'Nederland moet ingrijpen bij mensenrechtenschendingen Sint-Maarten'

  • Bas Haan en Nynke de Zoeten

  • Bas Haan en Nynke de Zoeten

Acht maanden gevangen in een cel, bijna de helft van de tijd samen met vijf of meer celgenoten. Met een lekkend open toilet, onvoldoende bedden, zonder daglicht of ventilatie en een uur luchttijd. Personeel is er te weinig, en is onvoldoende gekwalificeerd. Het is de werkelijkheid voor gevangenen op het eiland Sint-Maarten, officieel een land binnen het Koninkrijk der Nederlanden.

De ex-gedetineerde Francesco Corallo, een van de honderden die vastzaten, klaagde na het uitzitten van zijn straf de Nederlandse Staat aan bij het Europees Hof en kreeg gelijk. Het hof oordeelde dat het een schending betreft van artikel 3 van het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM).

Nu heeft ook het College van de Rechten van de Mens zich de zaak aangetrokken, omdat Nederland veel te weinig met de veroordeling heeft gedaan. Er is nog niets verbeterd. Het College wil nu dat de Nederlandse regering een veel actievere rol gaat spelen bij de aanpak van de structurele schendingen van de mensenrechten in de gevangenissen op Sint-Maarten.

'Nederland moet ingrijpen bij mensenrechtenschendingen Sint-Maarten'

Het College heeft in een brief aan de Raad van Europa geadviseerd om intensief toezicht te houden op Nederland of het voldoende doet om "op zo kort mogelijke termijn de situatie in overeenstemming met mensenrechten te brengen", zo schrijft het in een toelichting op de brief. "Mede gezien de al lang bestaande tekortkomingen, is er nu ook een verantwoordelijkheid voor de regering in Den Haag."

Onacceptabel

De toestand van de Point Blanche-gevangenis en die van de politiecellen op Sint Maarten voldoet al jaren niet aan de minimumeisen. Eerder verschenen er vernietigende rapportages van het anti-foltercomité van de Raad van Europa (CPT), en ook van de Raad voor de Rechtshandhaving en de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV). Daarnaast stelt de 'voortgangscommissie Sint Maarten' om de paar maanden opnieuw vast dat de toestand onacceptabel is en dat slechts kleine verbeteringen plaatsvinden.

Na orkaan Irma in 2017 kwam het mensenrechtenprobleem deels in handen van Nederland. De gevangenis op Sint-Maarten liep zodanige schade op dat enkele tientallen gevangenen naar Nederlandse gevangenissen werden overgebracht.

Sommigen zijn inmiddels teruggestuurd en hebben hun straf erop zitten, maar nog steeds zitten enkele tientallen gevangenen uit Sint-Maarten in Nederlandse gevangenissen.

Het kabinet beloofde de Tweede Kamer eind vorig jaar nog al deze gevangenen zo snel mogelijk terug te sturen. Maar het aanpassen van de Point Blanche-gevangenis op Sint Maarten loopt keer op keer vertraging op, zodat verblijf in de gevangenis nog steeds op schending van mensenrechten neerkomt.

Precair

Hoe precair de situatie voor de Nederlandse overheid is, blijkt uit een vertrouwelijke ambtelijke nota van het ministerie van Justitie en Veiligheid aan minister Sander Dekker van Rechtsbescherming en staatssecretaris Raymond Knops van Koninkrijksrelaties. Deze nota is in het bezit van Nieuwsuur.

De ambtenaren adviseren minister Dekker al in oktober vorig jaar om geen gevangen meer terug te sturen, omdat Nederland daarmee actief mensenrechten zou schenden. Ondanks dit advies zijn er sindsdien meerdere gedetineerden naar Sint-Maarten teruggestuurd. Opnieuw hebben zij in de Point Blanche gevangen gezeten. Hierover is de Tweede Kamer niet geïnformeerd.

Curaçao

Maar het probleem van de mensenrechtenschendingen voor Nederland reikt mogelijk nog verder, zo blijkt uit een tweede ambtelijke nota in het bezit van Nieuwsuur. Nederland is namelijk mogelijk ook verantwoordelijk voor Venezolaanse vluchtelingen op Curaçao. De Tweede Kamer is ook hierover nog niet door het kabinet geïnformeerd.

De vertrouwelijke nota beschrijft de mogelijke praktische en dus financiële verantwoordelijkheden voor Nederland die volgen uit de eerdere veroordeling door het Europees Hof wegens het schenden van mensenrechten.

Want, zo schrijven de ambtenaren, als Nederland verantwoordelijk gehouden wordt voor de gevangenen op Sint-Maarten, kan Nederland ook verantwoordelijk gehouden worden voor de Venezolaanse vluchtelingen die nu vastzitten in gevangenisbarakken op Curaçao.

In de nota aan minister Dekker schrijven zijn eigen ambtenaren op 21 januari van dit jaar: "Ingrijpen [op Sint Maarten, red.] kan de vraag oproepen van precedentwerking, zeker wanneer dit ingrijpen wordt gebaseerd op een schending van fundamentele rechten. Waarom dan bijvoorbeeld ook niet ingrijpen in Curaçao om de mensenrechtelijke gevolgen van de Venezolaanse vluchtelingencrisis te redresseren?"

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl