In het OMT-advies dat morgen wordt gepubliceerd, maar nu al in handen is van Nieuwsuur, wordt preventief gebruik van mondmaskers nog altijd niet geadviseerd voor de thuiszorg. In het advies staat dat mondmaskergebruik voor thuiszorgpersoneel "overwogen kan worden" en "per cliënt" moet worden "beoordeeld".
Dit terwijl preventieve mondkapjes wél geadviseerd worden voor verpleeghuizen, en het OMT er ook vanuit gaat dat (op basis van een opgestelde risicoafweging) de ouderenpsychiatrie en geriatrische afdelingen binnen de gehandicaptenzorg voor preventief gebruik in aanmerking komen.
Het advies roept alleen maar veel verwarring op, vindt Jos de Blok, oprichter van thuiszorgorganisatie Buurtzorg. "Je moet nu dus bij elke cliënt een afweging maken. Dat is de dagelijkse praktijk niet."
Wat De Blok betreft was het beter geweest dat het OMT mondkapjes wél adviseert, tenzij er in redenen zijn om daar van af te wijken. "Dit hele stuk ademt sfeer van 'ga het vooral niet doen als het niet nodig is'. We zitten in situatie dat er veilig gewerkt moet worden. Dus doe het wel."
Schaarste
Het Outbreak Management Team komt langzaam terug op zijn standpunt over mondkapjes in de ouderenzorg. Een half jaar lang zei het OMT dat het "niet nodig" was om bij de verzorging van ouderen uit voorzorg een mondkapje te dragen. Dat was vanwege de schaarste zelfs "ongewenst". Personeel in de verpleeg- en thuiszorg moest alléén beschermende kleding dragen als er ook een daadwerkelijke coronabesmetting was vastgesteld.
Sinds kort vindt het OMT dat medewerkers in bepaalde sectoren van de langdurige zorg tóch preventief mondkapjes moeten dragen als de situatie "zorgelijk" is ("tussen de 50 en 150 coronabesmettingen per 100.000 inwoners per week"). Door de mondkapjes te dragen moet voorkomen worden dat zorgmedewerkers het virus ongemerkt mee naar binnen nemen en ouderen besmetten.
Geen coronapatiënt, dan geen mondkapjes
De adviezen van het OMT bepalen mede de mondkapjesrichtlijn van het RIVM. En die RIVM-richtlijn bepaalt op zijn beurt weer welke zorginstellingen mondkapjes konden krijgen van de overheid, en hoeveel. Als een organisatie geen coronapatiënten in het bestand heeft, worden er in principe ook geen mondkapjes uitgedeeld.
In andere landen wordt het preventief gebruik van mondmaskers al veel langer geadviseerd. Zo was de regel in Duitsland vanaf maart al dat alle medewerkers in verpleeghuizen uit voorzorg mondmaskers moesten dragen. Ook als ouderen nog geen corona hadden. Personeel zou het virus namelijk ongemerkt, presymptomatisch, het verpleeghuis binnen kunnen brengen en zo ouderen kunnen besmetten. En daarop zouden andere zorgmedewerkers weer besmet kunnen raken.
Maar het RIVM zei in maart juist dat je zonder klachten niet besmettelijk kon zijn. Zorgmedewerkers die duidelijke coronasymptomen hadden moesten daarom thuis blijven, maar personeel zonder klachten kon gewoon met ouderen gaan werken. Zonder mondkapje.
Dit stond in maart op de site van het RIVM:
Ook toen in april de besmettingen in de Nederlandse verpleeghuizen bleven toenemen, en het OMT gewaarschuwd werd dat corona al een derde van die verpleeghuizen was binnengedrongen, bleef het adviesteam bij haar standpunt.
In juli vertelden zorgmedewerkers uit de verpleeg- én thuiszorgsector aan Nieuwsuur dat zij zich onveilig gevoeld hebben bij de adviezen van het OMT en het RIVM. Zij vertelden zich schuldig te voelen omdat naar hun idee het virus via hen bij de ouderen terecht is gekomen. Veel werden ziek, en een groot deel overleed. De ouderenzorgmedewerkers hadden graag een mondkapje gedragen, maar kregen dat niet. Het advies was immers dat dat niet nodig was.
Inmiddels, maanden nadat Duitsland dat al vastgesteld had, zegt het OMT dat coronapatiënten al twee dagen vóórdat ze klachten ontwikkelen besmettelijk kunnen zijn. En vindt het OMT daarom ook dat preventief gebruik van mondmaskers tijdens een tweede golf toch wél van belang is in verpleeghuizen. Maar voor medewerkers in de thuiszorg geldt dat advies dus nog altijd níet. Daar moet een dergelijk gebruik "per cliënt" bekeken worden.
Eerder onthulde Nieuwsuur al dat enkele belangrijke RIVM-coronarichtlijnen een magere wetenschappelijke basis hebben: