Criminaliteit, lage schoolresultaten, hoge werkloosheid en slechte woningen: de problemen in Rotterdam-Zuid zouden "on-Nederlands" zijn, concludeerde een vernietigend rapport dat deze maand negen jaar geleden uitkwam. Het rechtvaardigde een nationale aanpak die in twintig jaar tijd korte metten moet maken met de problemen.
Honderden miljoenen extra worden geïnvesteerd zodat Rotterdam-Zuid in 2030 niet meer achterloopt op Amsterdam, Den Haag, Utrecht en de rest van Rotterdam qua schoolprestaties, werkloosheid en kwaliteit van woningen. Ook wordt er flink geïnvesteerd in de aanpak van ondermijnende criminaliteit.
Werkt de aanpak waarbij het Rijk, de gemeente, woningcorporaties, scholen, politie en anderen samenwerken? Inmiddels is het Nationaal Programma Rotterdam-Zuid bijna halverwege. En er wordt vanuit alle hoeken van Nederland naar de aanpak op Rotterdam-Zuid gekeken. We maken een tussenbalans op.
Cito-score omhoog
Onderwijs is een van de kernpunten van het project. De kinderen op Zuid komen vaak uit arme gezinnen met laagopgeleide ouders. Daarom hebben ze na de basisschool meestal al een forse achterstand. Dat blijkt ook uit de Cito-score, die lager ligt dan in de rest van Rotterdam en de andere drie grote steden.
Sinds het begin van het programma stijgt de Cito-score wel. "Ik hoop dat over een paar jaar de resultaten nog hoger liggen", zegt basisschooldirecteur Tineke Visser. Ze vertelt dat leerlingen met geld uit het programma nu extra les krijgen, maar bijvoorbeeld ook op excursie gaan of media-les krijgen.
Wel moeten ook de ouders erbij betrokken worden, benadrukt Visser. "Als we alleen maar tijd in de kinderen stoppen werkt het niet." Ze gelooft in het project. "De kinderen doen veel ervaringen op, hun wereld wordt groter. Dat heeft effect op het welbevinden. En als een kind lekker in z'n vel zit, komt het leren vanzelf."
Bekijk in de video hieronder hoe in Rotterdam-Zuid mensen beter worden geholpen om aan een baan te komen. En hoe er wordt gestreden tegen ondermijnende criminaliteit.
Deze maand won het Nationaal Programma Rotterdam-Zuid de prijs voor de meest positieve overheidsorganisatie van Nederland. En met bepaalde zaken lijkt het ook echt beter te gaan. Maar op het gebied van wonen stuit de Rotterdamse aanpak op kritiek en verzet van haar eigen bewoners op Zuid.
Want het plan bevat ook op woongebied rigoureuze maatregelen. Sociale huurhuizen moeten worden gesloopt om plaats te maken voor duurdere huizen, zodat meer middeninkomens in Zuid blijven. Zo ook in de Tweebosbuurt: daar moet door de sloopplannen driekwart van de huidige bewoners de wijk verlaten.
En daar is bewoner Edwin Dobber alles behalve blij mee. "Ik wil hier niet weg. Waarom moeten de minderbedeelde mensen wijken uit gejaagd worden waar ze met plezier wonen. Omdat Rotterdam z'n eigen wil opkrikken? Omdat wij zogenaamd iets van rijkere mensen zouden kunnen leren?"
Bekijk zijn verhaal en dat van andere bewoners in de video hieronder:
Dobber stapte met tientallen andere bewoners naar de rechter. En met succes. De rechter acht in dit geval het belang van de opknapplannen niet groot genoeg om de bewoners uit huis te zetten. Maar de onzekerheid is nog niet voorbij, omdat woningbouwcorporatie Vestia in hoger beroep is gegaan.
Kunnen Rotterdammers met een kleine portemonnee nog wel Rotterdammer blijven? Die vraag stellen we aan wethouder Richard Moti (Werk & Inkomen), die over het Nationaal Programma Rotterdam-Zuid gaat. Bekijk het gesprek hieronder: