"Je bent nog steeds een kutwijf. Fuck you. We weten waar je woont." Dit soort bedreigingen krijgt Juli Briskman uit de Amerikaanse staat Virginia nog dagelijks. En zij is niet alleen. Nieuwsuur sprak in de Verenigde Staten nog twee andere vrouwen die, ieder op hun eigen manier, polarisatie aan den lijve ondervinden.
Hun verhalen laten zien dat Amerika, dat bezig is aan de eindsprint richting de presidentsverkiezingen, een gespleten land is waar beide zijden nauwelijks met elkaar praten.
De middelvinger en wat er toen gebeurde
Op een dag in 2017 was Briskman aan het fietsen toen de autocolonne van president Donald Trump voorbijreed. Hij was op weg naar een van zijn golfbanen. Briskman "wilde haar mening duidelijk maken" en stak haar middelvinger op.
Na haar actie werd Briskman een lokale beroemdheid. Maar er kwam vooral veel haat:
Briskman plaatste de foto van haar actie op sociale media en werd om die reden ontslagen door haar werkgever. Ze besloot vervolgens zelf de lokale politiek in te gaan.
Stemmen in de staat Virginia kan nu al. Briskman heeft dat gedaan, vol overtuiging op Joe Biden.
Van vijf naar één ster door het wegsturen van een klant
Stephanie Wilkinson kwam midden in de cultuurstrijd tussen links en rechts terecht nadat ze een medewerker van Trump had weggestuurd uit haar restaurant. Er werd zelfs gedreigd met brandbommen. Toen haar dochter werd bedreigd, stapte ze naar de politie.
Wilkinson kreeg veel lof voor haar actie. "Mensen stuurden geld en zeiden; geef dit aan de bediening." Maar ook zij kreeg vooral bagger over zich heen:
Mensen die nog nooit in het dorp waren geweest, lieten na Wilkinsons actie online rampzalige recensies achter. "We kelderden van vijf sterren naar één." Inmiddels gaat het met het restaurant weer redelijk.
Wilkinson heeft al gestemd. "We mogen in Virginia 45 dagen voor verkiezingsdag stemmen. Ik koester het als een cadeautje. Ik blijf optimistisch dat we Trump wegstemmen en weer gaan herbouwen."
Het gezicht van de verdeeldheid
Het kookpunt van de polarisatie werd in 2017 bereikt in de stad Charlottesville. Een betoging van neonazi's ontaardde in geweld. Het is nog altijd een van de meest beladen hoofdstukken uit het presidentschap van Trump. En het kostte één van de demonstranten, Heather Heyer, haar leven.
Op de kruising waar Heather stief, wordt ze nog steeds herdacht. Maar voor uitgerekend haar eigen moeder voelt dat ergens ook wrang. Omdat zwarte slachtoffers van geweld diezelfde aandacht lange tijd niet kregen.
Susan Bro vindt dat alle aandacht voor haar dochter afleidt van het echte probleem:
Joe Biden heeft Charlottesville altijd doorslaggevend genoemd bij zijn besluit om zich te melden voor het presidentschap. Bro is doorgaans een zwevende kiezer, maar stemt dit jaar vol overtuiging tegen Trump. En met een stichting vernoemd naar haar dochter, zet ze zich actief in voor gelijke behandeling.
"Heather geloofde heilig in gelijke rechten voor iedereen. Ze streed voor lhbti-rechten en voor Black Lives Matter. Als zij ergens onrecht in zag, ging ze de strijd aan."