Heel even lijkt Edward Snowden geïrriteerd, als het over Rusland gaat - wéér over Rusland. Met name zijn Amerikaanse critici weten het zeker: de voormalige IT-specialist kan alleen in Rusland wonen omdat hij de regering-Poetin, op welke manier dan ook, van dienst is. Hij belandde toch niet voor niets in Moskou?
We zitten in een hotelsuite op een kleine honderd meter van het Rode Plein. Kort na zijn NSA-onthullingen in 2013 spraken we hem ook. Hij blijkt - op een bescheiden baardje na - weinig te zijn veranderd.
Nog steeds die rugzak om, een colbertje dat naar goed Amerikaanse gebruik net een maatje te groot is, en een kort badkamerbezoek zodat hij zijn lenzen uit kan doen en zijn bril op kan zetten. Met bril is hij de beroemde klokkenluider van toen, zonder kan hij betrekkelijk anoniem de Moskouse straat op.
Tussenstop in Moskou
Hoe hij in Rusland terecht kwam? Snowden legt het nog één keer uit.
In 2013 vloog hij van Hawaï naar Hongkong omdat hij de inschatting maakte dat de Amerikaanse opsporingsdiensten daar relatief weinig speelruimte hadden. In de voormalige Britse kolonie deelde hij een indrukwekkende hoeveelheid NSA-staatsgeheimen met een aantal zorgvuldig door hem uitgezochte journalisten.
Vanuit Hongkong dacht hij naar het veilige Ecuador te vliegen. De enige vlucht die niét via de VS ging, maakte een tussenstop in Moskou. Daar aangekomen bleek de minister van Buitenlandse Zaken John Kerry zijn paspoort te hebben ingetrokken. Sindsdien zit Snowden in Moskou.
Zijn definitieve verhaal
Hij twijfelt er niet aan dat hij in het begin een nuttig propagandamiddel voor Rusland was, maar die tijden zijn voorbij, zegt hij. Eén keer, nog op het vliegveld Sheremetyevo meteen na zijn vlucht vanuit Hongkong, vroegen de Russen hem om voor hen te komen werken. Hij sloeg het aanbod meteen af. Sindsdien zegt hij nooit meer te zijn benaderd. "Het zou ook geen zin hebben, want alle informatie die ik had heb ik aan journalisten gegeven."
Ja, hij is terecht gekomen in het soort surveillancestaat waarvan hij vreesde dat Amerika het zou worden. En ja, hij kent de kritiek dat hij zich te weinig uitspreekt over het mensenrechtenbeleid van zijn gastland. Maar Snowden bestrijdt dat fel: hij deelde onlangs nog beelden van Russische anti-regeringsdemonstraties op Twitter, en laat zich ook in zijn boek kritisch over Rusland uit, zij het niet erg uitvoerig.
Dat boek heet Permanent Record (in het Nederlands uitgebracht als Onuitwisbaar bij Uitgeverij Balans), wat slaat op de bewaardrift van overheden en technologiebedrijven die van anonimiteit een illusie heeft gemaakt, maar ook op hemzelf: dit is zijn definitieve verhaal, zoals hij het nog niet eerder heeft verteld. Praktisch probleempje: hoezeer is een fanatiek voorstander van privacy bereid om zijn levensverhaal uit de doeken te doen?
Mysterieus briefje
Snowden blijkt welwillend. Zijn omvangrijke diefstal uit de NSA-computers is een spannend hoofdstuk, maar die vindt pas laat in het boek plaats. Daarvoor neemt hij de lezer mee naar zijn jeugd in een patriottistisch gezin, naar zijn eerste computers (een Commodore 64, later kwam een Nintendo) en langs zijn werkzaamheden voor CIA en NSA in onder meer Tokio, Genève en Hawaï.
Ook zijn vriendin (inmiddels zijn vrouw) Lindsay komt langs. Aan het eind van het boek duiken zelfs haar dagboekaantekeningen op, zodat de lezer nu ook weet hoe zij die eerste dagen in 2013 beleefde: haar geliefde die een mysterieus briefje op de keukentafel achterliet, dagenlang spoorloos was en ineens opdook in een gefilmde verklaring vanuit Hongkong - ik, Edward Snowden, klokkenluider.
Toen Permanent Record vorige week uitkwam, klaagde de Amerikaanse regering Snowden direct aan. Aangezien hij jarenlang een inlichtingenmedewerker was geweest had hij alles voor publicatie aan zijn voormalige werkgevers moeten voorleggen, betoogde de overheid.
Meteen schoot het boek naar de nummer een-positie op amazon.com, al zal Snowden van de inkomsten weinig terugzien: "De rechter zal de regering gelijk geven, dat weet ik 100 procent zeker." Het lijkt hem weinig te deren, zolang zijn boek maar wordt gelezen.