Lokaal geproduceerd voedsel is ongekend populair. Door de coronacrisis doen boerderijwinkels goede zaken en overal in Nederland bieden boeren en tuinders producten aan die anders veelal naar het buitenland zouden gaan. Zorgt de coronacrisis voor een omslag in onze voedselproductie, of blijft grootschalige import en export de norm?
Nederlandse markt herontdekt
Voor fruitbomenkweker Bob Hoogerdijk van Hoogeveen Plants in Boskoop was het schrikken toen in maart veel Europese landen in lockdown gingen. "Wij exporteren 90 tot 95 procent van al onze producten naar het buitenland. In die eerste weken liep onze omzet met de helft terug."
Er lag al een idee klaar voor een moestuin-concept voor kinderen: een pakketje met fruitplantjes, een bloembak en aarde, online besteld en bezorgd. Door de coronacrisis kwam de ontwikkeling in een stroomversnelling. Met bloempottenfabrikant Elho en Bol.com werd het concept ontwikkeld en een website gebouwd. Voor de Nederlandse markt.
Hoogerdijk is niet de enige in de land-en tuinbouwsector die Nederland herontdekt. Boerderijwinkels melden hogere omzetten en met initiatieven als Support Your Locals kunnen consumenten direct bij lokale aanbieders voedsel kopen.
Mensen zijn juist nu heel bewust bezig met: hoe leef ik en wat is essentieel?
Ook de Rabobank, de grootste financier van de Nederlandse landbouwsector, ziet toenemende aandacht voor voedsel van boeren in de buurt. "We waren voor de crisis al bezig met kortere ketens, maar door de crisis kreeg het extra wind en lucht", zegt bestuursvoorzitter Wiebe Draijer. "Het is een heel mooie manier om meer verbinding te krijgen tussen mensen in de stad en boeren die hun voedsel maken."
Daar weet Geert van der Veer alles van. In 2016 begon hij de eerste Herenboerderij, een gemengd boerenbedrijf waar groente en fruit wordt geteeld, maar waar ook varkens, koeien en kippen rondlopen. Dat is al bijzonder in een land waar specialisering decennialang het adagium was, maar de boerderij is ook nog eens eigendom van tweehonderd gezinnen uit de buurt.
Zij leggen 2000 euro in en krijgen voor een vaste vergoeding een groot deel van hun voedsel van de boerderij. "Ik merk een enorme toename in aandacht voor lokaal produceren door corona", zegt Van der Veer. "Mensen zijn juist nu heel bewust bezig met: hoe leef ik en wat is essentieel? We willen de mensen dichter bij hun eten brengen."
'We blijven van export afhankelijk'
Maar gaat lokaal produceren de landbouw echt veranderen? Nederland is op de VS na de grootste exporteur van land- en tuinbouwproducten ter wereld. De waarde van de export steeg de laatste jaren naar 94,5 miljard euro in 2019. Die producten gaan vooral naar EU-landen, maar ook naar bijvoorbeeld China.
Door de coronacrisis zijn onder meer de sierteelt, voorjaarsgroenten en fritesaardappelen geraakt. Er kwam extra noodsteun van 650 miljoen euro voor de getroffen bedrijven.
Draijer van de Rabobank verwacht dat de crisis de landbouw niet wezenlijk zal veranderen. "In omvang gaan de korte ketens maar om een klein deel, je blijft dus heel erg van export afhankelijk." Hij vindt dat ook geen probleem: de meeste export vindt plaats binnen een straal van 800 kilometer rond Nederland. "Dat is een hele goede basis voor verdere verduurzaming."
Compensatie van de overheid
Boer Van der Veer hoopt dat de ontwikkeling naar meer lokale productie versneld wordt, maar erkent dat het een lang proces zal zijn. Hij is mede-oprichter van Caring Farmers, een groep boeren die het anders wil doen. Hij hoop dat de overheid boeren die willen omschakelen, financieel gaat steunen.
"Ik vind dat de overheid investeringen die zijn gedaan door boeren en die door de crisis nu kapitaalvernietiging zouden worden, echt zou moeten compenseren. Zodat er daadwerkelijk stappen richting een andere toekomst gezet kunnen worden."