President Donald Trump heeft het helemaal gehad met Twitter. Het social media platform plaatste een factcheck bij zijn tweets over stemmen per post. Volgens de president leidt dat tot fraude, volgens Twitter is dat feitelijk onjuist.
Onder twee tweets over de Amerikaanse verkiezingen, waarin Trump zegt dat de stembiljetten die per post worden opgestuurd fraudegevoelig zijn, plaatste Twitter een waarschuwing. Wie erop klikt, krijgt een korte boodschap te zien: Trump doet een ongefundeerde claim. Zijn boodschap klopt volgens het medium niet.
Trump reageerde furieus en liet dat via zijn hooggeplaatste adviseur Kellyanne Conway weten. "Stop alsjeblieft met het onderdrukken van conservatieve stemmen en mensen. Die het gevoel hebben dat ze niet eerlijk worden behandeld." Zelf twittert Trump dat het platform zich nu bemoeit met de presidentsverkiezingen en de vrijheid van meningsuiting aantast.
'Niet meer te volgen'
Dat roept de vraag op wie er verantwoordelijk is voor berichten op social media? De afzender, of het platform? En hebben die het recht om berichten te voorzien van bijsluiters of te verwijderen, ook als die niet strafbaar zijn? In Nederland speelt dezelfde discussie. Professor media en digitale samenleving José van Dijck, verbonden aan de Universiteit Utrecht, doet er onderzoek naar.
"Je kunt dit framen zoals Trump dat doet als een kwestie van vrijheid van meningsuiting. Tegelijkertijd willen we ook dat de techbedrijven reageren op de vele klachten over fake news, onzin, haatzaaien, berichten die met grote snelheid wereldwijd verspreid kunnen worden. Je kunt dus ook zeggen dat ze verantwoordelijkheid moeten nemen voor wat er op hun platformen gebeurt, want anders worden het riolen in plaats van informatiekanalen."
Maar het probleem is volgens Van Dijck dat Facebook, YouTube en Twitter ieder hun eigen regels opstellen. "Facebook laat politici alles zeggen, zelfs als dat onzin is. Twitter behandelt politici weer anders en YouTube heeft zo z'n eigen regels voor wat ze toelaten en wat niet. Voor gebruikers is dat natuurlijk niet meer te volgen."
Sociale media willen wel verantwoordelijkheid nemen, maar wel ieder op hun eigen manier. "En daar zit het probleem: als zij zichzelf reguleren, krijgen we als samenleving geen grip op wat in de openbare ruimte wel en niet geoorloofd is", zegt Van Dijck.
Haar advies is dat de samenleving gebaat is bij een duidelijke categorisering van sociale media platformen. "Wat zijn dit eigenlijk voor bedrijven, wat mogen ze wel en wat mogen ze niet? Zelfregulering is hier volstrekt onvoldoende. We moeten dus tenminste naar co-regulering: overheden die met bedrijven streven naar transparante regelgeving. En in ieder geval moeten overheden die handhaven."