Veilinghuis Sotheby's biedt deze maand in Londen en New York kunstwerken aan uit de collectie van de koninklijke familie. Het gaat in totaal om dertien tekeningen van oude meesters en twaalf kavels met Chinees porselein, serviesgoed en zilverwerk. Waarom is de kunst niet eerst aangeboden aan Nederlandse musea, vragen critici zich af.
Omdat de kunstwerken niet op de lijst van beschermde cultuurgoederen staan en privébezit zijn, mogen ze vrijelijk worden verkocht. Maar is het niet zonde als deze waardevolle kunst ons land 'zomaar' verlaat? Fusien Bijl de Vroe van de Vereniging Rembrandt spreekt van een gemiste kans.
"Het zou heel jammer zijn als deze tekeningen verdwijnen. Maar die kans acht ik wel groot", zegt Bijl de Vroe. De Vereniging Rembrand is juist opgericht om te voorkomen dat Nederlandse kunstwerken aan het buitenland verkocht worden. Het kunstfonds helpt musea met het aankopen van werken.
De Oranjekunst is volgens Bijl de Vroe echt Nederlands erfgoed. "De stukken die worden geveild in New York zijn ooit aangekocht door koning Willem II. Ze zijn na zijn dood verkocht maar ook weer teruggekocht en toen in Nederland gebleven. Alleen daarom al zouden ze in Nederland moeten blijven."
Tekening Rubens onder de hamer
Het topstuk dat onder de hamer gaat, is een tekening van de Vlaamse kunstenaar Peter Paul Rubens (1577-1640). De houtskooltekening, een voorstudie van één van Rubens' beroemdste werken, wordt deze maand geveild in New York, met een geschatte opbrengst van zo'n 3 miljoen euro.
Maar volgens Arjen Ribbens, kunstredacteur van NRC, zou dat bedrag wel eens veel hoger kunnen zijn. "Ik sprak gisteren een handelaar die gespecialiseerd is in dit soort kunst en die zei dat het zomaar 10 miljoen zou kunnen opleveren. Er werd recent ook 13 miljoen euro betaald voor een tekening van Lucas van Leyden."
Bij zo'n veiling zitten de mensen met de grootste portemonnee vooraan, daar kunnen wij niet tegenop.
Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam heeft de grootste collectie Rubens in Nederland. Maar directeur Sjarel Ex is niet gevraagd of hij de tekening wil aanschaffen. Tot zijn grote spijt. "Wij hebben de top van Rubens in huis. Het is heel normaal dat je dan een museum belt en vraagt: zou het iets voor jullie zijn."
Hij hoopt dat het gaat om een misverstand en doet daarom een oproep aan de Oranjes. "Neem wat meer tijd, breng het niet op de markt en geef Nederlandse musea en grote instellingen de gelegenheid om een reële manier te vinden om zo'n stuk te behouden voor ons land."
Bij zo'n veiling maken musea namelijk geen kans, zegt Ex. "Daar zitten de mensen met de grootste portemonnee vooraan, daar kunnen wij niet tegenop. Vandaar de vraag om het terug te trekken van de veiling. Kijk of er een andere weg is, misschien een wat meer koninklijke weg om dit te doen."
De Nachtwacht van Singapore
In de afgelopen jaren verkocht de koninklijke familie meer kunst buiten de Nederlandse musea om. NRC-redacteur Ribbens onthulde eerder dat de Oranjes in 2013 een schilderij verkochten van de Javaanse schilder Raden Saleh. De kunstenaar had het aan koning Willem II geschonken.
"Het is gerestaureerd en hangt nu in een museum in Singapore", zegt Ribbens. "Het werk geldt daar als de Nachtwacht van het museum, echt een topstuk. De directeur van het Tropenmuseum had het graag aan de collectie willen toevoegen, maar het werk was hem niet aangeboden."
Ribbens schreef gisteren in de krant dat de te veilen Oranjekunst van prinses Christina, de jongste zus van Beatrix, is. Een van de topstukken, een tekening van een onbekende Italiaanse meester naar een verloren gegaan werk van Leonardo da Vinci, bracht hem op het spoor van de prinses.
Het werk hing tot en met 6 januari op een tentoonstelling in het Teylers Museum in Haarlem. "Op een bordje stond dat prinses Christina de eigenaar is", zegt Ribbens. "Van de tekening van Rubens had ik al gehoord dat die in de jaren 80 in het New Yorkse appartement van Christina op een schildersezel stond."
Omdat de stukken bestempeld zijn als privébezit, hebben de Oranjes de vrijheid om ze te veilen. "Maar het Koninklijk Huisarchief beoordeelt of het gaat om privébezit. Dat lijkt mij een geval van een slager die zijn eigen vlees keurt. Maar nog belangrijker is de vraag of je op deze manier met nationaal erfgoed zou moeten omgaan."