Jorn Jonker en Dieuwke van Ooij
Jorn Jonker en Dieuwke van Ooij
Het is voor arbeidsmigranten onmogelijk om afstand te houden in hun krappe woningen en daardoor is de kans op besmetting met corona 'levensgroot'. De arbeidsmigranten zelf zijn bovendien kwetsbaar en afhankelijk van hun werkgever. Dat zijn de belangrijkste conclusies van het Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten, onder leiding van oud-SP-leider Emile Roemer.
Het team wil snel oplossingen van het kabinet en werkgevers, bijvoorbeeld door maximaal twee personen per kamer toe te staan. Werknemers in kwetsbare sectoren zouden direct een eigen kamer moeten krijgen. Ook moeten migranten bijvoorbeeld per fiets of met een touringcar naar hun werk, in plaats van samen met huisgenoten in een krap busje.
Nieuwe besmettingshaarden voorkomen
Verder schrijft het team: "De gezondheid van arbeidsmigranten is van groot belang: uiteraard voor het welzijn van de arbeidsmigrant zelf, voor de samenleving om te voorkomen dat er nieuwe besmettingshaarden ontstaan en omdat de arbeidsmigranten een onmisbare bijdrage leveren aan sectoren zoals de voedselvoorziening, de bouw en de logistiek."
Vaak regelen werkgevers voor de migranten niet alleen de baan, maar ook huis, vervoer en zorgverzekering. Volgens Roemer maken sommige werkgevers misbruik van hun machtspositie. Werknemers durven er bijna niet over te klagen, bijvoorbeeld uit angst om de zorgverzekering te verliezen. Het team wil daarom dat de zorgverzekering van arbeidsmigranten een tijdje doorloopt zodra het werk stopt, zodat de migrant nieuw werk kan zoeken of naar huis kan gaan.
Roemer wil bovendien dat niet alleen de uitzendbureaus verantwoordelijk worden voor alle arbeidsomstandigheden, maar ook de opdrachtgevers die de werknemers inhuren.
Vergunningsplicht
Nu kunnen mensen met de verkeerde intenties nog te makkelijk een uitzendbureau starten, vindt Roemer. Hij wil daarom meer regulering van uitzendbureaus, bijvoorbeeld met een vergunningplicht.
Roemer schat in dat van de huizen waar arbeidsmigranten moeten wonen, vaak samen in kleine kamers, slechts een kwart voldoet aan de keurmerken. Verder schrijft hij dat 70 tot 80 procent van de arbeidsmigranten werkt voor een uurloon onder de 15 euro.
In politiek Den Haag was er eerder een pleidooi om te verbieden dat werkgever en huisbaas dezelfde persoon zijn. Dit om te voorkomen dat werknemers te afhankelijk worden van één partij. Roemer wil daar in een later advies op terugkomen omdat de oplossing toch niet zo eenvoudig blijkt te zijn. Als de arbeidsmigrant zelf zijn woning moet regelen, kan hij immers ook slachtoffer worden van misbruik. Het is voor een migrant lastig om hier zelf huisvesting te vinden, waardoor hij misschien nog slechter af is.
Roemer heeft "veel voorbeelden van goed werkgeverschap" gezien, maar helaas ook "veel slechte voorbeelden". Hij ziet dat bovendien lang niet altijd bekend is waar arbeidsmigranten wonen en ze zijn veelal niet ingeschreven in registers in Nederland. Daarbij is het toezicht enorm versnipperd, helemaal als werknemers hier in Nederland werken maar net over de grens in België of Duitsland worden gehuisvest. Dat gebeurt op grote schaal want daar is meer ruimte.
Centraal meldpunt
Arbeidsmigranten weten ook niet goed waar ze terechtkunnen als het misgaat in Nederland. "Het is voor arbeidsmigranten lastig om voor hen relevante informatie over werken en wonen in Nederland te vinden. Er is weinig informatie in de taal van arbeidsmigranten beschikbaar en de informatie die er is, is niet altijd gemakkelijk te vinden", schrijft het team.
En: "Er is in Nederland niet één loket waar arbeidsmigranten met hun vragen en klachten terechtkunnen." Zo'n centraal meldpunt wordt extra gemist in coronatijd als iedereen wil dat mensen met klachten over hun gezondheid of werkomstandigheden zich ook echt melden, vindt Roemer.