"Er zijn een heleboel kleine indicatoren die maken dat je denkt: dit is anders dan anders. Deze man had een slechte energie. Zijn hele houding, zijn voorkomen, zijn oogopslag. Dat gaf mij het gevoel dat die persoon iets heel heftigs van plan was", vertelt agent 'Roel' in een reconstructie van Nieuwsuur en AT5.
De agent was op 31 augustus vorig jaar aan het werk op het Centraal Station van Amsterdam, toen Jawed S. twee Amerikaanse toeristen neerstak. Door snel ingrijpen van Roel en twee van zijn collega's kon erger worden voorkomen.
De drie agenten doen vandaag voor het eerst hun verhaal, op de dag dat Jawed S. voor de rechter staat. Uit veiligheidsoverwegingen houden ze hun echte namen geheim. Ze nemen ons mee terug naar de dag van de aanslag, nu iets meer dan een jaar geleden. Een aanslag die uiteindelijk negen seconden duurde.
Luister hieronder naar de gesprekken die de agenten via de portofoon hadden tijdens de aanslag:
Op vrijdag 31 augustus 2018 neemt Jawed S. de trein naar Amsterdam. Waar andere reizigers arriveren, vertrekken of de stad in gaan, blijft S. ronddwalen op het station. Het afwijkende gedrag van de jongen trekt de aandacht van agent Roel, die op dat moment met lunchpauze is.
"Mensen kijken elke dag wel een paar keer naar een politieagent. Maar deze meneer deed dat op zo'n aparte, andere manier dat ik daardoor getriggerd werd", vertelt Roel. "Hij stond te dralen en keek naar bepaalde plekken, waardoor ik dacht: hier moeten we iets mee."
Voor Roel en zijn collega's Sam en Thijs is het Amsterdamse Centraal Station de vaste werkplek. Ze zijn dan ook extra getraind om verdachte situaties te herkennen, omdat het station is aangewezen als plek waar mogelijk een aanslag zou kunnen plaatsvinden.
Bekijk hier het hele verhaal van de agenten of lees hun verhaal verder hieronder:
"Een half jaar voor de aanslag hebben we op het station op dit soort gebeurtenissen geoefend. Er kwam ook een scenario aan bod dat heel erg op de aanslag leek. Alleen ging het tijdens de oefening om iemand met een bijl, en in dit geval was het een persoon met een mes."
Omdat Roel de situatie niet vertrouwt, vraagt hij zijn twee collega's via de portofoon om naar de stationshal te komen. En dan gaat het heel snel. "Nog voordat we er waren ontstond er paniek bij de informatiebalie", vertelt Sam. "In mijn ooghoeken zag ik aan de rechterkant van de hal iemand rennen. Hij had een mes vast."
"Vervolgens zag ik de man om zich heen steken en was er een hoop tumult en gegil", vertelt Thijs. "Toen dacht ik echt: godverdomme, niet in mijn station. Normaal vloek ik nooit, maar dit kwam uit mijn tenen. Ik dacht: dit kunnen we niet over onze kant laten gaan."
"Ik kwam gelijk in een soort vechtmodus", vervolgt hij. "Ik trok mijn wapen en ben achter de verdachte aangegaan." Ook Roel trekt zijn vuurwapen. "Ik had het idee dat hij nog meer slachtoffers wilde maken. Dus op dat moment was hij een dreiging die uitgeschakeld moest worden."
"Ik weet dat ik mijn vinger aan de trekker had, maar dat ik net niet had overgehaald. Op dat moment hoorde ik een schot en zag ik hem neergaan", vertelt Thijs. Zijn collega Roel heeft S. in zijn been geschoten en houdt hem onder schot.
"Ik heb gekeken naar zijn handen of ik geen ontstekers of draden zag. Want dat was onze grootste angst, dat hij een bom bij zich had. Ik heb hard geschreeuwd dat hij zijn handen moest laten zien."
De man kon zijn onderlichaam niet meer bewegen, maar was wel vrij kalm. Zijn vrouw was vooral in paniek.
Terwijl zijn twee collega's zich op de verdachte focussen, weet agent Sam het mes weg te schoppen. Hij draagt - in tegenstelling tot zijn collega's - geen vuurwapen, omdat hij pas net bij de politie werkt. Pas achteraf realiseert hij zich hoe kwetsbaar hij op dat moment is.
"Het enige wat ik bij me draag is pepperspray en een wapenstok. Dus toen ik het idee had dat de verdachte onze kant op kwam, had ik wel even een gevoel van angst. Ik moest mezelf in veiligheid brengen en me richten op wat ik wel kon doen."
Sam ontfermt zich meteen over de slachtoffers. S. blijkt twee mensen te hebben neergestoken. Een van hen is er slecht aan toe. "De man kon zijn onderlichaam niet meer bewegen, maar was wel vrij kalm. Hij vroeg wat er gebeurd was en waar de dader was. Zijn vrouw was vooral in paniek."
Emotioneel moment
De aanslag is na negen seconden ten einde. Vervolgens wordt een deel van het station binnen de kortste keren ontruimd. Reizigers worden geëvacueerd en de slachtoffers worden naar het ziekenhuis vervoerd. Het blijkt te gaan om twee Amerikanen die met hun gezinnen op doorreis zijn naar Duitsland.
Op verzoek van de slachtoffers gaan de drie agenten een paar dagen later bij hen op bezoek in het ziekenhuis. Roel vertelt dat hij dat best een moeilijk moment vond. "Ik was de eerste die de verdachte had gezien en uiteindelijk zijn er twee mensen gewond geraakt. Daardoor voelde ik even wat twijfel: had ik dit niet anders kunnen doen?"
Hij voelt zich schuldig en maakt dat ook aan de slachtoffers kenbaar. "Ik heb daar wel even staan huilen en vervolgens de situatie met die mensen besproken. Ik vond het heel fijn om te horen dat ze me niks kwalijk nemen en dat ze vonden dat we ons best hadden gedaan."
Volgens Thijs was het voor alle drie de agenten een emotioneel moment. "De slachtoffers bleven herhalen dat ze een soort tweede kans hadden gekregen. Ze stonden er eigenlijk heel erg positief in, terwijl de man er een dwarslaesie aan heeft overgehouden. Ze waren heel erg dankbaar, ook na ons optreden."
Bekijk hieronder de uitgebreide reconstructie van AT5: