Dat de brandweer grotendeels uit vrijwilligers bestaat is de meeste mensen wel bekend, maar ook de politie kent bijna 3000 vrijwilligers. Ze voeren reguliere politietaken uit en sommigen van hen dragen zelfs een vuurwapen.
"In het dagelijks leven ben ik IT-consultant. Maar naast die kantoorbaan zocht ik iets afwisselends, daarom ben ik vijf jaar geleden politievrijwilliger geworden", vertelt Rob Wilms. Twee avonden per week gaat hij op pad, in uniform, net als een 'echte' agent.
Voor het dragen van een wapen is wel een aparte opleiding nodig en die ontbreekt nu voor vrijwilligers. Rob draagt daarom geen wapen. Dat geldt ook voor zijn collega Peter Ester, die sinds begin vorig jaar politievrijwilliger is.
"Wij hebben de korte wapenstok, pepperspray en handboeien. Het belangrijkste wapen is de mond en eventueel nog de handen", zegt Peter. Hij is in het dagelijks leven ambtenaar bij de overheid.
Waarom alleen Rob de auto mag besturen
Een aanrijding, winkeldiefstal of tasjesroof. Peter en Rob worden als vrijwilligers voor verschillende zaken ingezet. "Er is eigenlijk geen verschil tussen een beroepscollega en een vrijwillige collega", zegt Liesbeth Huyzer, lid van de korpsleiding van de Nationale Politie.
"Ze moeten dezelfde opleidingen doorlopen en voldoen aan dezelfde kwaliteitseisen. In principe kunnen zij op een volledig gelijke manier worden ingezet. Dus ook voor het afhandelen van een overval."
Er wordt een enorm beroep gedaan op de politievrijwilligers. Maar er zijn er veel te weinig.
Maar ondanks die mooie woorden, voelen veel vrijwilligers zich al jaren ondergewaardeerd door de korpsleiding. Zo is hun opleiding keer op keer uitgekleed. Een voorbeeld daarvan is het ontbreken van de vuurwapenopleiding voor politievrijwilligers.
Op opleidingen die er wel zijn, is soms te weinig plek. Zo mag alleen Rob de politieauto besturen, omdat hij de rijopleiding heeft gehad en Peter niet. "Ik moet wachten tot er weer een opleidingsplek is. Ik hoop dat dat snel gebeurt, want ik vind het wel een must."
Wil de politie vrijwilligers wel echt?
Pieter van Vollenhoven is erevoorzitter van de bond van politievrijwilligers (LOPV) en de voorzitter van de Stichting Maatschappij en Veiligheid. Hij publiceerde afgelopen maand een kritisch rapport over de gebrekkige waardering van politievrijwilligers.
"Zeker nu je ziet dat de politie aan allerlei taken niet toekomt, wordt er een enorm beroep gedaan op de vrijwilligers. En daar zijn er nu veel te weinig van", zegt Van Vollenhoven. Volgens hem gaat er veel te weinig aandacht naar de vrijwilligers.
Huyzer van de korpsleiding erkent dat. "Daar zijn veel redenen voor te vinden. De reorganisatie speelt een grote rol. Ik kan me voorstellen dat vrijwilligers zich wel eens hebben afgevraagd of de politie ze wel echt wil."
Het beste van twee werelden
In het regeerakkoord is extra geld uitgetrokken voor de politievrijwilligers: in totaal 2 miljoen euro. Het geld wordt eerst gebruikt om de huidige vrijwilligers bij te scholen. Vanaf 2020 moeten ook weer nieuwe vrijwilligers worden opgeleid.
Van Vollenhoven vreest dat de vrijwillige politie toch het ondergeschoven kindje zal blijven. "En dat vind ik jammer. Maar bij de gewone politie ontstaat er een tekort vanwege de uitstroom. Dan praat je over 14.000 tot 15.000 mensen die dadelijk nodig zijn."
Ook Rob voelt wat teleurstelling. "Als er beloftes worden gemaakt, wil je dat die ook worden waargemaakt. En dat is tot op heden niet gebeurd."
Toch blijft hij graag vrijwilliger. Fulltime agent zijn hoeft niet voor hem. "Ik koester juist de twee werelden die ik nu heb."