'Nul procent overdrachtsbelasting maakt het voor starters niet makkelijker'

Dat starters sinds 1 januari geen overdrachtsbelasting meer betalen, moet ze meer kans geven op de overspannen woningmarkt. Maar de Rabobank en de notarissen verwachten juist een tegengesteld effect. Ze denken dat starters het geld dat ze besparen zullen gebruiken om meer te bieden op woningen.

Daardoor zullen de huizenprijzen nog verder stijgen, terwijl het aanbod al zo beperkt is. Zeker nu uit cijfers van de beroepsorganisatie van notarissen blijkt dat beleggers op grote schaal huizen hebben gekocht, omdat zij vanaf dit jaar juist meer overdrachtsbelasting moeten betalen.

"Op een huis van drie ton bespaar je toch zo'n 6000 euro aan overdrachtsbelasting, dat is voor starters een financieel steuntje in de rug", zegt Carola de Groot, woningmarktspecialist van de Rabobank. "Maar dat financiële voordeel zullen ze waarschijnlijk gebruiken om meer te bieden, in het heetst van de strijd."

En op die manier verhogen de starters de koopprijs, waardoor ook de huizenprijzen verder zullen stijgen, zegt Annerie Ploumen, voorzitter van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie. "De nieuwe wet maakt het hierdoor in ieder geval niet makkelijker voor starters om een woning te vinden."

Staatssecretaris Hans Vijlbrief van Financiën zegt dat het klopt dat de maatregelen een licht prijsopdrijvend effect hebben. "Maar starters krijgen hierdoor een relatief betere positie op de gespannen woningmarkt. Dus het werkt niet averechts", zegt Vijlbrief. "Voor starters wordt 2021 een beter jaar."

Starters Joram en Melany zoeken al maanden naar een huis. Hun budget is maximaal twee ton. Ze vissen steeds achter het net, omdat er in die prijsklasse bijna geen huizen te koop staan. Het is maar de vraag of het ontbreken van de overdrachtsbelasting hen gaat helpen:

'Leuk huis, maar we moeten het eerst maar eens zien te krijgen'

De huizenprijzen stegen in het afgelopen jaar al flink. "Beleggers wilden nog profiteren van het lage tarief van twee procent", zegt De Groot. "Zij hebben hun aankopen voor 1 januari gedaan, waardoor er een extra vraag naar woningen ontstond. Het aanbod werd kleiner en de prijzen dus hoger."

"In december 2020 is het aantal aangekochte huizen 55 procent hoger ten opzichte van 2019", zegt Ploumen. "Dat zijn met name beleggers die woningen en bedrijfspanden opkopen, omdat de overdrachtsbelasting voor dit specifieke vastgoed per 1 januari omhoog is gegaan."

Volgens de staatssecretaris was dat natuurlijk niet de bedoeling, maar had hij dat effect wel verwacht. Hij gaat ervan uit dat investeerders na 1 januari minder panden gaan kopen en starters meer. "Wat er met de prijzen van de woningen gaat gebeuren, weten we niet. Het is in ieder geval een zetje in de rug van de starters."

Bouwen, bouwen, bouwen

Wat starters uiteindelijk echt gaat helpen? "Dat we meer gaan bouwen", zegt staatssecretaris Vijlbrief. "Het kabinet heeft de afgelopen jaren al 75.000 woningen per jaar bijgebouwd, maar voor het volgende kabinet ligt er ook een enorme opgave."

Woningmarktspecialist De Groot onderstreept dat. "Op dit moment komen we 331.000 huizen tekort, volgens het ministerie van Binnenlandse Zaken." De verwachting is dat dit tekort verder gaat oplopen. "Naar 419.000 huizen richting 2025."

Daarom moeten we volgens Ploumen projectontwikkelaars een handje helpen met reële grond- en erfpachtprijzen in de steden. "Om te zorgen dat zij de mogelijkheid hebben om die starterswoningen te bouwen en aan te bieden. Dat is denk ik de echte oplossing."

Bekijk ook deze video waarin Nieuwsuur creatieve initiatieven onderzoekt om de doorstroom op de woningmarkt op gang te brengen:

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl