Provincie profiteert steeds meer van 'onzichtbare' motorrijtuigbelasting

  • Soukaïna Belahnichi en Marijn Duintjer Tebbens

  • Soukaïna Belahnichi en Marijn Duintjer Tebbens

Iedereen met een auto of motor betaalt het: de motorrijtuigenbelasting. Maar wat veel mensen niet weten is dat een deel van de opbrengst van die belasting naar de provincies gaat: in totaal jaarlijks zo'n 1,5 miljard euro. De tarieven van die zogeheten provinciale opcenten kunnen per provincie verschillen. En de rijkste provincies hebben die tarieven flink laten stijgen de afgelopen jaren.

In de afgelopen vier jaar hebben de provincies hun inkomsten via het provinciale deel van de wegenbelasting zien oplopen met 100 miljoen euro. Kregen de provincies in het jaar van de vorige Statenverkiezingen in 2015 gezamenlijk 1,4 miljard euro aan provinciale opcenten binnen, in dit verkiezingsjaar zal dat zijn opgelopen tot 1,5 miljard euro.

Friesland is de enige provincie die het totaal geïnde bedrag liet dalen. Dat blijkt uit cijfers die het COELO, een onafhankelijk onderzoeksinstituut van de Rijksuniversiteit Groningen, vanavond bekend gaat maken in Nieuwsuur.

Provinciale opcenten: melkkoe van de provincie

De provincies kunnen de provinciale opcenten op de motorrijtuigenbelasting vrij besteden. Het geld gaat dus niet alleen naar wegen, maar ook naar natuurlijk beheer en allerlei andere zaken waar de provincie over gaat. Dit is de enige mogelijkheid voor de provincie om belasting te heffen bij de inwoners.

De Belastingdienst verwacht in 2019 in totaal ruim 5,9 miljard euro aan motorrijtuigenbelasting te innen. Het grootste deel (4,3 miljard euro) gaat naar het Rijk. De rest (1,6 miljard euro) gaat naar provincies.

Hoeveel motorrijtuigenbelasting je moet betalen hangt af van het gewicht, de brandstof en de milieuvriendelijkheid van het motorrijtuig. Het maakt ook uit in welke provincie je woont. In Noord-Holland ben je als eigenaar van een Volkswagen Golf die op benzine rijdt het goedkoopst uit. Je betaalt dan jaarlijks 156 euro. Voor diezelfde auto betaal je in Drenthe het meest, namelijk 212 euro per jaar.

"De beperkte stijging van de provinciale belastingen is bedrieglijk", zegt Corine Hoeben, onderzoeker bij COELO. "Doordat er steeds meer auto's komen en deze ook nog eens zwaarder worden, stijgt de opbrengst namelijk vanzelf. Provincies krijgen dus stilletjes steeds meer geld om te besteden."

"Zelfs een provincie als Friesland, die eenmalig het tarief heeft verlaagd, ziet de opbrengst in de jaren na de verlaging ieder jaar vanzelf weer stijgen. Als provincies netjes rekening zouden houden met de stijging van het aantal auto's en gewicht dan was het tarief in veel meer provincies lager."

Friesland en Flevoland

De gedeputeerde van de provincie Friesland beaamt dat de wegenbelasting hoog was. "In 2015 was de wegenbelasting in Friesland nog 94,1 procent. We waren daarmee na Zuid-Holland de duurste provincie. Toen hebben we besloten om de wegenbelasting flink te verlagen."

"Voor de jaren 2016, 2017, 2018 en 2019 heeft Friesland de opcenten verlaagd door rekening te houden met 20 miljoen minder inkomsten in die jaren en geld uit de begroting hiervoor beschikbaar te stellen. Daardoor zijn we in 2019 na Noord-Holland de provincie met de laagste wegenbelasting."

Deze verlagende maatregel loopt eind dit jaar af, waardoor de wegenbelasting vanaf 2020 weer stijgt in Friesland. Toch zal de wegenbelasting volgens de gedeputeerde niet weer stijgen naar het niveau van 2015. "Omdat besloten is om deze vanaf 2020 te verlagen met totaal 10 miljoen per jaar. Daarmee komen we ten opzichte van de andere provincies in de middenmoot terecht."

Doordat leasebedrijf Athlon haar activiteiten volledig van Eindhoven naar Almere heeft verplaatst, is het aantal in Flevoland geregistreerde leaseauto's fors toegenomen. De belasting wordt altijd opgelegd aan de eigenaar, in dit geval de leasemaatschappij en niet de gebruiker van de (lease)auto. Volgens de provincie komt er 15,2 miljoen euro binnen door Athlon. Na een verrekening met het provinciefonds houdt Flevoland zo'n 2 miljoen euro over door het leasebedrijf.

Teruglopende inkomsten

Provincies zijn gemiddeld voor meer dan 20 procent van hun inkomsten afhankelijk van de opcenten en hebben deze inkomsten dus hard nodig. Maar alleen de inwoners met een personenauto, bestelauto, vrachtauto, autobus of motor betalen de belasting. De elektrische auto valt hier niet onder, en omdat deze in trek is, zijn provincies bang dat de inkomsten terug zullen lopen.

Om dat te voorkomen is het Interprovinciaal Overleg, koepelorganisatie van de twaalf provincies, in gesprek met het ministerie. Er zou bijvoorbeeld een ingezetenebelasting kunnen komen, waardoor elke bewoner verplicht is om belasting aan de provincie af te dragen.

Provincie profiteert steeds meer van 'onzichtbare' motorrijtuigbelasting

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl