De Nederlandse Staat is verplicht om de uitstoot van broeikasgassen voor het einde van 2020 terug te dringen met ten minste 25 procent ten opzichte van 1990. De Hoge Raad heeft dat geoordeeld in de zaak van klimaatorganisatie Urgenda tegen de Staat. Het vonnis is definitief.
Het betekent dat de overheid flink aan de bak moet. Vorig jaar was de CO2-uitstoot nog met slechts 15 procent teruggebracht. En het Planbureau voor de Leefomgeving stelde deze week dat de uitstoot volgend jaar slechts 20 à 21 procent lager zal zijn dan in 1990.
Gaat de rechter met deze uitspraak niet te veel op de stoel van de wetgever zitten? VVD-Kamerlid André Bosman vraagt zich af of meer politieke afspraken waaraan niet wordt voldaan, nu bij de rechter zijn af te dwingen. PVV-leider Geert Wilders zegt dat het klimaatbeleid niet aan de rechter is.
De rechters in de Urgenda-zaken vinden in ieder geval niet dat ze te ver gaan. Ook de advocaat die de eerste Urgenda-zaak won namens de milieuorganisatie, Roger Cox, vindt dat de rechter met deze uitspraak binnen de perken blijft.
"De Staat heeft de plicht te zorgen voor de veiligheid van de burgers. Dat is de doelstelling. Daarom is het nodig om klimaatverandering te voorkomen. Als de rechter zou zeggen hoe dat moet, dán zou hij op de stoel van de wetgever gaan zitten", zegt Cox. "Maar het gaat niet om het opleggen van wetgeving."
Vergaande interpretatie
Hoogleraar staats- en bestuursrecht Wim Voermans vindt dat de Hoge Raad een vergaande interpretatie geeft aan het EVRM als het gaat om artikel 2, het recht op leven. "De Hoge Raad gaat veel verder dan het Hof in Straatsburg. In deze uitspraak gaat het namelijk over het risico voor leven op termijn."
En dat is anders dan in eerdere uitspraken van het Hof, zegt Voermans tegen de NOS. "Dan moet er een heel concrete bedreiging zijn voor het leven in het hier en nu, dan kunnen staten worden veroordeeld als ze niet op de bres springen voor hun burgers. En bij klimaatverandering gaat het over risico op termijn."
De hoogleraar vindt het ook opvallend dat de Hoge Raad geen advies heeft gevraagd aan het Hof in Straatsburg. "Daar is een nieuw protocol over. De hoogste rechters hebben de mogelijkheid om bij twijfel iets voor te leggen aan het Hof. Maar dat is niet gebeurd. Heel erg bijzonder."
Het gevolg is dat de Nederlandse Staat nu niet zelf naar het Hof kan stappen om te klagen. "Het Hof kan alleen klachten tegen staten in behandeling nemen en de Nederlandse Staat kan geen klacht indienen tegen zichzelf. Nu er geen advies is gevraagd, is die optie helemaal van de baan. We zullen het met de uitspraak van de Hoge Raad moeten doen."
Duitsland
Voermans denkt dat deze uitspraak tot meer rechtszaken kan gaan leiden. Hij verwacht gevolgen in binnen- én buitenland. In andere landen wordt de uitspraak in de Urgenda-zaak namelijk scherp gevolgd. In België komt bijvoorbeeld een vergelijkbare zaak volgend jaar voor de rechter.
In Duitsland hebben activisten geprobeerd het land via de rechter te houden aan de doelstelling van 40 procent reductie, maar dat is door de rechter afgewezen. "De rechter zei: dat is een streven dat niet juridisch afdwingbaar is", zegt advocaat Cox. "Op basis van de best beschikbare wetenschap is 25 procent het laagst haalbare wat noodzakelijk is. Daar zit Duitsland nu al boven. Daarom zei de rechter daar: als je meer eist tast je het beslisrecht van de staat aan."
"Waar zit het verschil in? De Nederlandse rechter zegt: je hebt erkend dat je minimaal 25 procent CO2-reductie moet realiseren. Daarin heb je geen beleidsvrijheid, anders breng je je burgers in gevaar."