Er komt een uitvoerig onderzoek naar binnenlandse adopties die in Nederland hebben plaatsgevonden in de jaren 50 tot en met 80. Dat heeft minister Sander Dekker van Rechtsbescherming vandaag bevestigd tegenover Nieuwsuur. Doel van het onderzoek is om de gang van zaken rondom vrouwen die in die tijd hun kind afstonden, zogenoemde afstandsmoeders, in kaart te brengen.
"Als er in die tijd een vrouw ongehuwd zwanger raakte, werd er eigenlijk gezegd: het is beter als je je kind afstaat. Dat heeft natuurlijk een enorme impact. Op de moeders, de vaders en ook de kinderen die destijds zijn geadopteerd", zegt Dekker. "Het is een praktijk van enkele decennia geleden, maar dat maakt de pijn natuurlijk niet minder."
De minister meldt ook dat er behalve een onderzoek, ook een conferentie wordt georganiseerd voor komende zomer.
'Adoptie niet mijn eigen keuze'
Will van Sebille, zelf afstandsmoeder, hoopt dat er door het onderzoek erkenning komt. "De erkenning dat gesloten adoptie de slechtste oplossing is geweest en nog steeds is. En erkenning voor het feit dat veel jonge vrouwen iets hebben moeten ondergaan wat voor hen een trauma heeft opgeleverd."
Van Sebille stond in 1967 haar zoon af nadat ze op 17-jarige leeftijd zwanger was geworden. "De opvatting destijds was dat een ongehuwde moeder niet voor haar kind kon zorgen. Een kind heeft zijn vader en zijn moeder nodig. Dus eigenlijk was er dan maar één optie: je kind weggeven."
Hoewel uit een klein, verkennend onderzoek van de Radboud Universiteit in Nijmegen naar voren komt dat er bij de binnenlandse adopties geen sprake was van dwang van de overheid, heeft Van Sebille wel veel druk ervaren. "Van familie, maar ook van instanties. Ik heb de adoptie niet als mijn eigen keuze ervaren."
En dat geldt volgens haar voor veel meer vrouwen, die ze ook via haar stichting De Nederlandse Afstandsmoeder (DNA) heeft gesproken. "Je kreeg destijds ook te horen dat je er met niemand over moest praten. want dan zouden mensen je een slechte vrouw vinden. Wie geeft nou zijn kind weg?"
Belangenorganisaties van geadopteerde kinderen en afstandsmoeders hebben het afgelopen jaar meerdere keren gesproken met minister Dekker. Ook Judie Nagtzaam, afgestaan door haar biologische moeder, pleitte voor een uitvoerig onderzoek. "Er moet openheid komen, over alles."
Informatie krijgen is volgens haar het allerbelangrijkste. "Veel adoptiekinderen mogen nu hun dossier niet inzien. Die dossiers zouden openbaar moeten worden gemaakt. Ik vind dat ik recht heb om te weten waar ik vandaan kom. Mijn hele leven is nu gebaseerd op tweedehands informatie."
Nagtzaam heeft alleen een uittreksel van het geboorteregister, maar weet weinig tot niets over hoe haar moeder haar heeft afgestaan. "Mijn biologische moeder is in de jaren 80 al overleden. Ik heb alleen contact met een halfbroer in Amerika, maar die weet weinig van wat er hier is gebeurd."
Vijf baby's in een box
Volgens Harlinde van Osselaer was er vroeger geen discussie over de vraag of het wel in het belang van de kinderen was om geadopteerd te worden. Ze werkte in de jaren 70 in Moederheil, een van de bekendste huizen waar jonge moeders en baby's werden opgevangen.
"Ik moest als psycholoog de kinderen testen, om te zien hoe ver ze in hun ontwikkeling waren. Dat had te maken met het moment waarop ze geadopteerd konden worden." Ze is ervan overtuigd dat de gang van zaken in de tehuizen de kinderen heeft geschaad. "Er zaten bijvoorbeeld vijf baby's in een box, er werd niet met ze gespeeld of gepraat. Dan loop je ontwikkelingskansen mis."
Met afstandsmoeders had ze ook contact, voor de bevalling. "Bij sommige meisjes dacht ik: die zullen hun hele leven hier last van houden. Soms was het hartverscheurend."
Zwart gat
Voor Will van Sebille is haar bevalling nog steeds een zwart gat. "Ik kan me alleen nog herinneren dat ik mijn zoon hoorde huilen nadat hij was geboren. Dat gaf me een geluksgevoel. Maar daarna is hij weggehaald, ik mocht hem niet zien." Het contact werd pas hersteld toen haar zoon 33 jaar was.
"Ik hoop dat door dit onderzoek alle instanties, van hulpverlening tot tehuizen en de kerk, zullen erkennen dat ze hierin een rol hebben gespeeld en dat dit niet de goede manier was. Ik denk dat dat veel afstandsmoeders het gevoel zal geven dat zij en hun verhaal er mogen zijn."
D66-Kamerlid Vera Bergkamp pleitte al langer voor een diepgravend onderzoek. "Goed om te horen dat minister Dekker uiteindelijk toch aan de slag gaat met ons verzoek om diepgaand onderzoek te doen naar een verzwegen generatie. Dit zijn zwarte bladzijden uit de Nederlandse geschiedenis, het is belangrijk om hier meer over te weten. En dat niet alleen; de kinderen en ouders moeten betere nazorg krijgen wanneer gewenst. Daarbij is de betrokkenheid van ervaringsdeskundigen van belang, want zij weten uit ervaring wat nodig is."