De invoering van een maatschappelijke dienstplicht in de zorg zou een optie kunnen zijn om in de toekomst crises het hoofd te bieden. Dat heeft Klaas Knot, president van de Nederlandsche Bank (DNB), gezegd in Nieuwsuur.
De pandemie heeft aangetoond dat Nederland te weinig zorgbuffers heeft voor in crisistijd, vindt Knot. "Het gaat dan niet per se om nieuwe ziekenhuizen die we leeghouden en waar we één keer in de twintig jaar het licht aandoen. Maar het gaat wel om de capaciteit, het kunnen opschalen in crises. Die capaciteit is er kennelijk ook niet."
Personeel is het grootste knelpunt, en extra mensen "kunnen we ook niet in één keer uit de grond trekken", erkent Knot. Hij denkt dat er oplossingen zijn om toch sneller te kunnen opschalen. "Je kunt natuurlijk, net zoals we vroeger dienstplicht hadden in het leger, iets van een maatschappelijke dienstplicht richting verpleegkundigen kunnen overwegen. Maar dat vereist wel voorbereiding."
'Wacht met bezuinigen'
Minder zorgen maakt Knot zich over de financiën van het land. "Het feit dat wij zo royaal de Nederlandse economie hebben kunnen ondersteunen tijdens corona, is te danken aan het feit dat wij goed buffers hadden aangelegd. Buffers in de overheidsfinanciën, maar ook bij banken. Die hadden veel betere buffers dit keer."
"De zorg is de enige uitzondering. Daar is de kwetsbaarheid van blootgelegd en dat lijkt me ook iets waar in de kabinetsformatie absoluut aandacht voor zou moeten komen."
Buiten de zorg benadrukt Knot vooral het belang van niet overhaast bezuinigen op de overheidsuitgaven. De loonsteun voor bedrijven moet bijvoorbeeld niet te snel worden gestopt, vindt hij. Over het oplopende begrotingstekort of de staatsschuld maakt hij zich niet zo'n zorgen. "Als we kijken naar het tekort in 2020 (zo'n 6 procent, red.), schatten we dat ongeveer vier procentpunt te maken heeft met de huidige steunmaatregelen. Die gaan vanzelf weer uit het tekort lopen op het moment dat we met de steun ophouden."
"De oploop van de staatschuld door corona moeten we voorlopig even accepteren zolang de economie kwetsbaar is. Zo lang de rente laag is, is er geen noodzaak om dat versneld te gaan aflossen."
Er zijn gewoon veel meer mensen die op dit moment willen sparen dan dat er bedrijven zijn die bereid zijn om te investeren.
Veel drukker maakt Knot zich over de huizenmarkt, waar de prijzen ondanks de crisis snel blijven stijgen. "De situatie op de Nederlandse huizenmarkt is de consequentie van een forse onevenwichtigheid op de markt: een groot gebrek aan woningen in alle segmenten en daarnaast hebben we nog steeds het beleid in Nederland dat de vraag naar huizen financieel zoveel mogelijk wordt aangejaagd. Dat gebeurt door zowel belastingregelingen, ruime leennormen en hier en daar ook goedbedoelde initiatieven richting de starters die uiteindelijk alleen maar in hogere prijzen terechtkomen."
Met dat laatste doelt Knot op het afschaffen van de overdrachtsbelasting. Notarissen en banken vrezen dat die maatregel starters niet helpt bij het vinden van een huis, maar de prijzen juist doet stijgen.
'Rente laag door structurele factoren'
De hoge huizenprijzen zijn óók mede het effect van het beleid van de Europese Centrale Bank (ECB), waarin Knot zelf meebestuurt. De ECB houdt het belangrijkste rentetarief waartegen banken geld kunnen lenen laag om mensen en bedrijven te stimuleren meer te kopen en te investeren en zo de inflatie te verhogen. Een lage rente is een van de factoren die de huizenprijzen hoog houden.
Volgens Knot is de rente op bijvoorbeeld hypotheken vooral zo laag door structurele factoren. "Er zijn gewoon veel meer mensen die op dit moment willen sparen dan dat er bedrijven zijn die bereid zijn om te investeren. Dat zijn veranderingen die eigenlijk al decennialang zich voltrekken."
Kijk hier het hele gesprek terug met Knot: