Julian Buijzen
redacteur
Julian Buijzen
redacteur
Drie jaar geleden moesten ze het nieuwe aanspreekpunt worden voor Rotterdammers die zorg of hulp nodig hadden. Samen zou er gekeken worden naar een goede en goedkope oplossing voor bijvoorbeeld schuldenproblematiek of de invulling van persoonsgebonden budgetten. Maar de wijkteams functioneren totaal niet, blijkt uit een rapport van de Rotterdamse Rekenkamer. Ze zijn niet of nauwelijks toegankelijk voor inwoners en van kostenbesparingen is het nooit gekomen.
De Rotterdamse wijkteams verzuipen in de bureaucratie die is opgelegd door de gemeente, met als gevolg oplopende wachtlijsten, achterstallige kennis van medewerkers en weinig samenwerking tussen partnerorganisaties en het wijkteam. Het zijn harde conclusies die de Rekenkamer vandaag trekt.
"De wijkteams zijn van goede wil en willen graag helpen, maar ze worden overspoeld met regels, controles en richtlijnen vanuit de gemeente waardoor het werk onmogelijk wordt gemaakt", zegt Paul Hofstra, directeur van de Rotterdamse Rekenkamer. "Ze zijn het grootste deel van de tijd papieren aan het invullen".
Eerste kritiek kwam van ombudsman
De wijkteams werden in 2015 opgericht met als doel: één aanspreekpunt in de gemeente voor alle hulp. Inwoners die hulp nodig hadden met schulden of zorg voor hun gehandicapte kind moesten dit via het wijkteam regelen.
Het plan klonk goed, maar al snel kwam er kritiek van de Rotterdamse ombudsman. Burgers kwamen nauwelijks in contact met het wijkteam en het moesten vervolgens veel te lang wachten op de nodige zorg.
De Rekenkamer bevestigt nu deze conclusies en ziet dat er de afgelopen jaren nauwelijks iets gebeurt om de situatie te verbeteren. "De gemeente staat niet open voor kritiek. Het systeem is de afgelopen jaren door verschillende partijen onderzocht en iedere keer weer werden de problemen door de gemeente ontkend", zo staat in het rapport.
"Wat deze constatering alleen maar erger maakt is, het feit dat in de Rotterdamse context grotendeels ontkend wordt dat er überhaupt een probleem is. [...] Dat is een flagrante ontkenning van de geconstateerde tekortkomingen."
Gebrek aan deskundigheid
Hulpverleners en cliënten van de wijkteams herkennen dat, vertelt autismebegeleider Joyce van der Meulen. "Het is iedere keer weer hopen dat je de juiste medewerker bij het wijkteam aantreft. Dat zou niet uit moeten maken maar is helaas wel het geval. Sommige medewerkers snappen het gewoon niet."
Van der Meulen begeleidt een gezin met een autistische zoon. Het gezin wacht al maanden op zorg. "De situatie verslechterde waardoor andere zorg nodig was, nu staan we al tien maanden op de wachtlijst. De situatie is helemaal uit de hand gelopen waardoor het kind onlangs is opgenomen bij de spoedpoli".
Dat ziet ook advocate en columnist Carrie Jansen die vanwege haar werk vaak in contact komt met de teams. "Het wijkteam bestaat uit lieve mensen die het goed bedoelen, maar ze hebben niet de deskundigheid in huis om bijvoorbeeld de jeugd geestelijke gezondheidszorg te bieden. En dan krijgen mensen veel minder dan dat ze nodig hebben, dan lopen de problemen op.
Jansen ziet het binnenkort een keer goed fout gaan: "Een dode baby, zoals eerder al bij jeugdzorg gebeurde, kan zo weer gebeuren maar dan bij het wijkteam. Het is niet de vraag óf het gebeurt maar wanneer. Er wordt te weinig geluisterd naar de praktijk."
Geen alternatief
Daar sluit autismebegeleider Van Der Meulen zich bij aan: "De beoordeling van het dossier gaan vanaf papier, door mensen met niet altijd de juiste expertise. Velen begrijpen niet wat de impact voor een gezin in de praktijk is. Flexibiliteit mist, zeker als de situatie verandert of er nood aan de man is. Dan wijst iedereen naar elkaar en is het wachten."
Ondanks alle problemen is er nu geen alternatief voor de wijkteams. Terug naar het oude systeem is geen optie, zegt de Rekenkamer. "Het oude systeem was nog veel erger. Dit systeem kent veel problemen maar de potentie is er. Met een andere aanpak is het budget en de voorzieningen voldoende voor een goed functionerend systeem".
Voor een deel kijkt de rekenkamer daarbij naar de gemeente. Die moet onnodige regels gaan schrappen en minder willen controleren, vindt Rekenkamer-directeur Paul Hofstra. "Een intakeformulier van dertig pagina's, dat is nergens voor nodig".