Aangepast

Twintig jaar vrede, maar niet in Noord-Ierse achterstandswijken

  • Marloes Elings

    Redacteur

  • Marloes Elings

    Redacteur

"Ik was op weg naar huis en werd opeens door een paar gemaskerde mannen vastgegrepen", vertelt Mike (27) uit het Noord-Ierse Belfast. Een paar tellen later lag hij in de gang van zijn huis, en werden er drie kogels door zijn benen gejaagd. Mike kreeg te maken met een zogenoemde punishment shooting; een erfenis uit het Noord-Ierse conflict.

Inmiddels is het twintig jaar geleden dat de Noord-Ieren en Ieren instemden met het Goede Vrijdag Akkoord, ook wel het akkoord van Belfast genoemd. Zo moest er eindelijk vrede komen in het onrustige Noord-Ierland. Toch lijkt in bepaalde achterstandswijken de geschiedenis zich te herhalen.

Het aantal punishment shootings en beatings is sinds vier jaar met maar liefst 60 procent toegenomen. In de Britse provincie wordt gemiddeld zo'n twee keer per week iemand iemand afgetuigd of door zijn ellebogen, polsen, knieën, enkels of alle acht lichaamsdelen geschoten.

"Het akkoord uit 1998 heeft ervoor gezorgd dat er geen bomaanslagen meer zijn, en dat de politie en het leger niet meer met kogels en bommen worden bestookt", vertelt Bernadette O'Rawe. "Maar het andere geweld is niet gestopt. Aan die afstraffingen is niets vreedzaams."

O'Rawe is een van de weinigen die zich durft uit te spreken over het geweld. Ze is actief in de actiegroep Stop the Attacks en weigert zich te laten intimideren. Terwijl het geweld dichtbij komt: drie van haar neefjes zijn in vredestijd door hun benen geschoten.

"Ryan was 16 toen hij in zijn bed werd beschoten. Gerry was net 17 toen hij op straat werd neergeknald, en Gerald was 25 toen zijn benen door kogels werden doorboord", vertelt ze. Waarom de jongens werden neergeschoten, is alleen duidelijk in het geval van Gerald. Hij had geld gestolen en werd ook gearresteerd.

"Toen hij op borgtocht vrijkwam, kreeg hij bezoek van zogenaamde dissidente republikeinen; de mannen met wapens. Zij wilden een afspraak met hem maken over wanneer hij door zijn benen zou worden geschoten. Hij had zo veel spijt, en schaamde zich zo dat hij vrijwillig naar die afspraak ging. Hij vond dat hij de kogels verdiende."

Het is maffia; pure maffia.

Paul Smyth, jeugdwerker

In Noord-Ierland lijken andere regels en wetten te gelden. Ook een overblijfsel van The Troubles, volgens O'Rawe. "Wij zijn tijdens het conflict gewend geraakt aan geweld. Daarom leven wij nu ook nog in een zeer gewelddadige samenleving."

Jeugdwerker Paul Smyth, een van de oprichters van Stop the Attacks, kiest andere woorden. "In Noord-Ierland hebben gewapende groeperingen in sommige wijken de macht. Mensen zijn er bang voor, maar steunen ze ook omdat ze bescherming van ze krijgen. Daarom kunnen die groeperingen alles doen wat ze willen. Het is maffia; pure maffia."

De politie heeft sinds vorig jaar, 19 jaar na het vredesakkoord, een nieuwe aanpak ingevoerd om deze voormalige paramilitairen aan te pakken. Er wordt vooral financieel op ze gejaagd. "Met een speciale taskforce proberen we hun macht te breken", zegt de leider van de criminele onderzoeksdienst, Tim Mairs.

Maar succesvol is de dienst vooralsnog niet. Nog geen vier procent van de gewapende criminelen die punishment shootings en beatings uitvoeren, wordt gearresteerd en veroordeeld. Volgens Mairs komt dat omdat slachtoffers en andere getuigen geen namen noemen van de daders, ook al zijn die vaak wel bekend. "In Noord-Ierland heerst er niet alleen een cultuur van geweld, maar ook een cultuur van zwijgen."

Als die jongens namen noemen, worden ze doodgeschoten. Dat weten we allemaal.

Bernadette O'Rawe, Stop the Attacks

Bernadette O'Rawe kan haar boosheid nauwelijks bedwingen als ze dit hoort. "Als die jongens namen noemen, worden ze doodgeschoten. Dat weten we allemaal. Bovendien zijn de daders altijd gemaskerd. Ik ben ervan overtuigd dat iedereen de politie zo veel mogelijk informatie geeft. Maar ik heb niet het idee dat deze barbaarse praktijken hoog op hun prioriteitenlijst staan."

Volgens O'Rawe komt dat omdat de gruwelijke mishandelingen vooral plaatsvinden in achterstandswijken. En de slachtoffers vooral laagopgeleide, kwetsbare jongens zijn die weinig of geen steun krijgen van familie. "Als dit gebeurde in welvarende buurten met hoogopgeleide jongens, dan zouden de media er bovenop zitten en invloedrijke Noord-Ieren zich erover uitspreken."

Op de vraag of dit niet een heel cynische gedachtegang is, antwoordt ze: "Wij kloppen op heel veel deuren, maar krijgen nauwelijks gehoor. De Kinderombudsman, politici; het blijft doodstil. En ik zie geen resultaten. In mijn wijk werden negen jongens neergeschoten, maar er is geen enkele dader opgepakt. Hetzelfde geldt voor de aanslagen op mijn neefjes."

Hinkend door het leven

De aanslag op Mike, waarbij hij drie kogels in zijn benen kreeg, is inmiddels vier maanden geleden. Hij is nog niet volledig hersteld, volgens zijn artsen zal dat ook niet gebeuren. "Ik heb geen gevoel meer in mijn onderbenen. De dokters zeggen dat ik de rest van mijn leven zal blijven hinken."

De daders zijn nog niet opgepakt en Mike denkt ook niet dat dit nog zal gebeuren. "De politie doet helemaal niks. Ze komen niet eens langs bij mij in de buurt. Het zijn allemaal klootzakken." Hij hoopt binnenkort te kunnen verhuizen, want hij voelt zich niet meer veilig in zijn eigen huis.

Toch denkt hij er niet aan om Belfast te verlaten: hij voelt zich veiliger in een buurt die hij kent. Bernadette O'Rawe snapt dat wel. "Mensen voelen zich veiliger bij de duivel die ze kennen, dan die die ze niet kennen. Geloof het of niet, maar zo werkt het in de achterstandswijken van Noord-Ierland na veertig jaar gewelddadig conflict."

Reportage: De geschiedenis herhaalt zich in Noord-Ierland

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl