Journalisten zijn op het 'bootvluchtelingeneiland' Manus niet welkom. Toch lukte het Nieuwsuur om als een van de weinige media undercover op Manus Island te filmen. Lees hier de persoonlijke ervaring van correspondent Saskia Dekkers.
Onze vlucht werd om onduidelijke redenen al een paar keer uitgesteld, maar uiteindelijk vertrekken we met zeven passagiers aan boord van een propellervliegtuigje. Anderhalf uur later landen we op Manus Island.
Het oude vliegveld lijkt een verlaten markthal. En dat is ons geluk. De strenge beveiligers waar iedereen ons voor waarschuwde, weten niet dat er een toestel is geland. De houten tafels waar onze rugzakken zouden worden doorzocht, zijn onbemand.
"Doorlopen, niet wachten", appt onze chauffeur die ons door het hek ziet dralen. Er zijn verhalen genoeg van journalisten die rechtstreeks zijn teruggestuurd.
Bekijk hier de reportage vanaf Manus. De tekst gaat door onder de video.
Filmen op Manus is een gok. Het is vrijwel geen journalist gelukt om het eiland te bezoeken. De autoriteiten van Australië en Papoea-Nieuw-Guinea willen geen pottenkijkers.
We hebben advies gevraagd aan de paar Australische collega's die er ooit undercover hebben gewerkt. Ze geven ons 50 procent kans dat we op het eiland komen. Maar, begrijpen we, dan nog kan er veel misgaan. Taxi's worden voortdurend aangehouden en hotelkamers doorzocht.
Maar wie een reportage wil maken over het migratiebeleid van Australië kan niet om Manus heen. Op het eiland zitten vijf- tot zeshonderd mannen vast die daar in 2013 door Australië zijn afgeleverd. De meesten zijn erkende vluchtelingen, maar dat wil niet zeggen dat ze ooit voet op Australische bodem zullen zetten.
Ze worden gebruikt als afschrikking voor andere migranten die per boot naar Australië willen reizen. "Als we deze mannen door laten gaan, dan zetten we de pijplijn open" verdedigt een parlementariër van de Liberale partij het harde migratiebeleid.
Waarom zou ik naar huis gaan om me te laten vermoorden?
Een paar vluchtelingen weten van ons bezoek. Ze denken dat de wereld hen vergeten is en zijn blij met elke aandacht. We spreken af op afgelegen plekken en schrikken van hun situatie. Elke avond worden ze van zes tot zes opgesloten.
Ze zitten onder de slaap- en kalmeringsmiddelen en sommigen zijn helemaal doorgedraaid. Want leven op een tropisch eiland lijkt geweldig, de realiteit is anders.
Geen toeristen
Australië betaalt Papoea Nieuw Guinea naar schatting een half miljard dollar per jaar voor de opvang. Maar daar ziet de bevolking niks van terug. De veertig duizend eilandbewoners zijn de aanwezigheid van de migranten meer dan zat. Die geven het eiland een negatieve naam. "Geen wonder dat toeristen wegblijven."
En toerisme kan men goed gebruiken. Er is hier nauwelijks werk en grote armoede. Mensen kauwen op een betelnoot, want dat verdooft en stopt de honger. Er lopen veel dronken mensen rond en groepjes vluchtelingen worden regelmatig aangevallen.
De mannen voelen zich niet veilig op het eiland. Ze willen weg. Er is ze geld aangeboden om terug te gaan naar hun land van herkomst. Veel geld: 30.000 dollar. Maar niemand van de mannen die we spreken, durft terug naar zijn vaderland. "Waarom zou ik naar huis gaan om me te laten vermoorden?"
Wat dan wel? Hun leven lijkt een eindeloos wachten zonder uitzicht op verandering. "Het zijn lopende doden", vertelt de kapelaan, de priester van Manus Island.
In vogels geïnteresseerd
Na anderhalve dag beginnen we op te vallen. Honderden politie- en veiligheidsagenten houden het eiland in de gaten. Regelmatig worden we aangehouden en gecontroleerd. We doen ons voor als in vogels geïnteresseerde toeristen. Je ziet de bewakers denken: "vreemde Europeanen". Maar elke keer mogen we door.
We filmen met een fotocamera en werken in hoog tempo. "Blijf zo kort mogelijk", was een van de adviezen. Dus spreken we snel met mensen af, migranten, maar ook eilandbewoners. Ons filmmateriaal hebben we verstopt.
Na anderhalve dag vliegen we terug via de hoofdstad van Papoea-Nieuw-Guinea, Port Moresby. We zijn net door de douane als we een ongerust telefoontje krijgen van de chauffeur. Een zwaar veiligheidsteam heeft bij hem aangeklopt en bezocht ook ons hotel. De agenten hebben een huiszoekingsbevel en zijn op zoek naar ons.
De chauffeur vertelt dat we "allang naar Europa zijn gevlogen". Zelf zegt hij geen risico te lopen. Zijn schoonfamilie heeft invloed op het eiland en daardoor voelt hij zich beschermd. Hij is opgelucht dat ons filmmateriaal kan worden uitgezonden in Nederland. Hij hoopt dat de vijfhonderd mannen door de reportage weer wat aandacht krijgen.