Na de geboorte van hun kind heeft bijna de helft van de partners betaald verlof opgenomen. Sinds een klein half jaar is dat mogelijk. Zo'n 44 procent van de partners - meestal vaders - heeft dat gedaan, al zal dat percentage waarschijnlijk nog stijgen. Gemiddeld namen ze 4,1 weken verlof op, blijkt uit navraag van Nieuwsuur bij het UWV.
De verwachting van de overheid is dat driekwart van de partners gebruik zal maken van de mogelijkheid tot het opnemen van partnerverlof. Of dat gaat gebeuren, moet nog blijken. Mensen kunnen het verlof over zes maanden spreiden en de uitkering pas achteraf aanvragen, dus het percentage loopt nog op.
Wat zijn de nieuwe regels?
Vroeger hadden partners recht op slechts twee dagen verlof na de geboorte, twee jaar geleden werd dat naar vijf dagen uitgebreid. Sinds 1 juli van dit jaar kunnen partners daarnaast maximaal vijf weken aanvullend geboorteverlof opnemen.
In die periode krijgt de partner 70 procent van zijn of haar dagloon betaald, via een uitkering van het UWV. Voor het dagloon geldt een maximum van 222,78 euro. Daardoor kan bij een hoger inkomen het salaris afnemen met meer dan 30 procent. Sommige werkgevers vullen de uitkering aan tot 100 procent.
Jeroen van Vliet nam na de geboorte van zijn dochter vijf weken verlof op. Robin van Tilburg is een zzp'er die geen gebruik kon maken van de nieuwe verlofregeling. Hij koos er toch voor om de eerste weken na de geboorte van zijn dochters niet te werken.
De ingesleten patronen waarbij de man werkt en de vrouw zorgt zullen door het nieuwe partnerverlof nauwelijks doorbroken worden, vreest bestuurssocioloog Mark van Ostaijen. "Vijf weken is niks", zegt Van Ostaijen. "Er valt weinig van te verwachten. De uitkering zou naar 80 procent van het salaris moeten." Bovendien hebben zzp'ers niets aan de regeling, merkt hij op.
Hoewel de regeling eraan moet bijdragen dat de verschillen tussen vaders en moeders afnemen, blijkt vandaag dat Nederlandse mannen nog net zoveel uren werken als hun vaders en grootvaders. Dat komt naar voren uit de vandaag uitgekomen tweejaarlijkse Emancipatiemonitor.
Vooral levens van vrouwen veranderen
Het verschil is opnieuw kleiner geworden, maar dat ligt vooral aan vrouwen. Die zijn economisch zelfstandiger geworden; zo'n 64 procent is nu economisch zelfstandig. Hun arbeidsparticipatie is gestegen: zij werken per week een half uur langer dan twee jaar geleden.
Bij mannen is er weinig veranderd. De gemiddelde arbeidsduur blijft al 40 jaar ongeveer hetzelfde. Mannen zorgen wel meer voor kinderen, maar dat wordt links of rechts wel ingehaald op het werk.
Dit is geen arbeidsmarktvraagstuk, maar een discriminatievraagstuk.
"De levens van vrouwen zijn heel erg veranderd", zegt Wil Portegijs van het Sociaal Cultureel Planbureau. "De arbeidsparticipatie en -duur neemt al jaren gestaag toe. Dat is heel positief. Het ideaal van veel jonge stellen is om de taken gelijk te verdelen, maar in de praktijk zien we dat vrouwen met jonge kinderen meestal in deeltijd werken, en dat mannen dan bijna allemaal voltijds werken."
We hebben te maken met een "traditioneel rolpatroon van voltijdsprinsjes en deeltijdprinsesjes", zegt Mark van Ostaijen. Hij doelt daarmee erop dat mannen vaak voltijd blijven werken, terwijl dat voor vrouwen niet geldt. "Als er kinderen komen is dat een breuk in het carrièrepad van vrouwen. Dat maakt dat het geen arbeidsmarktvraagstuk is, maar een discriminatievraagstuk. Het emancipatiebeleid is gebaseerd op het idee van een vrije keuze, maar de keuze is niet vrij."
Volgens Van Ostaijen zijn er twee oplossingen, maar daar is wel politieke wil voor nodig. "Laten we van de kinderopvang een betaalbare nutsvoorziening maken en de babyboete evenredig verdelen", zegt bestuurssocioloog Van Ostaijen. De babyboete is een term die het verschil in inkomens tussen ouders van verschillende geslachten aanduidt. Het inkomen van moeders maakt vaak een snoekduik na de geboorte van een kind - en dat verschil wordt in het latere leven niet meer ingehaald.
Van Ostaijen pleit voor hetzelfde beleid als in Finland en Zweden. "Daar krijgen ouders een bepaald aantal maanden te verdelen die ze dan kunnen opnemen rondom de geboorte."