Een commissie adviseert vandaag een afdwingbaar quotum voor vrouwen in de top. Op dezelfde dag dat een wetsvoorstel van vier oppositiepartijen een einde moet maken aan ongelijke beloning tussen mannen en vrouwen.
Lilianne Ploumen (PvdA), Jasper van Dijk (SP), Nevin Özütok (GroenLinks) en Corrie van Brenk (50Plus) willen met hun voorstel een einde maken aan de voortdurende en hardnekkige loonkloof tussen mannen en vrouwen. Want hoewel vrouwen al jarenlang een inhaalslag maken qua arbeidsparticipatie en opleidingsniveau, is er nog steeds sprake van forse ongelijkheid in de beloning.
Organisaties met meer dan vijftig werknemers moeten verplicht aantonen dat er sprake is van gelijk loon voor gelijk werk, vinden de initiatiefnemers. Indien er sprake is van ongelijke beloning dan zal de werkgever eerst de kans krijgen de situatie te verbeteren. Gebeurt dat niet, dan komt er een boete.
Onderhandelingen
Uit de meest recente cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek over de loonkloof - cijfers uit 2014 - blijkt dat Nederlandse vrouwen in het bedrijfsleven 20 procent minder verdienen dan hun mannelijke collega's. Bij de overheid verdienden vrouwen 10 procent minder.
Loopbaancoach Vreneli Stadelmaier van She Consult is enthousiast over het wetsvoorstel maar vindt niet dat de schuld geheel bij de overheid ligt. "Het is ook tijd dat vrouwen zelf op de trom gaan slaan."
Dat betekent volgens de coach dat vrouwen het anders moeten aanpakken. "Vrouwen zijn niet goed in salarisonderhandelingen. Ze vinden het al snel goed wat ze verdienen. Ze weten ook niet wat anderen en collega's verdienen. Vrouwen laten het er een beetje bij zitten."
De transparantie die in het wetsvoorstel wordt bepleit, vindt Stadelmaier een goed idee. "Transparantie afdwingen en het probleem bespreekbaar maken, is goed. Maar ik geloof niet in kwade opzet. Het zijn onbewuste processen waar we nog steeds last van hebben: de man is kostwinner en wat een vrouw verdient is voor de extra's."
Meer vrouwen in de top
Vandaag blijkt ook dat bedrijven er niet in slagen om het streefcijfer van 30 procent vrouwen in de top op eigen kracht te realiseren. Het aandeel vrouwen in raden van bestuur en raden van commissarissen neemt daarvoor te weinig toe. Dat staat in de Bedrijvenmonitor Topvrouwen 2017 die werd uitgevoerd op verzoek van minister Ingrid van Engelshoven van OCW.
De raden van bestuur bestonden eind 2016 voor gemiddeld 10,7 procent uit vrouwen. In 2012, vóór de invoering van het streefcijfer, was dat 7,4 procent. In de raad van commissarissen wordt 15,0 procent van de zetels door vrouwen bezet, in 2012 was dat 9,8 procent.
Het aantal bedrijven dat het streefcijfer van 30 procent heeft gerealiseerd, is gering. Eind 2016 had 16,7 procent het streefcijfer gerealiseerd in de raad van bestuur en 23,4 procent in de raad van commissarissen. Het aantal bedrijven dat een evenwichtige verdeling tussen mannen en vrouwen heeft gerealiseerd in beide raden blijft steken op 6 procent.
Een afdwingbaar quotum
De toename van het aandeel vrouwen komt al jaren voor rekening van een kleine groep voortrekkers. Een omvangrijke groep bedrijven blijft achter en komt niet in beweging. Van de bedrijven had 70 procent van de bedrijven halverwege 2017 nog geen enkele vrouw in de raad van bestuur en de helft had geen vrouw in de raad van commissarissen.
De commissie Monitoring Streefcijfer Wet bestuur en toezicht dringt er bij de overheid op aan de komende jaren, tot de huidige wet afloopt op 1 januari 2020, veel meer in te zetten op het naleven van de wet. Na 2020 pleit de commissie voor een afdwingbaar quotum voor vrouwen in de top.