Uitkeringsinstantie UWV heeft niet alleen een groot probleem met WW-fraude, het loopt ook al jaren enorm achter met het medisch keuren van mensen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Daardoor zitten er zeker tienduizenden mensen thuis met een uitkering, zonder dat is vastgesteld of dat terecht is. De achterstanden blijven groeien en dat kost de samenleving miljoenen.
Verzekeringsarts Rob Kok werkt voor het UWV en valt bij het keuren van patiënten soms van de ene verbazing in de andere. Zo zag hij ooit een man die na een operatie voor een blindedarmontsteking arbeidsongeschikt was geraakt. "Zo iemand moet gewoon een paar maanden later gezien worden en kan dan vaak weer prima aan de slag. Maar deze meneer zit zes jaar later nog steeds in die uitkering. Hij is in al die jaren nooit meer opgeroepen."
Dit voorbeeld staat volgens Kok niet op zichzelf. Hij is naast arts ook voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Verzekeringsgeneeskunde (NVVG) en zegt dat zijn leden vol zitten met dit soort verhalen.
Het probleem sleept al jaren voort. Net als bij de WW-fraude die Nieuwsuur afgelopen september onthulde, hoorde de toenmalige minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid pas van de problemen bij het UWV door een mediapublicatie.
Dagblad Trouw onthulde in 2015 dat er een achterstand was van 25.000 medische keuringen. De Tweede Kamer nam al snel een motie aan waarmee de achterstanden uiterlijk 2016 moesten worden weggewerkt. Dat lukte niet. Toenmalig minister Asscher schrijft de Kamer in 2016 dat hij dan verwacht in 2018 van de achterstand af te zijn. Maar de inspanningen zijn tevergeefs gebleken: de achterstanden zijn alleen maar verder opgelopen, tot 30.000 in augustus vorig jaar.
Creatief boekhouden
Ten minste, die aantallen houden het UWV en het ministerie aan. Volgens de verzekeringsartsen die Nieuwsuur spreekt, zijn de achterstanden in werkelijkheid veel groter. Wim van Pelt, verzekeringsarts bij UWV en voorzitter van beroepsvereniging NOVAG zegt dat er zelfs sprake is van 'creatief boekhouden'.
"Er zijn 180.000 mensen bij wie wij als artsen nog verbetering verwachten. Wij vinden dus dat die allemaal herkeurd moeten worden en dat dat de werkelijke achterstand is. Maar het ministerie heeft besloten dat een heel groot deel van hen gewoon niet per se gezien hoeft te worden. En die mensen tellen daarom niet mee in de officiële achterstanden."
Het ministerie van SZW legt uit dat er inderdaad geen standaard periodieke herbeoordeling plaatsvindt. Maar de mensen kunnen wel altijd zelf om een herbeoordeling vragen. Of de werkgevers, of mensen bij het UWV werkbedrijf.
Volgens het huidige beleid is niet de professionele inschatting van de arts leidend, maar herkeuringsverzoeken van de uitkeringsontvanger zelf of zijn of haar werkgever. Ze noemen dit 'vraaggestuurde herbeoordelingen.' Dit betekent in de praktijk dat als een werkgever, het werkbedrijf of de patiënt zelf niet om een keuring vragen, iemand jarenlang ongezien kan blijven.
"We zien bijna nooit dat mensen zelf een herbeoordeling aanvragen omdat het beter met ze gaat. En dat is ook logisch, want ze lopen het risico hun uitkering te verliezen", zegt Van Pelt.
Bij een klein deel van de uitkeringsontvangers blijft de werkgever verantwoordelijk voor het uitkeren van de WIA-uitkering. Dat zijn de mensen van wie de werkgevers 'eigenrisicodrager' zijn, zoals dat heet. Deze werkgevers zullen hun best doen om een werknemer die herstellende is opnieuw te laten keuren, want dat kan ze veel geld besparen. Maar de meeste werkgevers zijn verzekerd bij het UWV en hoeven daardoor niet zelf de portemonnee te trekken. Zij, en uitkeringsontvangers die hun situatie wel prima vinden, hebben daarom weinig urgente prikkels om een herkeuring aan te vragen.
Verwaarlozing door UWV
Een belangrijke oorzaak van de grote achterstanden is het tekort aan verzekeringsartsen. Het beroep is weinig populair onder geneeskundestudenten en er is sprake van vergrijzing: veel verzekeringsartsen gaan de komende jaren met pensioen.
Maar het UWV speelt ook een rol in het ontstaan van dit tekort. Zij moeten artsen werven en opleiden, en hebben dat onvoldoende gedaan. Dat zeggen de verzekeringsartsen, maar ook het Capaciteitsorgaan.
Dit onafhankelijke instituut berekent hoeveel artsen Nederland nodig heeft. Het zegt dus precies hoeveel verzekeringsartsen er opgeleid moeten worden om te voorkomen dat er een tekort ontstaat. Het orgaan waarschuwde negen jaar geleden al voor de grote achterstanden waar Nederland op af stevende.
In 2011 concludeert het orgaan dat het UWV veel te weinig artsen heeft opgeleid. Het schrijft dat er een grote achterstand bestaat in de opleidingsinspanningen van het UWV en spreekt zelfs van 'verwaarlozing'. Het Capaciteitsorgaan voorspelt dat deze verwaarlozing zal leiden tot een forse krimp van het aantal werkzame artsen. Acht jaar later zijn die voorspellingen meer dan waarheid geworden.
Die achterstanden zijn in tien jaar ontstaan en die los je niet zomaar op.
"Op de lange termijn is dit tekort in te lopen", zegt Victor Slenter van het Capaciteitsorgaan. "Maar op de korte termijn zeker niet. Er wordt van alles aan gedaan om te proberen verzekeringsartsen productiever te maken en meer mensen te werven om verzekeringsarts te worden. Maar voorlopig blijft het probleem bestaan."
Het UWV is sinds 2015 actief bezig om meer artsen te werven. En in 2018 lukt het ze om 50 nieuwe artsen de opleiding te laten starten. Maar volgens Slenter is het de vraag of het tij nog te keren is. "Die achterstanden zijn in tien jaar ontstaan en die los je niet zomaar op korte termijn op."
Maatschappelijke kosten
De achterstanden leiden tot hoge maatschappelijke kosten. De mensen die niet tijdig gekeurd worden, ontvangen soms jarenlang onterecht een uitkering. Die wordt soms betaald door de werkgever, maar vaak uit de premiepot van het UWV. Die overigens ook gevuld wordt door werkgevers.
Het UWV liet in 2013 een onderzoek doen naar 6557 keuringen die op initiatief van de verzekeringsarts plaats hadden gevonden. Die keuringen kostten 6,6 miljoen euro, maar leverden in het eerste jaar al 16 miljoen op. Cumulatief over de jaren ging het zelfs om 270 miljoen.
Uit cijfers van het UWV blijkt dat er bij meer dan de helft van de mensen die gekeurd wordt iets veranderd is in hun situatie. Bij 10 procent van de keuringen vervalt het recht op de uitkering zelfs helemaal.
Als je mensen niet keurt, ziet, behandelt of begeleidt, kunnen ze enorm passief raken.
De maatschappelijke kosten zijn niet alleen in euro's uit te drukken. De achterstanden leiden er volgens verzekeringsartsen toe dat mensen onnodig aan de zijlijn komen te staan.
"We weten dat als je mensen niet keurt, ziet, behandelt of begeleidt, ze enorm passief kunnen raken. Ze raken hun werkritme en zelfvertrouwen kwijt, waardoor hun gezondheidssituatie kan verslechteren en de kans dat ze ooit nog aan het werk komen steeds kleiner wordt", zegt Rob Kok, voorzitter van de NVVG.
Wim van Pelt denkt dat het UWV jarenlang vooral naar de eigen begroting gekeken heeft. "Artsen opleiden kost geld, en de maatschappelijke kosten van de onterecht uitgekeerde uitkeringen vallen niet voor rekening van het UWV. Ze voelen zelf dus weinig van de achterstanden."
'Zorgwekkend'
Het UWV zegt dat het vanaf 2015 alles op alles zet om artsen te werven en op te leiden en dat dat nu ook resultaat heeft. Maar de vraag is of alle inspanningen nog op tijd zijn.
Minister Koolmees vindt de situatie rondom de achterstanden "zorgwekkend" en realiseert zich dat de acties die het UWV tot nu toe genomen heeft vooralsnog onvoldoende hebben opgeleverd. Hij schrijft de Kamer dat er met de maatregelen die nu genomen zijn halverwege dit jaar een "trendbreuk" moet blijken, verwijzend naar de almaar oplopende achterstanden. Als dat niet zo is, moeten er andere maatregelen genomen worden.
Vorig jaar gaf Koolmees al aan dat hij het geen probleem vindt als de keuring gedaan wordt door iemand anders dan een arts. PvdA-Kamerlid Gijs van Dijk was het hier niet mee eens: volgens hem moeten zieke werknemers, gezien hun kwetsbare positie, altijd gezien worden door een verzekeringsarts.
Volgens Koolmees hoeft dit niet. "Indien iedere zieke werknemer of uitkeringsgerechtigde gezien wordt door een verzekeringsarts, lopen de wachttijden op en neemt de dienstverlening aan deze klanten af. Dat is onwenselijk."