wet stemde op de dag dat het rapport over de toeslagenaffaire werd gepresenteerd. "Dit is een tweede toeslagenaffaire in de maak." Het onderwerp stond niet hoog op de agenda bij de Kamerleden. "Niet eens de helft van de fracties was aanwezig", herinnert Buitenweg zich.

De Tweede Kamerfractie van de PvdA stemde in december 2020 voor de wet, maar vindt het met de kennis van nu geen goed idee meer. "Er zitten te weinig waarborgen in voor onschuldige burgers om net als bij de toeslagenaffaire op fraudelijstjes terecht te komen", licht PvdA-kamerlid Barbara Kathmann toe.

Dat haar partij van standpunt veranderde, legt Kathmann uit als "voortschrijdend inzicht". De Eerste Kamerleden zijn nu aan zet. Zij wachten op extra adviezen van onder meer de Raad van State en het College voor de Rechten van de Mens. Daarna stemmen de parlementariërs over de wet.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl