De advocaat van Dimitry Kochenov laat Nieuwsuur het volgende weten:
26 september 11.30 uur
Over zijn banden met Henley & Partners heeft cliënt Dimitry Kochenov al uitputtend bericht. Hij heeft gedurende enige tijd als onbezoldigd lid deel uitgemaakt van een raad van advies, bestaande uit verschillende academici en andere experts uit het veld. Deze raad van advies is, in de periode dat cliënt daarin zitting had, nooit bij elkaar geweest.
Een van de redenen waarom cliënt gevraagd was lid te worden van de raad is dat hij samen met een van de oprichters van Henley & Partners, de heer Kalin, de quality ofnationality-index heeft ontwikkeld. Dit is een
jaarlijkse, wetenschappelijke publicatie, waarvoor cliënt geen vergoeding ontvangt van Henley & Partners en die louterzijn werk als wetenschapper dient. Vanaf dit jaar wordt de index overigens uitgegeven door Hart Publishing, een vooraanstaande juridische uitgeverij die onderdeel uitmaakt van Bloomsbury Professional.
Na zijn benoeming tot hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Groningen heeft cliënt zijn lidmaatschap van de raad van advies opgegeven. Ten aanzien van IMC geldt dat cliënt daarvan een van de oprichters is. De IMC is een vereniging
van bedrijven en organisaties die zich bezig houden met investeringsmigratie. De voornaamste activiteit van de IMC bestaan uit het organiseren van congressen voor de leden en andere geïnteresseerden, en het behartigen van de belangen van de leden.
Voor de uitvoering van haar taken heeft de IMC een vennootschap opgericht op Malta, die tevens fungeert als secretariaat van de organisatie. Deze dochtervennootschap beschikt over een kantoor en heeft enkele werknemers, waaronder een voltijd-CEO. Tot voor kort was cliënt voorzitter van de vereniging.
Om organisatorische redenen bracht dat tevens een bestuurderschap van de Maltese vennootschap met zich mee. Beide functies waren onbezoldigd en cliënt is in dat kader nooit betrokken geweest bij de dagelijkse gang van zaken: daarover gaat de CEO. Als expert op het gebied van Europees migratierecht was cliënt verantwoordelijk voor de wetenschappelijke taken van de IMC en representeerde hij het wetenschappelijke veld in het bestuur. Juist vanwege zijn beperkte rol binnen de IMC heeft cliënt de heer Sietsma voor zijn vragen omtrent de organisatie
van de IMC doorverwezen naar de CEO. Naar cliënt begrijpt is deze tot op heden echter niet door Nieuwsuur benaderd. Cliënt plaatst daar zijn vraagtekens bij met het oog op de in de journalistiek betamende zorgvuldigheid.
Een aantal gestelde vragen betrof betalingen die de Maltese overheid in 2017 zou hebben gedaan aan cliënt, met een totaalbedrag van ruim 107.000. Hij heeft daarover reeds aan u laten weten dat dit bedrag geheel onjuist is: de overheid van Malta noch van een van de door u genoemde agentschappen hebben cliënt in 2017 betaald. U heeft cliënt in de gelegenheid gesteld dit te bewijzen, maar daarmee draait u de zaken om. Het is aan u om te bewijzen dat de betalingen zijn gedaan, niet aan cliënt om een negatieffeit te bewijzen. Om cliënt in staat te stellen te kunnen reageren op uw aantijging, verzoek ik u om mij zo spoedig mogelijk de documenten te verstrekken waarop u zich beroept.
Voorde volledigheid merk ik op dat cliënt in 2014, 2018 en januari 2019 vergoedingen heeft ontvangen van de Maltese overheid voor advieswerk. De Maltese regering heeft cliënt in 2014 benaderd en verzocht haar te adviseren over de vraag of het Malta Individual Investor Program toegestaan is onder de wetgeving van de Europese Unie. Cliënt is voor het overige op geen enkele wijze betrokken geweest bij de totstandkoming van het programma.
Evenmin heeft hij enige invloed gehad, noch getracht enige invloed te hebben, op het beleid van de Maltese regering hieromtrent. Cliënt heeft uitsluitend advies van juridische aard verstrekt; de reden waarvoor de Maltese regering hem had ingeschakeld. Als juridisch expert op het gebied van staatsrecht en staatsburgerschap adviseert hij met regelmaat overheden, parlementen (waaronder de Tweede Kamer) en internationale instellingen.
Cliënt hecht eraan te vermelden dat hij al zijn nevenwerkzaamheden steeds met toestemming van zijn werkgever, de Rijksuniversiteit Groningen, heeft verricht. Conform het beleid van de universiteit heeft hij zijn nevenactiviteiten altijd aangemeld, en daarvoor goedkeuring gekregen. In dat verband wijst hij ook op de mail die de universiteit afgelopen dinsdag aan de heer Sietsma heeft gestuurd, waarin dit eenduidig wordt bevestigd.
Ten overvloede wijs ik u erop dat u, indien u tijdens de uitzending of anderszins enige beschuldiging aan het adres van cliënt uit die niet voldoende steun vindt in de feiten, onrechtmatig tegenover hem zult handelen. Ten behoeve van cliënt stel ik u voor dat geval reeds nu aansprakelijk voor alle schade die daarvoor hem uit zou voortvloeien. In dit kader wijs ik erop dat cliënt een internationaal erkend expert op het gebied van Europees staatsrecht en
staatsburgerschap is, en dat insinuaties die zijn integriteit en onafhankelijkheid in twijfel trekken in het bijzonder tot grote schade aan zijn reputatie zullen leiden.
En in aanvulling op bovenstaand bericht:
26 september 17.23 uur
IMC
Voor nadere informatie over IMC verwijst cliënt u naar de CEO. Zoals eerder gemeld was cliënt niet betrokken bij de dagelijkse gang van zaken; het bestuurderschap van IMC Services Ltd. was een onderdeel van zijn voorzitterschap van de IMC. Daarom stond dit bestuurderschap ook niet apart vermeld op de profielpagina van cliënt bij de RUG. Namens cliënt herhaal ik dat IMC Services wel degelijk over een kantoor beschikt, waarvandaan onder meer de CEO en het secretariaat opereren. Ik kan bevestigen dat cliënt nimmer betaald is voor zijn werkzaamheden voor de IMC.
Betalingen Malta
Voor zijn juridisch advieswerk voor Malta heeft cliënt in 2014 een vergoeding ontvangen van 2.080. In 2018 heeft hij drie betalingen ontvangen: 16.800, 5.175,46 en 9.051,65. In januari 2019 heeft hij nog 3.600 ontvangen. Voor het overige heeft hij geen vergoedingen ontvangen van de overheid van Malta of enig agentschap daarvan. De genoemde vergoedingen betroffen het door cliënt gegeven juridisch advies, alsmede alle bijbehorende door hem gemaakte kosten, waaronder die van zijn medeauteur (die samen met cliënt adviezen heeft geschreven) en van reizen en verblijf. Bijgaand vindt u het overzicht van betalingen tot april 2018, waaruit de eerste drie bedragen blijken.
De bedragen in de door u getoonde documenten zijn cliënt niet bekend. Mogelijk betreft het budgetten of pre-autorisaties voor potentiële toekomstige werkzaamheden. Cliënt heeft momenteel geen opdrachten meer van Malta en verwacht ook geen betalingen.
Cliënt heeft als lid van de delegatie van Malta in Brussel met vertegenwoordigers van de Europese Commissie gesproken. De delegatie vertegenwoordigde het land Malta, niet uitsluitend de premier van Malta. Cliënt maakte als juridisch deskundige deel uit van de delegatie, samen met ongeveer vijf andere juristen. Er was geen sprake van een procedure; cliënt heeft dus niet namens Malta gepleit of iets dergelijks. De delegatie heeft slechts het standpunt van Malta in deze kwestie toegelicht aan de Europese Commissie, zoals gebruikelijk is bij onderzoeken van de Commissie
Regeling nevenwerkzaamheden
Anders dan u stelt is Kochenov juist altijd transparant geweest over zijn nevenwerkzaamheden, zowel richting universiteit als richting het algemene publiek. De verplichting om nevenwerkzaamheden te vermelden op de website geldt uitsluitend voor hoogleraren (zie artikel 16 van de VSNU-regeling). Cliënt is pas sinds 1 februari 2019 hoogleraar, maar had niettemin voordien (toen hij adjunct-hoogleraar was, een functie die vergelijkbaar is met die van universitair hoofddocent, zie https://www.rug.nl/about-us/professors/) zijn nevenwerkzaamheden al op zijn profielpagina op de website van de RUG vermeld.
In uw mail spreekt u van een "groot aantal nevenfuncties en -activiteiten (...) die fundamentele vragen oproepen over zijn onafhankelijkheid als academicus". Deze bewering lijkt feitelijke grondslag te missen het is althans onduidelijk op welke functies u doelt. De hoeveelheid nevenactiviteiten van cliënt wijkt niet significant af van wat gebruikelijk is in de academische wereld en de inhoud daarvan staat niet in de weg aan cliënts onafhankelijk functioneren in de wetenschap. Ik geef u dan ook in ernstige overweging deze en dergelijke uitlatingen in uw uitzending achterwege te laten.
Alle nevenactiviteiten zijn steeds gemeld aan de universiteit, en de universiteit heeft daar steeds toestemming voor gegeven. Voor zover cliënt daartoe verplicht was zijn alle functies steeds vermeld op de website. Een verplichting om voormalige functies en/of de data daarvan te vermelden volgt niet uit de VSNU-regeling; uitsluitend functies die momenteel worden verricht, dienen te worden vermeld.
Cliënt maakt sinds 28 januari 2019 geen deel meer uit van de "board of advisors" van Henley & Partners. Aldus was hij niet verplicht om dit lidmaatschap te vermelden op zijn profielpagina, nu deze verplichting pas op 1 februari 2019 (bij zijn benoeming als hoogleraar) voor hem is gaan gelden. Los daarvan is de vraag of dit lidmaatschap überhaupt vermeld had moeten worden als nevenwerkzaamheid: de raad is nooit bijeengekomen en cliënt heeft nimmer enige activiteit verricht in zijn hoedanigheid als lid van de raad. Van een werkzaamheid of activiteit was feitelijk dus geen sprake.