"Een bindend correctief referendum als uiterst middel zou de representatieve democratie kunnen versterken." Dat schrijft de staatscommissie onder leiding van oud-minister Johan Remkes in haar tussenrapportage. Remkes ziet het bindende referendum als een "ventiel of veiligheidsklep".
En dat is volgens hem nodig om het vertrouwen in de parlementaire democratie weer te laten groeien. De commissie neemt in opdracht van de Eerste en Tweede Kamer het gehele parlementaire stelsel onder de loep: gaat die wel genoeg mee met de tijd? In deze tussenrapportage laat de commissie weten hoe over een aantal belangrijke punten wordt gedacht.
De Eerste en Tweede Kamer zijn volgens de commissie op dit moment geen ideale afspiegeling van de bevolking. De commissie spreekt van "tekortschietende representatie" op het gebied van "demografie, opleidingsniveau, welstand, beroepsmatige achtergrond en wellicht ook regio".
Juist bij opvallende onderwerpen als Europese integratie en migratiebeleid komt de besluitvorming volgens de commissie niet altijd voldoende overeen met de mening van aanzienlijke groepen kiezers. "De invoering van het bindend correctief referendum kan bijdragen aan het oplossen van dit probleem", zo schrijft Remkes.
Als het gaat om het referendum, geeft de commissie de voorkeur aan een uitkomstdrempel in plaats van een opkomstdrempel. Als er qua opkomst een bepaald percentage moet worden gehaald, kan dat volgens de commissie ertoe leiden dat mensen strategisch gaan stemmen.
Zo waren er bij de twee laatste raadgevende referenda mensen die niet gingen stemmen in de hoop dat de opkomstdrempel niet gehaald werd. Bij een uitkomstdrempel wordt gekeken naar de opkomst bij de Tweede Kamerverkiezingen, dus een bepaald percentage mensen dat bij die verkiezingen heeft gestemd.
De commissie gaat zich de komende tijd nog verder buigen over de uitwerking van een bindend referendum en zal later daar verslag over uitbrengen.
Grotere afstand tussen kiezers en politici
Dat de staatscommissie nu haar tussenrapportage naar buiten brengt en daarin uitspraken doet over het referendum, is geen toeval. Het kabinet staat op het punt om het raadgevend referendum af te schaffen en de commissie wilde graag nog voor die tijd van zich laten horen.
Remkes ziet - net als het kabinet - de nadelen van een raadgevend referendum. "Belangrijk risico hier is (grotere) onvrede bij de bevolking over wat er met de uitkomst van een niet-bindend referendum wordt gedaan." Het zou volgens de commissie de afstand tussen kiezers en politici zelfs kunnen vergroten.
Het invoeren van een bindend referendum is een grondwetswijziging en kan dus niet meteen in de plaats komen van het raadgevend referendum. De kans dat er deze kabinetsperiode nog een voorstel komt over het bindend referendum is klein, omdat op dit moment van de coalitiepartijen alleen D66 een voorstander is.
Een direct gekozen formateur
Remkes wil uiteindelijk dat mensen minder gaan denken aan politici "als die mensen daar in Den Haag". Daarom komt de staatscommissie in de tussenrapportage met nog meer punten. Bijvoorbeeld: een direct gekozen formateur om kiezers meer invloed op de formatie te geven.