In de Agora-school kunnen leerlingen klimmen

Onderwijsinspectie kritisch over conceptscholen: 'Resultaten vaak niet helder'

Scholen in heel Nederland experimenteren met vernieuwde vormen van onderwijs. Denk aan de Agora-, Steve Jobs- en Kunskapsskolan-scholen. Hun aantal is de afgelopen decennia explosief gegroeid. Maar volgens de Onderwijsinspectie, die vandaag met een rapport komt, wordt er niet voldoende gekeken wat het effect is van die speciale onderwijsvormen.

"Als je kiest voor zo'n onderwijsvorm, moet je als school wel scherp hebben wat het doel is dat je wil bereiken met een onderwijsconcept", zegt inspecteur-generaal Monique Vogelzang. Er moet worden voorkomen dat experimenten opnieuw worden uitgeprobeerd, terwijl op andere scholen al is gebleken dat ze niet werken, vindt de inspectie.

Vrijheid

Laboratoriumschool Agora is zo'n experimentele school. Een school zonder roosters, vakken of cijfers. Maar wel met een regulier eindexamen.

Op Agora geloven ze heilig in de onderzoekende leermethode. De leerlingen krijgen veel vrijheid: ze mogen in hun eigen tempo leren en werken in de eerste jaren in zogenoemde challenges, onderzoeksprojecten. Wat de leerlingen onderzoeken bepalen ze zelf, met behulp van een coach.

"Onze leerlingen komen met een challenge bij bedrijven, ze leren vergaderen, brieven opstellen et cetera", legt schoolleider Jan Fasen uit. "Ze leren veel meer dan in een traditionele les. We lopen hier de leerlingen niet voor de voeten met lessen."

Geen klas, geen les, geen rooster, geen huiswerk: dit is Agora-onderwijs

De inspectie vindt dat scholen als Agora onvoldoende doelen stellen en dat niet duidelijk is welke resultaten hun speciale concepten opleveren. "Is er een hogere leeropbrengst, meer gemotiveerde leerlingen of een betere aansluiting op de arbeidsmarkt dan bij traditionele scholen? Dat blijft allemaal heel onduidelijk", zegt inspecteur Vogelzang.

Fasen bestrijdt dat zijn school geen doelen stelt. "We hebben juist heel veel doelen. We willen maatwerk voor leerlingen. Maatwerk zorgt ervoor dat er minder kansenongelijkheid is. We willen kinderen motiveren, en zorgen dat ze in het vervolgonderwijs niet afhaken. We willen een onderwijs waar leraren geen burn-out oplopen."

De schoolleider erkent wel dat het lastig is aan te tonen wat zijn concept oplevert. "De inspectie en ik spreken een andere taal. De onderwijsinspectie meet kwaliteit van onderwijs in cijfers. Maar wij geven geen cijfers. We monitoren wel de vooruitgang die een leerling maakt. We meten de vooruitgang, alleen niet in punten."

De school wil samen met andere conceptscholen en onder andere de inspectie kijken hoe ze hun toegevoegde waarde en kwaliteit wel kunnen meten. "Want geloof me", zegt Fasen, "ik wil niets liever dan dat onze methode goed wordt gemeten. We worden betaald met belastinggeld. En dit is belangrijk, kinderen moeten goed verder kunnen en hebben recht op goed onderwijs."

Conceptscholen 'gedoemd te mislukken'

Maar met beter meten alleen ben je er nog lang niet, zegt Casper Hulshof, onderwijswetenschapper aan de Universiteit Utrecht. Hij onderzoekt welke schoolsoorten wel en niet werken. "Scholen die zich helemaal richten op zelfontplooiing van leerlingen of heel erg de nadruk leggen op technologie, zoals de Steve Jobsschool, die zijn gedoemd te mislukken."

Wat de precieze opbrengst is van conceptscholen, is ook voor Hulshof veelal onbekend. "Wat wel bekend is, is wat niet werkt. Kinderen zelf onderzoek laten doen, zoals bij Agora, is zeker voor beginnende leerlingen een volstrekt ongeschikte methode."

Hoe komen scholen dan tot zulke lesmethodes? "De scholen beginnen denk ik met iets moois, een goed idee. Vanuit een ideologie. En dat kan een prima bron zijn. Maar ze missen de onderwijskundige onderbouwing om het handen en voeten te geven. Ze doen het niet vanuit wetenschappelijk bewijs, vanuit wat wel en niet werkt in het onderwijs. Ze gaan uit van hun gevoel dat het anders moet."

Beter naar een traditionele school?

Traditioneel, klassikaal onderwijs wordt vaak ouderwets gevonden, zegt Hulshof, terwijl het veelal beter is dan nieuwe onderwijsvormen. "Allerlei flashy innovaties kunnen voor bepaalde leerlingen werken, maar dat hoeft helemaal niet het geval te zijn. Wat gelukkig heel veel leraren al lang weten."

De inspectie moet beter in de gaten houden welke concepten en ideeën werken, vindt Hulshof. "Onderwijstypen die jaren geleden mislukten, steken weer de kop op. Er is weinig historisch besef."

Zijn speciale onderwijsvormen wel zo effectief?

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl