Gaan we in plaats van 'Made in China' vaker 'Made in The Netherlands' zien?

  • Daniël Heeringa

    redacteur

  • Daniël Heeringa

    redacteur

En toen lagen ineens de fabrieken stil. Verschillende Nederlandse bedrijven moesten in maart hun lopende band stopzetten, omdat er onderdelen - uit bijvoorbeeld China - ontbraken.

De coronacrisis legt de kwetsbaarheid van ons systeem bloot, zegt hoogleraar arbeidsmarkt Ton Wilthagen van de Universiteit Tilburg. "Veel bedrijven zijn sterk afhankelijk geworden van leveringen uit het buitenland." De coronacrisis maakt duidelijk hoe afhankelijk Nederlandse bedrijven door globalisering zijn geworden van het buitenland. En dus wordt er nagedacht over weer dichter bij huis produceren.

Ook een ruime meerderheid in de Tweede Kamer wil dat de regering kijkt hoe productie kan worden teruggehaald. Het CDA diende hierover gisteren een motie in.

Lage loonkosten

Nederland heeft een van de meest open economieën ter wereld. In normale tijden is de import en export enorm. Nederland staat voor beide in de top-10 van de wereld. Daarnaast doen Nederlandse bedrijven al decennialang aan offshoring: ze verplaatsen hun productieproces geheel of gedeeltelijk naar lagelonenlanden als China en India om kosten te besparen.

Maar er zijn Nederlandse bedrijven die sinds een jaar of tien hun productie terughalen: het zogenaamde reshoring. "Dat betekent dat je hier weer een productiefaciliteit opstart en mensen aanneemt", zegt Wilthagen. Volgens de hoogleraar, die zich al jaren met het thema bezighoudt, zorgt reshoring ervoor dat bedrijven hun productie weer meer in eigen hand hebben.

Wilthagen: "Van de bedrijven die vertrokken zijn, denkt tien procent of soms een kwart: misschien zouden we toch terug willen gaan."

Wat wij in Nederland doen met ongeveer zestig mensen in de productie, deden we in China met vierhonderd mensen.

Toine van de Ven, producent bloempotten

Bloempottenfabriek Capi Europe uit Tilburg was acht jaar geleden een van de eerste bedrijven die de productie grotendeels terughaalde uit Azië. Directeur en oprichter Toine van de Ven deed het vooral uit frustratie. "Ik was niet meer baas in eigen huis. Het ging ook niet snel genoeg. Mijn partner uit China bepaalde eigenlijk het hele tempo. Uiteindelijk wilden wij als bedrijf meer de regie hebben."

In China werden de potten door mensenhanden gemaakt. In Tilburg door robots. "Wat wij in Nederland doen met ongeveer zestig mensen in de productie, deden we in China met vierhonderd mensen. Jij mag kiezen: of vierhonderd arbeidsplaatsen daar, of zestig in Nederland. Voor mij is de keuze snel gemaakt."

Maar de coronacrisis raakt ook Capi Europe: een tijd lang kon Van de Ven zijn artikelen niet exporteren. Toch is hij ook in deze tijd blij dat hij zijn bloempotten in Nederland maakt. "Je ziet dat wij onze voorraad gewoon hebben liggen. Wij kunnen nog steeds vandaag een order krijgen en dezelfde dag vertrekt het. Veel bedrijven die in China produceren of onderdelen daarvandaan krijgen, die grijpen nu mis."

Kosten vaak struikelblok

Ook in Emmen kiezen ondernemers bewust voor lokaal produceren. In een fabriekspand waar jarenlang lampen voor Philips werden gemaakt totdat de productie verdween naar Oost-Europa, zit nu een 'slimme fabriek'. Hier stelt het bedrijf Technologies Added jonge bedrijven in staat om hun producten lokaal te maken en niet in een lagelonenland, ook al gaat het soms om kleine series.

Directeur Rob Goossens: "Wij leveren de mensen, de technologie, de fabriek, de hele logistiek, de kennis rondom het bouwen van een product. Onze klanten zijn vaak gespecialiseerd in de ontwikkeling van een product en doen de verkoop." Onder meer een vouwwagenmerk en een producent van slimme straatverlichting maken gebruik van de slimme fabriek.

"Niet iedereen zit natuurlijk te wachten op het produceren in Nederland", zegt Goossens. Vaak zijn de kosten een struikelblok. "Maar producten waarbij het belangrijk is om ze klantspecifiek te maken, kun je al heel goed in Nederland produceren."

Moeten we als overheid niet meer gaan stimuleren?

Ton Wilthagen, hoogleraar arbeidsmarkt

Capi Europe heeft nog niet zijn gehele productie naar Tilburg terugverhuisd. Zo'n dertig procent van de bloempotten wordt nog in China gemaakt. Maar als het aan Van de Ven ligt, niet voor lang meer. "Wat mij betreft had het gisteren al gemoeten of vorig jaar."

Hoogleraar Wilthagen vindt dat de overheid in deze coronacrisis meer kan doen om produceren in Nederland mogelijk te maken. "Tot nu toe was het idee: we hebben een goed vestigingsklimaat, ook met belastingen en goed opgeleide mensen. Dan komt het vanzelf goed. Ik denk dat we nu gaan nadenken of dat voldoende is en of we als overheid niet meer moeten gaan stimuleren."

Minister Eric Wiebes van Economische Zaken noemde dit gisteren in debat met de Tweede Kamer "een verstandig idee".

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl